Hoorcollege 1 - 14 november 2023
Ademhaling
Componenten van de ademhaling:
● Ventilatie = het transport van gassen de long in en uit
● Diffusie = het transport van gassen a) tussen longen lucht en het bloed van de
longvaten en b) tussen bloed en lichaamscellen
● Ventilatie/perfusie verhouding = de onderlinge afstemming van de ventilatie op de
doorbloeding van de long
● Gastransport door bloed = het transport van O2 en CO2 door het bloed
● Cellulaire ademhaling = de oxidatie van voedingsstoffen onder productie van energie
en CO2
De uitwisseling van gassen vindt plaats in de respiratory zone.
→ Bronchioles en alveoli → geen kraakbeen
Anatomische doden ruimte → lucht in de bronchi/luchtwegen maar die niet gebruikt wordt
voor de gaswisseling.
Spirometer = longfunctie test: je ademt in en uit. Bij gezonde mannen van 20 getest alleen.
1
,Expiratory reserve volume = extra lucht die uit kan ademen
Residual volume= lucht blijft in de longen om klaplong te voorkomen
Vitale capaciteit (VC)= maximale volume die je in en uit kan ademen
Inspiratory capaciteit = de lucht die je kunt inademen na een normale uitademing
Ademvolume → VT: in rust de ademhaling
Inspiratior reserve volume → IRV: na normale uit ademhaling een diepe inademing
Expiratoir reserve volume → ERV: na normale in ademhaling een die uitademing
Residuaal volume → RV: blijft in de longen
FEV1: ademhaling binnen 1 sec
vitale capaciteit → VC: volledige uitademing en direct daarna volledige inademing
MVV30: snelle ademhaling van 30 ademhalingen in 1 minuut = maximaal dat je kunt
ventileren in 1 minuut
IVC: totale longcapaciteit
O2 opname → 250 ml per minuut
IVC = maximale inademing na een maximale uitademing
FVC = maximaal ingeademend en zo snel mogelijk uitademenen
EVC = eerst maximaal inademen en zo snel mogelijk uitademen
Mensen met compliante longen is de FVC is lager dan IVC
FRC berekenen bij spirogram en helium → vraag tentamen
Statische capaciteit = volumes die (in principe) gelijk blijven
dynamische capciteit = ademhalingspieren spelen een rol; MVV30 hoger, FEV1
Berekeningen
Functionele residuale capaciteit: FRC = ERV +RV
Inspiratoire capaciteit: IC = VT + IRV
Vitale capaciteit: VC = IC + ERV
2
,Totale longcapaciteit: TLC = VC + RV
Tiff = FEV1/IVC
Flow-volume curves:
1. normaal
2. astma
3. comliante longen: goed inademen maar selcht uitademen
4. Struma: van buitenaf drukt het op de luchtweg: moeite met in en uitademen
5. -
6. lage comliantie: bij uitademen veren de longen heel erg terug
Onderste boogje: inademings flow: hoe snel lucht je longen in stroomt
Flow gaat over snelheid, niet over inhoud → staat op x-as
Ademhalen
3
, Diafragma span je aan en daardoor vergroot je je thoraxruimte.
Intercostaalspieren (externe) spannen aan → brengen de ribben naar buiten → meer ruimte
De druk gaat omlaag
Wet van Boyle:
P x V = constant
De eigenschappen van long en thorax wand (wilt liever groter zijn)
- De retractiekrachten van de long → naar binnen
- De retractiekrachten van de thoraxwand → naar buiten
Bij FRC zijn ze in evenwicht
De bewegende spieren en de stromende lucht
- Weefselweerstand → weefsel rekken op dus die schuren ook langs elkaar
- Luchtwegweerstand
Palv= druk in de alveoli
Ppl= druk in de plura aan de
Druk in pleuraruimte (tussen Ppl en Pl) is lager dan de ruimte buiten de longen en in de
longen.
Pleuraruimte = intra pleuraruimte = de ruimte met heel klein beetje water tussen de twee
vliezen
4