macht:
vermogen van partij A om het gedrag van B zo te beïnvloeden dat partij B iets doet wat hij anders niet zou
doen.
zijn amper situaties waarbij de macht 50-50 is verdeeld → vaak beetje doorleunen naar de ene kant
bv: kind weet goed naar welke ouder hij het moet vragen→ vaak naar diegene waar hij grootste %
macht heeft
leiderschap is aan macht verbonden
verschil: leiderschap gaat vaak over hiërarchie, MW sturen om gemeenschappelijke doelstellingen te behalen
→ bij macht niet zo! (broer-zus,..)
wat maakt dat een partij minder lacht geeft?:
2 blokken:
formele macht = positie die je claimt hoger in hiërarchie, meer macht
- afgedwongen macht → bestraffen,bedreigen,...
- beloningsmacht → financiële beloningen, interessante opdrachten,...
- legitieme macht → gwn door functie te hebben kijken mensen me al anders
bv: algemene directeur, geeft veel macht op subaspecten formele macht
bv: HR vs sollicitant → HR had meer afgedwongen macht
bv: legitieme macht → student of docent vraagt om de aula te verlaten → kans groter bij docent (positie)
persoonlijke macht = los van de functie iedereen beschikt erover
- expertise- of deskundigheidsmacht → expertise, vaardigheden,...
- referentiemacht → identificatie, bewondering,..
bv: HR vs sollicitant → sollicitatie zij dat hij over meer vaardigheden beschikt (expertise-..)
bv: HR had net de HR manager vh jaar geworden (bewondering, identificatie) = referentiemacht
bv: je idool vraagt of hij je gsm, dit doe je sneller
, machtstechnieken
bepaalde vorm van macht, hoe kan je iemand beïnvloeden?
beïnvloedingstactieken als LG: → hoe je MW beïnvloeden?
aspecten: (niet opsommen, herkennen (effectief/niet))
- rationele overreding → mensen goede argumenten geeft gaan ze meer geneigd zijn.
- inspirerend appel → connectie maken met iemand, beroep doen op die persoon hun
waarden
- consultatie/participatie → betrekken bij nemen van beslissingen
- innemendheid → complimenten geven
- ruil, belonen, bestraffen → jij geeft mij iets, ik u iets in de plaats
- legitimiteit → vaak in ouder-kindrelaties, benadrukken van autoriteit, link met de
regels
- druk uitoefenen
verschil in kwaliteit
bovenste 3 werken effectief zonder weerstand (positieve manier)
onderste werkt niet duurzaam (kortetermijn)
bovenste 3 werken en we nemen de bovenste (rationele overreding): combi met 1 vd andere 2 = meest effectief!
beïnvloedingstactieken op hetzelfde niveau (collega-collega)
- rationele overreding → mensen goede argumenten geeft gaan ze meer geneigd zijn.
- consultatie/participatie → betrekken bij nemen van beslissingen
- innemendheid → complimenten geven
- ruil, belonen, bestraffen → jij geeft mij iets, ik u iets in de plaats
- legitimiteit → vaak in ouder-kindrelaties, benadrukken van autoriteit, link met de
regels
- persoonlijk appel → beroep doen op vriendschap-goede relatie
- coalities → ik beïnvloed iemand een coalitie vormen → samen
beïnvloedingstactieken medewerker → LG
- rationele overtreding
bv: iets fout op het examen, geeft je het meeste kans om te werken
vermogen van partij A om het gedrag van B zo te beïnvloeden dat partij B iets doet wat hij anders niet zou
doen.
zijn amper situaties waarbij de macht 50-50 is verdeeld → vaak beetje doorleunen naar de ene kant
bv: kind weet goed naar welke ouder hij het moet vragen→ vaak naar diegene waar hij grootste %
macht heeft
leiderschap is aan macht verbonden
verschil: leiderschap gaat vaak over hiërarchie, MW sturen om gemeenschappelijke doelstellingen te behalen
→ bij macht niet zo! (broer-zus,..)
wat maakt dat een partij minder lacht geeft?:
2 blokken:
formele macht = positie die je claimt hoger in hiërarchie, meer macht
- afgedwongen macht → bestraffen,bedreigen,...
- beloningsmacht → financiële beloningen, interessante opdrachten,...
- legitieme macht → gwn door functie te hebben kijken mensen me al anders
bv: algemene directeur, geeft veel macht op subaspecten formele macht
bv: HR vs sollicitant → HR had meer afgedwongen macht
bv: legitieme macht → student of docent vraagt om de aula te verlaten → kans groter bij docent (positie)
persoonlijke macht = los van de functie iedereen beschikt erover
- expertise- of deskundigheidsmacht → expertise, vaardigheden,...
- referentiemacht → identificatie, bewondering,..
bv: HR vs sollicitant → sollicitatie zij dat hij over meer vaardigheden beschikt (expertise-..)
bv: HR had net de HR manager vh jaar geworden (bewondering, identificatie) = referentiemacht
bv: je idool vraagt of hij je gsm, dit doe je sneller
, machtstechnieken
bepaalde vorm van macht, hoe kan je iemand beïnvloeden?
beïnvloedingstactieken als LG: → hoe je MW beïnvloeden?
aspecten: (niet opsommen, herkennen (effectief/niet))
- rationele overreding → mensen goede argumenten geeft gaan ze meer geneigd zijn.
- inspirerend appel → connectie maken met iemand, beroep doen op die persoon hun
waarden
- consultatie/participatie → betrekken bij nemen van beslissingen
- innemendheid → complimenten geven
- ruil, belonen, bestraffen → jij geeft mij iets, ik u iets in de plaats
- legitimiteit → vaak in ouder-kindrelaties, benadrukken van autoriteit, link met de
regels
- druk uitoefenen
verschil in kwaliteit
bovenste 3 werken effectief zonder weerstand (positieve manier)
onderste werkt niet duurzaam (kortetermijn)
bovenste 3 werken en we nemen de bovenste (rationele overreding): combi met 1 vd andere 2 = meest effectief!
beïnvloedingstactieken op hetzelfde niveau (collega-collega)
- rationele overreding → mensen goede argumenten geeft gaan ze meer geneigd zijn.
- consultatie/participatie → betrekken bij nemen van beslissingen
- innemendheid → complimenten geven
- ruil, belonen, bestraffen → jij geeft mij iets, ik u iets in de plaats
- legitimiteit → vaak in ouder-kindrelaties, benadrukken van autoriteit, link met de
regels
- persoonlijk appel → beroep doen op vriendschap-goede relatie
- coalities → ik beïnvloed iemand een coalitie vormen → samen
beïnvloedingstactieken medewerker → LG
- rationele overtreding
bv: iets fout op het examen, geeft je het meeste kans om te werken