Wiskunde B hoofdstuk 2 havo 4
-Toenamediagrammen
Interval = een deel van de getallenlijn. Bijv. ⟨ 1,3⟩
Open Interval = bijv. ⟨ 1,3⟩ dan word en bedoeld alle getallen tussen 1 en 3
Gesloten interval = bijv. ⟨ 1,3⟩ dan worden de getallen 1 en 3 ook geteld.
Dit word dan aan gegeven met [ en ] haakjes.
Je gebruikt een pijltje = als je niet weet wanneer een lijn stopt met dalen of stijgen.
Je kan van een grafiek een toenamediagram hieronder volgen de stappen.
• Je maakt een tabel met boven de intervallen en onder het verschil van het interval.
• Je maakt een assenstelsel.
• Je kijkt naar het laatste getal van elke interval en dan naar het verschil.
• Je zet het verschil op de y-as en het laatste getal van het interval op de x-as.
!!LET OP!! Je trekt geen lijn tussen de punten het blijven stokjes met bolletjes op het einde.
-Gemiddelde verandering
Je kan de snelheid bepalen op 2 manieren.
• Gemiddelde snelheid over een bepaalde periode.
• De snelheid op 1 punt.
∆𝑠
Gemiddelde snelheid over een bepaalde periode bereken je door
∆𝑡
Differentiequotiënt = quotiënt = deling en differentie = verschillen of terwijl. Het betekend het
verschil delen.
Dit moet je ook kunnen als bijv. y nog niet bekend is door de functie te gebruiken.
Als je een snelheid op 1 moment wilt weten neem je de kleinste verandering bij je wilt de
verandering weten op het punt 10 sec dan neem je ook 10,01 seconde voor het verschil
-Raaklijn en hellinggrafieken
Een raaklijn kan helpen bij het vinden van de a in een tijd-afstand grafiek. Je raaklijn raakt alleen het
punt van de grafiek dat je wilt meten je neem dan van die lijn de a en zo weet je de a van dat punt
Raaklijn en richtingscoëfficiënt
dy
Je kan je richtingscoëfficiënt bereken door de formule = [ ]x = x
a
dx
WISKUNDE B HOOFDSTUK 2 HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN
-Toenamediagrammen
Interval = een deel van de getallenlijn. Bijv. ⟨ 1,3⟩
Open Interval = bijv. ⟨ 1,3⟩ dan word en bedoeld alle getallen tussen 1 en 3
Gesloten interval = bijv. ⟨ 1,3⟩ dan worden de getallen 1 en 3 ook geteld.
Dit word dan aan gegeven met [ en ] haakjes.
Je gebruikt een pijltje = als je niet weet wanneer een lijn stopt met dalen of stijgen.
Je kan van een grafiek een toenamediagram hieronder volgen de stappen.
• Je maakt een tabel met boven de intervallen en onder het verschil van het interval.
• Je maakt een assenstelsel.
• Je kijkt naar het laatste getal van elke interval en dan naar het verschil.
• Je zet het verschil op de y-as en het laatste getal van het interval op de x-as.
!!LET OP!! Je trekt geen lijn tussen de punten het blijven stokjes met bolletjes op het einde.
-Gemiddelde verandering
Je kan de snelheid bepalen op 2 manieren.
• Gemiddelde snelheid over een bepaalde periode.
• De snelheid op 1 punt.
∆𝑠
Gemiddelde snelheid over een bepaalde periode bereken je door
∆𝑡
Differentiequotiënt = quotiënt = deling en differentie = verschillen of terwijl. Het betekend het
verschil delen.
Dit moet je ook kunnen als bijv. y nog niet bekend is door de functie te gebruiken.
Als je een snelheid op 1 moment wilt weten neem je de kleinste verandering bij je wilt de
verandering weten op het punt 10 sec dan neem je ook 10,01 seconde voor het verschil
-Raaklijn en hellinggrafieken
Een raaklijn kan helpen bij het vinden van de a in een tijd-afstand grafiek. Je raaklijn raakt alleen het
punt van de grafiek dat je wilt meten je neem dan van die lijn de a en zo weet je de a van dat punt
Raaklijn en richtingscoëfficiënt
dy
Je kan je richtingscoëfficiënt bereken door de formule = [ ]x = x
a
dx
WISKUNDE B HOOFDSTUK 2 HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN