Een introductie
Wat is projectmanagement en waarvoor gebruik je het?
3 manieren om te werken
→ Improvisatie
o Waarvoor? Plotse gebeurtenissen
o Voorbeeld? Verkeersongeval, …
o Nadeel? Onzekere en chaotische werkwijze en uitkomst
o Voordeel? Veel vrijheid en ruimte voor creativiteit
→ Routines
o Waarvoor? Herhaaldelijk werk met voorspelbaar resultaat
o Voorbeeld? Productie in fabriek, werk in restaurant, …
o Nadeel? Weinig vrijheid of creativiteit voor de uitvoerder
o Voordeel? Terugvallen op eerdere oplossingen & volgens procedure werken
→ Projectmatig werk
o Waarvoor? Nieuw werk met eenmalig en tijdelijk karakter
o Voorbeeld? Creatieve projecten, websites maken, …
o Nadeel? Werkwijze is niet meteen duidelijk
o Voordeel?
▪ Betere controle -> geen onnodige risico’s
▪ Betere communicatie -> iedereen spreekt verwachtingen uit
▪ Tevreden klanten -> als je je aan de afspraken houdt
▪ Betere resultaten -> op goede en lange termijn
→ Werk startte ooit geïmproviseerd, groeide uit tot een project om dan een routine te worden
Wat is een project?
→ Tijdelijke samenwerking
→ Om binnen een tijd een doel te bereiken
→ Of werk te voltooien binnen een vooraf vastgesteld budget
,Iron triangle: (waarmee je rekening moet houden in een project)
→ Het is recht evenredig: als 1 van de factoren verhoogt, verhogen de andere 2
factoren
→ Scope, tijd en budget moet in balans zijn. Je moet tijd genoeg krijgen voor het
werk dat je doet en je moet genoeg inkomsten krijgen hiervoor
o Geld (inkomsten en budget)
o Tijd
o Scope = werk dat je moet doen
→ Iron triangle of ‘triple constraint’
→ Probleem Iron Triangle:
o Je kan maar 2 elementen echt kiezen. Het kan nooit alle 3 zijn
vb. Als je goede kwaliteit wil, ga je er of meer geld aan moeten
geven of je gaat er meer tijd in moeten steken
▪ Goed
▪ Snel
▪ Goedkoop
,Scope creep:
→ Klant vraagt meer uitbreiding van een project of extra werk tijdens de uitvoering
→ Kostprijs en tijdsduur stijgt
→ Probleem bij productontwikkeling in alle sectoren
→ Vb. je werkt als cameraman, en na 8 werkuren mag je normaal naar huis,
maar de regisseur zegt dat je nog 3 uur langer moet werken, maar je wordt
achteraf betaald voor je werkdag van 8 uur en niet voor 11 uur
→ Vb. John Carter: tijdens het maken van de film werden er veel dingen
veranderd waardoor het meer kostte, maar ze haalden te weinig inkomsten
Waterval / estafettemethode
→ Waterval: je begint met een idee, en uiteindelijk ga je dat krijgen
→ Estafette: je geeft het stokje door aan iemand anders. Iedereen heeft een eigen opdracht
6 klassieke fases:
→ Initiatief
o Wat is het idee? Kunnen we dit maken?
→ Definitie
o Hoeveel tijd, mensen en middelen heb je?
→ Ontwerp
o Hoe moet het eruit gaan zien?
o Wordt vaak overgeslagen, maar is belangrijk!
→ Voorbereiding
o Hoe en door wie kan het gemaakt worden?
→ Realiseren
o Projectresultaat uitvoeren
→ Nazorg
o Testen en gebruiken
, Voordeel:
→ Gestructureerd
o Je weet wat je moet doen
o Elke fase sluit je eerst af voor je de volgende start
→ Voorspelbaar
o Klant krijgt wat is afgesproken
→ Gedocumenteerd
o Alles staat op papier
→ Gepland
o Iedereen weet wat van hem verwacht wordt
Nadelen:
→ Vage doelen bij de start
o Vaak weet de klant niet wat hij wil, of je verstaat iets anders
o Klant vraagt bv om een ludieke show, maar wat versta je
onder ludiek?
→ Vraag klanten kan wijzigen
o Vragen van je klant kan veranderen tijdens het proces door nieuwe inzichten
o Je gaat meer tijd en geld moeten besteden in een project hierdoor. Je moet je je ervan
bewust zijn
→ Trage voortgang
o Je moet wachten tot de vorige fase gedaan is om een
nieuwe te starten
o Vb. zonder scenario kan je niet beginnen filmen
→ Niet of te laat testen
o Iedereen in je team gaat meteen aan de slag met de vraag van de klant
o Wat als de briljantste idee straks niet aanslaan bij je publiek?
