Samenvatting Praktisch BTW-recht - BTW 2de jaar

BTW
INLEIDING
BTW bedrijfskolom:
 V/BTW = verschuldigde btw
 A/BTW = aftrekbare btw
 TW = toegevoegde waarde




Kenmerken btw:
 Verbruiksbelasting die de eindconsument draagt
 Een indirecte belasting, over de belastbare handelingen:
niet op inkomen of winst door onderneming
 In stukjes betaald aan de schatkist door de btw-belastingplichtigen
 Btw-belastingplichtigen fungeren als kassier van de schatkist
 Fiscaal neutraal
 Geen kostprijsverhogende factor voor de btw-belastingplichtige  niet cumulatief
 Doorzichtig systeem: prijs steeds excl. en incl. btw
 Het tarief in de laatste fase van bedrijfskolom bepaalt de te betalen btw
Een lager of hoger aangerekend tarief in voorgaande fases wordt tenietgedaan door
een lagere of hogere aftrek in de volgende fase => Inhaaleffect van de btw
Voorbeeld: p. 22

Begrippen:
 Lidstaat en grondgebied van een lidstaat: het binnenland zoals het in het verdrag tot
oprichting van de EEG in art. 299 voor elk lidstaat is omschreven
 Gemeenschap en grondgebied van de gemeenschap: het binnenland van de
lidstaten
 Derdelands gebied en derde land: elk ander gebied dan het binnenland van een
lidstaat

5-vragen methode:

1

,= analyse van een vraagstuk inzake btw => is er btw verschuldigd en zo ja door wie?
 Oplossen 5 hoofdvragen stellen
1) Word de handeling verricht door een btw-belastingplichtige?
2) Betreft het een belastbare handeling (onder bezwarende titel?)
3) Waar vindt de handeling plaats?
4) Is er geen vrijstelling mogelijk
5) Wie moet de btw voldoen?

 Duidelijke voorstelling van de feiten: mogelijks verschillende handelingen inzake btw
Schema:
1) Word de handeling verricht door een btw-belastingplichtige?
Ja  naar vraag 2/ nee  einde analyse
Bv. De BTW-belastingplichtige

2) Betreft het een belastbare handeling? onder bezwarende titel (= tegenprestatie)?
Ja, welke?  naar vraag 3/ nee  einde analyse
Bv. Levering van goederen, diensten;
Invoer (uitzondering) of IC-verwerving (onder bepaalde voorwaarden)

3) Waar vindt de handeling plaats?
België  naar vraag 4/ Niet België  einde analyse aangaande Belgische btw
Bv. Plaatsbepaling bij levering van goederen, diensten, invoer of IC-verwerving

4) Is er geen vrijstelling mogelijk
Neen, Belgische btw verschuldigd  naar vraag 5 / Ja , geen Belgische btw
verschuldigd  einde analyse
Bv. vrijstelling bij levering van goederen (uitvoer en IC-levering) en diensten
Vrijstelling bij de BTW-belastingplichtige

5) Wie moet de btw voldoen?
De leverancier/ dienstverrichter of ontvanger van de dienst
Bv. Schuldenaar van de BTW bij levering van goederen, diensten, invoer of IC-
verwerving


Vraag 4: is er (g)een vrijstelling mogelijk?
 Vrijstellingen zonder recht op aftrek
= eigenlijke vrijstellingen = art. 44 WBTW
= bepaalde BTW-belastingplichtigen, levering van goederen, diensten

 Vrijstellingen met recht op aftrek
= oneigenlijke vrijstellingen = art. 39 tot 42 WBTW
= o.a. Uitvoer en Intracommunautaire levering



Bijkomende vragen:

2

,  Factuur?
Verplichtingen van de BTW-belastingplichtige
 Hoe BTW berekenen?
Maatstaf van heffing

 Wanneer moet factuur uitgereikt worden?
Tijdstip van de belastbare handeling/ belastbaar feit/ opeisbaarheid van btw
bij levering van goederen, diensten, invoer of IC- verwerving, Uitvoer en IC-
levering

 Inkomende handelingen: recht op aftrek van de btw?
Recht op aftrek

 Hoe wordt factuur opgenomen in de btw-aangifte?
Verwerking in de Btw-aangifte bij levering van goederen, diensten, invoer of
IC-verwerving, uitvoer en IC-levering


 Welke periodieke btw-aangifte?
Verplichtingen van de BWT-belastingplichtige


H2: LEVERING VAN GOEDEREN
1. INLEIDING
Wanneer is een levering onderworpen aan Belgische btw?
4 voorwaarden:
 Levering van een goed of een gelijkgestelde handeling
 Onder bezwarende titel als de handeling is bedoeld in art. 10 of als het materiële feit
in art. 12 is bedoeld, met een levering onder bezwarende titel worden gelijkgesteld
 In België
 Btw-belastingplichtige die handelt in de uitoefening van zijn economische activiteit

 Art. 2: “De levering van goederen en diensten die door een als zodanig handelende
belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, zijn aan de belasting
onderworpen als ze in België plaatsvindt.”

B2B binnenland:

Factuur Betaling Levering Betaling Factuur Factuur Na 15e
maand + 1



BTW is BTW is BTW is BTW is
opeisbaar opeisbaar opeisbaar opeisbaar op
op2. HET BEGRIP
factuur GOEDEREN
op datum op factuur 15e maand + 1
datum betaling datum

3

, Goederen kunnen
als volgt ingedeeld
worden :




roerende en lichamelijke en nieuwe en
onroerende onlichamelijke gebruikte
goederen goederen goederen



Welke goederen worden aan de BTW onderworpen?

1) De lichamelijke goederen: zowel roerende als onroerende lichamelijke goederen
 Machine, dier
 Magazijn
 Goud

2) Elektriciteit, gas, warmte en koude en soortgelijke (bv. stoom)
 Eigenaar opslagplaats rekent elektriciteit door aan de huurder van de opslagplaats

3) De zakelijke rechten op onroerende goederen:
 Het vruchtgebruik
 De erfpacht
 Het recht op opstal
 Vestiging van een recht van bewoning of recht van gebruik
 De erfdienstbaarheden (met uitzondering: recht van erfpacht bij onroerende leasing)

Niet:
Eigendom  het eigendom kan niet losgezien worden van het voorwerp waarop het
staat

4) Andere: Art. 9 WBTW
 Onroerende goederen door bestemming
 Goederen bij vervroeging (fruit dat nog aan de bomen hangt, een nog af te breken
gebouw…)

Onlichamelijke goederen en effecten aan toonder zijn NIET onderworpen aan BTW
 Uitzonderingen bij onlichamelijk goederen: Als dienst beschouwde goederen door
bestemming
Bv. overdracht van cliënteel, van een auteursrechten, …
Bijzondere regel:

 Begrip “goed” is zowel nieuwe als gebruikte goederen
4