Discoursanalyse
= Methode van kwalita/eve/interpreta/eve data-analyse
• Discours = taalgebruik en betekenisgeving via taal
o Welke discours gebruiken we om te spreken over bepaalde thema’s
o Een bril die specifieke dimensies van je onderzoeksthema in beeld brengt
§ Bv. Persoonsvolgendbudget
• De manier waarop we over dingen spreken bepaalt ook ons handelen
• Discours
o Een bepaalde manier van ‘spreken’, een ‘system of meaning’
o Een raster om naar de wereld te kijken en die betekenis te geven, te interpreteren
o Een cluster van ideeën, taal, beelden, en culturele prak/jken die bepalen wat er gezegd kan
worden, hoe er over een bepaald onderwerp gesproken kan worden en welke overtuigingen,
aptudes en handelingen passend zijn
Discoursanalyse: een methodologisch perspec1ef op mens, wereld en taal
1. De mens als betekenisgever
Mensen zijn geen robots die mechanisch reageren op hun omgeving, maar interpreteren zichzelf,
anderen en de wereld en interageren op basis daarvan met anderen en de wereld
Bv. Een plas water op wandeling; de ene groep mensen ziet dit als een manier om vies te
worden en zal dit dus gaan vermijden. De andere groep zal dit zien als een manier om te
spelen, en zal in de plas gaan springen.
2. Mensen gebruiken taal en symbolen om betekenis te geven aan zichzelf, anderen en de wereld
rondom hen
3. De wereld als sociaal geconstrueerd
o Sociaal construc/onisme
§ Iden/teiten, rela/es tussen mensen, rela/es met ons eigen lichaam, kennis… Zijn
sociale constructen
§ Ze zijn niet natuurlijk, ‘out there’, ahistorisch, reeds vooraf bestaand
§ Ze worden geconstrueerd in sociale interac/e
• In een maatschappelijke context, opvoeding, opleiding, netwerk, media,…
§ Taal speelt een belangrijke rol in deze sociale construc/e
4. Taal is construc/ef
o Taal is niet zomaar een beschrijving van de werkelijkheid, taal ‘doet iets’ in die werkelijkheid
§ Taal is performa/ef
§ Taal contrueert specifieke versies van de realiteit
o ‘A way of seeing is a way of not seeing’
o Helpt om de sociale realiteit te interpreteren, begrijpen
o Biedt overtuigingen, aptudes, handeling ten aanzien ervan
5. Taal is geconstrueerd
o De manier waarop we taal gebruiken is niet willekeurig: bepaalde structuren, patronen,
verhoudingen…
o Taal is geconstrueerd
16
= Methode van kwalita/eve/interpreta/eve data-analyse
• Discours = taalgebruik en betekenisgeving via taal
o Welke discours gebruiken we om te spreken over bepaalde thema’s
o Een bril die specifieke dimensies van je onderzoeksthema in beeld brengt
§ Bv. Persoonsvolgendbudget
• De manier waarop we over dingen spreken bepaalt ook ons handelen
• Discours
o Een bepaalde manier van ‘spreken’, een ‘system of meaning’
o Een raster om naar de wereld te kijken en die betekenis te geven, te interpreteren
o Een cluster van ideeën, taal, beelden, en culturele prak/jken die bepalen wat er gezegd kan
worden, hoe er over een bepaald onderwerp gesproken kan worden en welke overtuigingen,
aptudes en handelingen passend zijn
Discoursanalyse: een methodologisch perspec1ef op mens, wereld en taal
1. De mens als betekenisgever
Mensen zijn geen robots die mechanisch reageren op hun omgeving, maar interpreteren zichzelf,
anderen en de wereld en interageren op basis daarvan met anderen en de wereld
Bv. Een plas water op wandeling; de ene groep mensen ziet dit als een manier om vies te
worden en zal dit dus gaan vermijden. De andere groep zal dit zien als een manier om te
spelen, en zal in de plas gaan springen.
2. Mensen gebruiken taal en symbolen om betekenis te geven aan zichzelf, anderen en de wereld
rondom hen
3. De wereld als sociaal geconstrueerd
o Sociaal construc/onisme
§ Iden/teiten, rela/es tussen mensen, rela/es met ons eigen lichaam, kennis… Zijn
sociale constructen
§ Ze zijn niet natuurlijk, ‘out there’, ahistorisch, reeds vooraf bestaand
§ Ze worden geconstrueerd in sociale interac/e
• In een maatschappelijke context, opvoeding, opleiding, netwerk, media,…
§ Taal speelt een belangrijke rol in deze sociale construc/e
4. Taal is construc/ef
o Taal is niet zomaar een beschrijving van de werkelijkheid, taal ‘doet iets’ in die werkelijkheid
§ Taal is performa/ef
§ Taal contrueert specifieke versies van de realiteit
o ‘A way of seeing is a way of not seeing’
o Helpt om de sociale realiteit te interpreteren, begrijpen
o Biedt overtuigingen, aptudes, handeling ten aanzien ervan
5. Taal is geconstrueerd
o De manier waarop we taal gebruiken is niet willekeurig: bepaalde structuren, patronen,
verhoudingen…
o Taal is geconstrueerd
16