Inhoud
1. Logopedie en audiologie: persoonsgerichte toegepaste gedragswetenschap....................................2
1.1 Persoonsgerichte logopedie en audiologie...................................................................................2
1.1.1 Het medische en het sociale model van stoornissen en hulpverlening..................................2
1.1.2 Het biopsychosociale model..................................................................................................3
1.1.3 Het ICF-model als leidraad.....................................................................................................4
1.1.4 De vijf componenten van het ICF-model................................................................................4
1.1.5 Het ICF-model als denkkader in de logopedie en de audiologie............................................5
1.1.6 Een centrale rol voor de cliënt: persoonsgerichte zorg..........................................................6
1.1.7 Definitie en basiskenmerken van persoonsgerichte zorg.......................................................7
1.1.8 Persoonsgerichte zorg vs. Evidence-based handelen?...........................................................8
1.1.9 Effecten van persoonsgerichte zorg.......................................................................................8
1.1.10 Een zelfsturende rol voor elke cliënt....................................................................................8
1.1.11 Het belang van veerkracht en empowerment......................................................................9
1.1.12 Weg dus met stoornisgerichte interventies?......................................................................11
1.2 Systematische gedragsverandering als overkoepelende methodiek...........................................12
1.2.1 Logopedie en audiologie= gedragsverandering....................................................................12
1.2.2 Therapie: gedragsverandering in vaardigeden, inzichten en emoties..................................12
1.2.3 Logopedie en audiologie: toegepaste neurowetenschappen..............................................13
1.2.4 Logopedie en audiologie: ingrijpen op output en input.......................................................13
1.3 Logopedie en audiologie als toegepaste gedragswetenschappen..............................................13
1.3.1 Weloverwogen selectie van gedragsveranderingstechnieken..............................................14
1.3.2 De empirische cyclus............................................................................................................14
1.3.3 Logopedische/ audiologische vertaling................................................................................14
1.4 Stroomdiagram van het audiologisch- en logopedisch- therapeutisch proces............................15
1.5 Synthese.....................................................................................................................................16
2 De therapeut-cliëntrelatie.................................................................................................................16
2.1 Een definitie................................................................................................................................16
2.2 Belang van een goede therapeut-cliëntrelatie............................................................................16
2.3 Kenmerken van een goede therapeut-cliëntrelatie.....................................................................16
2.3.1 De basis: echtheid, waardering en empathie.......................................................................16
2.3.2 Essentiële kenmerken van doeltreffende therapeuten........................................................17
Sensitivity: External
, 2.4 Noodzakelijke vaardigheden.......................................................................................................17
2.4.1 Met stip op één: communicatie...........................................................................................17
2.4.2 Belangrijkste communicatievaardigheden...........................................................................18
2.4.3 Echt luisteren als ultieme communicatievaardigheid...........................................................18
2.5 De therapeut-cliëntrelatie ontwikkelt doorheen actieve samenwerking....................................19
2.6 Therapeutische rollen.................................................................................................................19
2.7 Synthese.....................................................................................................................................19
1. Logopedie en audiologie: persoonsgerichte
toegepaste gedragswetenschap
1.1 Persoonsgerichte logopedie en audiologie
Evolutie: stoornisgerichte zorg persoonsgerichte zorg
Nu: meer persoons- en participatiegerichte zorg
Minder focus op stoornis & ziekte meer focus: gehele welzijn & levenskwaliteit
o ! participatie hulpvrager: hoe goed iemand kan functioneren binnen zijn leefwereld
2 modellen: oude en nieuwe (breder) visie: allebei nog nodig
1.1.1 Het medische en het sociale model van stoornissen en
hulpverlening
Nature vs nurture
o Nature:
Aandacht op lichamelijke aandoeningen en bijhorende stoornissen
Minder aandacht: hoe de hulpvrager ermee omgaat
o Nurture:
Aandacht: hoe hulpvrager en omgeving met de stoornis omgaat
Hulpvrager aanleren hoe hij/zij moet omgaan met probleem & methoden
aanbieden zodat de leefomgeving kan w geoptimaliseerd
1. Methoden zodat hulpV inzichten, attituden, concrete vaardigheden kan
ontw zo kan de persoon optimaal functioneren & participeren in
leefomg
2. Methoden zodat leefomgeving inzichten, attituden en vaardigheden
verwerft
OF: fysieke leefomg hulpV aanpassen zodat de persoon beter kan
functioneren ondanks zijn stoornis
Het biomedisch model
Benadrukt sterk de stoornis & beperkingen (statistische norm: afwijkend & normaal)
Doel behandeling: afwijking moet terug normaal worden gebracht
Oorzaak-gevolgrelaties: hoe verklaren de fysieke oorzaken de uiterlijke ‘symptomen’?
Dit model: geen afwijkingen op biomedisch vlak: niet ziek fout denkmanier!
o “psychologische processen staan los van ziekteproces”
Uit biomedisch model: classificatiesystemen: benadrukken oorzaken aandoening
o Vb. ICD: International Classification of Diseases (van WHO)
Sensitivity: External
, Nu= international standard voor rapportering over ziekten en
gezondheidscondities in diagnostiek, behandeling & research
Biomedisch model: implicaties voor patiënt
o Geen eigen stem, geen inspraak, passieve rol
o “patiënt” iemand die lijdzaam ondergaat
George Engel 1977: stelt biomedisch model in vraag
Het sociale model
Iemand die aandoening als probleem ervaart = vaak samenleving die probleem creëert & niet
eigenschappen stoornis of persoon maatschappelijk probleem
o Samenleving: ontst overtuigingen dat mensen met een beperking onbekwaam zijn
om taken uit te voeren, MAAR in realiteit kunnen ze dit wel
o Door foutieve ideeën: minder kans om goed deel te nemen in de samenleving
Stoornis: bep door fysieke, mentale of sensorische afwijkingen niet perse grote
belemmeringen
Problemen zorgen wel voor dat de persoon minder kansen heeft om te participeren,
onvolkomenheden in de sociale organisatie
o Vb. iem in rolstoel: geen gebruik maken van openbaar vervoer komt doordat tram,
trein,… niet aangepast aan rolstoelgebruikers
Visie: infrastructuur aanpassen , samenleving sensibiliseren & misvattingen corrigeren
Invloed sociale model: aanpassingen biomedische model
o Nieuwe terminologie: personen die zwaar slechthorend zijn (en niet doven),
personen die stotteren (en niet stotteraars),…
‘person-first terminology’ klemtoon op persoon zelf & stoornis beschrijven die niet
impliceert dat persoon zelf is verandert
1.1.2 Het biopsychosociale model
Biomedische en sociale modellen evolueren naar
biopsychosociale model
o + beïnvloedende factoren vanuit individu zelf
Model: gezondheid & ziekte= resultaat van samenspel tss
biologische, persoonlijke en sociale factoren
LA: biopsychosociaal model: communicatie
LA: wil dat cliënt aangeleerde inzichten en vaardigheden
optimaal toepassen, verbeterde levenskwaliteit ook al is
communicatiestoornis blijvend
Therapeut werkt met fysieke, psychologische &
omgevingsfactoren= uniek voor iedere cliënt!
Niet effectief om voor een stoornis éénzelfde standaardbehandeling kiezen WANT cliënt=
uniek
WHO vertaalde dit model naar een ICF-model
o International Classification of Functioning, Disability and Health
Sensitivity: External