Samenvatting Binnenschrijnwerk

BINNENSCHRIJNWERK theorie 2023-2024
Trappen:
Uit de syllabus, de presentatie en TV198 van Embuild
1. Eisen trap/constructie (opsommen en uitleggen)
 Bereikbaarheid
o Vlot bereikbaar, niet te steil
 Beloopbaarheid
o Gemakkelijk (met zo weinig mogelijk inspanning)
o Grote hoogte = bordessen (rust vlakken)
 Gebruiksveiligheid
o Voldoende verlicht
o Leuning
 Brandveiligheid
 Mechanische sterkte en stabiliteit
o Schokbestendig
o Krasvast
o stabiliteit
 Onderhoud
o Afwerkingslaag
 Levensduur
o Hangt van het “verkeer” af
o Houtsoort met homogene structuur gebruiken
 Architecturale meerwaarde

2. Materialen (soorten voorbeelden/eigenschappen/eisen)
De materiaalkeuze voor trappen wordt hoofdzakelijk bepaald door:
 de aard van het gebouw;
 de ligging van de trap (binnen- of buitentrappen);
 de stijl van het gebouw;
 voorschriften betreffende brandveiligheid, gebruiksveiligheid,
slijtvastheid, duurzaamheid enz.

De meest voorkomende materialen zijn:
 hout
o houtsoorten in gezaagde vorm
o houtsoorten in plaatvorm
 steen (marmer, graniet, baksteen, vloertegel...);
 beton (eventueel met een bekleding van hout, marmer, arduin,
 graniet...);
 metaal (inox, staal, aluminium...);
 glas (gelaagd glas, plexiglas...);
 gerecycleerde materialen;
 kunststof zoals PVC...

3. Draagstructuren (benaming en schetsmatig weergeven)
 trapbomen;
 trappalen;

,  trapspil;
 trap met hangende treden;
 steunplaat van gewapend beton;
 fundering op staal;
 metselwerk.
 Verbindingswijze trede en boom
o Ingefreesde bomen
o Uitgekeepte bomen

4. Soorten trappen (trapvormen benoemen of tekenen baz)
 DE KLASSIEKE RECHTE STEEKTRAP
o alle treden evenwijdig, haaks en gelijk


 DE RUIMTEBESPARENDE RECHTE STEEKTRAP
o de even treden zijn het spiegelbeeld van de
oneven treden

 DE BORDESTRAP
o samenstelling van twee of
meer rechte steektrappen


 DE SCHELUWE TRAP
o trapbomen niet in hetzelfde vlak


 DE KWARTDRAAITRAP
o een spilsteektrap
o een spilscheluwe trap
o een spilscheluwe steektrap

 DE SPILTRAP
o Treden in een spil


 DE WRONGTRAP
o Treden aan ene zijde in gebogen boom
o Andere zijde in trapboom
o Rechthoekige grondvorm

 DE ENGELSE TRAP
o treden in gebogen cirkel-, ellips of ovaalvormige bomen

5. Benamingen van de traponderdelen (benoemen op tekening
of foto, omschrijving van het onderdeel + schetsmatige weergave),
afmetingen (optrede, trapbreedte, traphoogte, aantrede, neus, welstuk,
opleg, gebruikte diktes, geschaafde dikte en handelsdiktes)
 De trede
o Horizontaal constructiedeel (waar je op loopt)

, o de dikte van de treden is meestal 32 - 44 mm, uitzonderlijk tot 55
mm;
o de vezelrichting van het hout loopt evenwijdig met de voorkant van
de trede;
o de eerste trede steekt vaak voorbij de trappaal uit.
o De treden en de stootborden worden op volle dikte in de trapbomen
en trappalen ingewerkt. Deze inkepingen in de trapbomen en
trappalen noemen we de nesten.
 De nestdiepte bedraagt 12 mm of 15 mm.
o Het schroeven van de treden en de binnenbomen:
 Onzichtbaar met houttap
 Onzichtbaar onderkant trede
 Het stootbord
o Verticaal constructiedeel (ondersteuning treden)
 De trapboom
o Dragen de treden en stootborden
o de muurboom: de trapboom die tegen de muur komt;
o de binnenboom: trapboom die vrijstaat, m.a.w. niet tegen een
muur (vrijstaande trappen hebben dus twee binnenbomen);
o de tussenbomen: twee trapbomen die onder de treden worden
geplaatst;
o de middenboom: één trapboom komt onder de treden.
o Met pen van +- 20mm in trappaal
o Reden van de volhoutse inwerking:
 door de grote afmetingen van de trappalen is er meer werking
in het hout mogelijk, indien de trappaal krimpt, dan komen de
schouderingen niet open.
 Leibomen
o Afwerking trapgat
 Traparm
 Bloktrede
o Wanneer de hoofdtrappaal op de eerste trede komt
o Aan elkaar gelijmde stukken hout (blok creëren voor onder trede)
 Overgangsstuk
o Kuipstuk of wrongstuk
 Bordes
o Plateau dat trap onderbreekt (rustpunt voor grote hoogtes)
o Aantal opeenvolgende treden meestal beperkt tot 17
 Welstuk
o Laatste trede op de verdiepingsvloer
o Breedte: max. 50mm, min. 30mm
o Verschillende mogelijkheden:
 Bovenkant trapboom komt gelijk met de verdiepingsvloer
 Het voorhout van de trapboom komt boven het welstuk


 Balustrade
o De balustrade bestaat uit drie delen:
 De leuning of handgreep

,  De vulling
 De trappalen
o Functies van de leuning:
 voorkomt valpartijen;
 vergemakkelijkt het bestijgen van de trap;
 vergemakkelijkt het verkeer op de horizontale delen;
 biedt veiligheid bij het afdalen.
o Hoogte
 Max. 900mm, min. 750mm
o Belangrijk:
 een balustrade mag niet uitnodigen tot beklimmen;
 een kinderhoofdje mag niet klem geraken tussen de stijlen;
 de voet mag niet klem geraken tussen de trapboom en de
onderkant van de borstwering.




 Kraaklat
o Verticale latjes achter stootbord (kraken tegen gaan)
 Spil
 Trappenhuis
 Schalmgat
o ruimte tussen twee traparmen of tussen een traparm en de leiboom.
 Gesloten trap
o Trap met stootborden
 Open trap
o Trap zonder stootborden
 Looplijn
o lijn op de plattegrond van de trap, die je theoretisch beloopt
 Voorhout en achterhout
 Gedeelte van de trapboom dat voorbij de eerste en laatste trede komt
 Stelruimte
o Horizontale afstand achterkant laatste stootbord tot rand trapgat
 Traphoogte
o Afstand afgewerkte vloer tot afgewerkte verdiepingsvloer
o Is gelijk aan de som van de optreden


 Optrede
o Verticale afstand tussen bovenkant treden