Pancreas
1. Stimulus: Glucosegehalte stijgt door eten
2. Sensor: Stijging van glucosegehalte wordt gemeten in de
darmwand door darmsensoren
3. Input signaal: Signaal van stijging glucosegehalte gaat naar
controle centrum (pancreas)
4. Controle centrum: Pancreas reageert op de verandering in
glucosegehalte
5. Output signaal: signaal gaat van pancreas naar eilandjes
van Langerhans
6. Effector/target: Eilandjes van Langerhans maken insuline
aan
7. Respons: Insuline neemt glucose op waardoor
glucosegehalte daalt.
Overzicht uitscheiding hormonen
Veel suiker
Stimulus: Hoge concentratie glucose in het bloed
Welk hormoon wordt uitgescheden: Insuline
Respons van het lichaam: Insuline neemt glucose op waardoor glucoseconcentratie daalt
Weinig suiker
Stimulus: Lage concentratie glucose in het bloed
Welk hormoon wordt uitgescheden: Glucagon
Respons van het lichaam: Glycogeen wordt omgezet in glucose waardoor
glucoseconcentratie stijgt
, Bijschildklier
1. Stimulus: Afname concentratie (geïoniseerde) calciumionen
2. Sensor: Afname van concentratie wordt gemeten door
calciumsensor
3. Input signaal: Signaal van calciumsensor gaat via neuronen naar
het controle centrum (hypofyse/hypothalamus)
4. Controle centrum: Signaal komt bij hypofyse/hypothalamus
5. Output signaal: Signaal gaat van controle centrum naar
bijschildklieren)
6. Effector/target: Bijschildklieren produceren parthyroïdhormoon
(PTH)
7. Respons: PTH regelt de calciumuitscheiding door de nieren en
de calcium uitwisseling met het botweefsel terugresorptie calcium
concentratie calcium stijgt
Overzicht uitscheiding hormoon
Stimulus: Afname concentratie calcium
Welk hormoon wordt uitgescheden: parthyroïdhormoon (PTH)
Respons van het lichaam: terugresorptie calcium in het bloed
1. Stimulus: Glucosegehalte stijgt door eten
2. Sensor: Stijging van glucosegehalte wordt gemeten in de
darmwand door darmsensoren
3. Input signaal: Signaal van stijging glucosegehalte gaat naar
controle centrum (pancreas)
4. Controle centrum: Pancreas reageert op de verandering in
glucosegehalte
5. Output signaal: signaal gaat van pancreas naar eilandjes
van Langerhans
6. Effector/target: Eilandjes van Langerhans maken insuline
aan
7. Respons: Insuline neemt glucose op waardoor
glucosegehalte daalt.
Overzicht uitscheiding hormonen
Veel suiker
Stimulus: Hoge concentratie glucose in het bloed
Welk hormoon wordt uitgescheden: Insuline
Respons van het lichaam: Insuline neemt glucose op waardoor glucoseconcentratie daalt
Weinig suiker
Stimulus: Lage concentratie glucose in het bloed
Welk hormoon wordt uitgescheden: Glucagon
Respons van het lichaam: Glycogeen wordt omgezet in glucose waardoor
glucoseconcentratie stijgt
, Bijschildklier
1. Stimulus: Afname concentratie (geïoniseerde) calciumionen
2. Sensor: Afname van concentratie wordt gemeten door
calciumsensor
3. Input signaal: Signaal van calciumsensor gaat via neuronen naar
het controle centrum (hypofyse/hypothalamus)
4. Controle centrum: Signaal komt bij hypofyse/hypothalamus
5. Output signaal: Signaal gaat van controle centrum naar
bijschildklieren)
6. Effector/target: Bijschildklieren produceren parthyroïdhormoon
(PTH)
7. Respons: PTH regelt de calciumuitscheiding door de nieren en
de calcium uitwisseling met het botweefsel terugresorptie calcium
concentratie calcium stijgt
Overzicht uitscheiding hormoon
Stimulus: Afname concentratie calcium
Welk hormoon wordt uitgescheden: parthyroïdhormoon (PTH)
Respons van het lichaam: terugresorptie calcium in het bloed