Wat is projectmanagement en waarvoor gebruik je het?
3 manieren om te werken
→ Improvisatie
o Waarvoor? Plotse gebeurtenissen
o Voorbeeld? Verkeersongeval, …
o Nadeel? Onzekere en chaotische werkwijze en uitkomst
o Voordeel? Veel vrijheid en ruimte voor creativiteit
→ Routines
o Waarvoor? Herhaaldelijk werk met voorspelbaar resultaat
o Voorbeeld? Productie in fabriek, werk in restaurant, …
o Nadeel? Weinig vrijheid of creativiteit voor de uitvoerder
o Voordeel? Terugvallen op eerdere oplossingen & volgens procedure werken
→ Projectmatig werk
o Waarvoor? Nieuw werk met eenmalig en tijdelijk karakter
o Voorbeeld? Creatieve projecten, websites maken, …
o Nadeel? Werkwijze is niet meteen duidelijk
o Voordeel?
▪ Betere controle -> geen onnodige risico’s
▪ Betere communicatie -> iedereen spreekt verwachtingen uit
▪ Tevreden klanten -> als je je aan de afspraken houdt
▪ Betere resultaten -> op goede en lange termijn
→ Werk startte ooit geïmproviseerd, groeide uit tot een project om dan een routine te worden
Wat is een project?
→ Tijdelijke samenwerking
→ Om binnen een tijd een doel te bereiken
→ Of werk te voltooien binnen een vooraf vastgesteld budget
,Iron triangle: (waarmee je rekening moet houden in een project)
→ Het is recht evenredig: als 1 van de factoren verhoogt, verhogen de andere 2
factoren
→ Scope, tijd en budget moet in balans zijn. Je moet tijd genoeg krijgen voor het
werk dat je doet en je moet genoeg inkomsten krijgen hiervoor
o Geld (inkomsten en budget)
o Tijd
o Scope = werk dat je moet doen
→ Iron triangle of ‘triple constraint’
→ Probleem Iron Triangle:
o Je kan maar 2 elementen echt kiezen. Het kan nooit alle 3 zijn
vb. Als je goede kwaliteit wil, ga je er of meer geld aan moeten
geven of je gaat er meer tijd in moeten steken
▪ Goed
▪ Snel
▪ Goedkoop
,Scope creep:
→ Klant vraagt meer uitbreiding van een project of extra werk tijdens de uitvoering
→ Kostprijs en tijdsduur stijgt
→ Probleem bij productontwikkeling in alle sectoren
→ Vb. je werkt als cameraman, en na 8 werkuren mag je normaal naar huis,
maar de regisseur zegt dat je nog 3 uur langer moet werken, maar je wordt
achteraf betaald voor je werkdag van 8 uur en niet voor 11 uur
→ Vb. John Carter: tijdens het maken van de film werden er veel dingen
veranderd waardoor het meer kostte, maar ze haalden te weinig inkomsten
Waterval / estafettemethode
→ Waterval: je begint met een idee, en uiteindelijk ga je dat krijgen
→ Estafette: je geeft het stokje door aan iemand anders. Iedereen heeft een eigen opdracht
6 klassieke fases:
→ Initiatief
o Wat is het idee? Kunnen we dit maken?
→ Definitie
o Hoeveel tijd, mensen en middelen heb je?
→ Ontwerp
o Hoe moet het eruit gaan zien?
o Wordt vaak overgeslagen, maar is belangrijk!
→ Voorbereiding
o Hoe en door wie kan het gemaakt worden?
→ Realiseren
o Projectresultaat uitvoeren
→ Nazorg
o Testen en gebruiken
, Voordeel:
→ Gestructureerd
o Je weet wat je moet doen
o Elke fase sluit je eerst af voor je de volgende start
→ Voorspelbaar
o Klant krijgt wat is afgesproken
→ Gedocumenteerd
o Alles staat op papier
→ Gepland
o Iedereen weet wat van hem verwacht wordt
Nadelen:
→ Vage doelen bij de start
o Vaak weet de klant niet wat hij wil, of je verstaat iets anders
o Klant vraagt bv om een ludieke show, maar wat versta je
onder ludiek?
→ Vraag klanten kan wijzigen
o Vragen van je klant kan veranderen tijdens het proces door nieuwe inzichten
o Je gaat meer tijd en geld moeten besteden in een project hierdoor. Je moet je je ervan
bewust zijn
→ Trage voortgang
o Je moet wachten tot de vorige fase gedaan is om een
nieuwe te starten
o Vb. zonder scenario kan je niet beginnen filmen
→ Niet of te laat testen
o Iedereen in je team gaat meteen aan de slag met de vraag van de klant
o Wat als de briljantste idee straks niet aanslaan bij je publiek?