VERZOEKSCHRIFT TOT NIETIGVERKLARING
Brussel, 12 maart 2015
Raad van State
Griffie
Wetenschapsstraat 33
1040 Brussel
I. Verzoekende partij
De heer SEVRINUS Jan, zaakvoerder SEVRANCUS BVBA, wonende te
Kerkstraat 7, 8310 BALEGEM-ZUID;
Hebbende als raadsman KING Caitlin, advocaat, kantoor houdende te Pleinlaan 2
bus 206, 1050 ELSENE, waar keuze van woonplaats wordt gedaan.
De verzoekende partij kiest de Nederlandse taal als taal van de procedure.
II. Verwerende partij
Het VLAAMS GEWEST ‘Departement Werk en Sociale Economie’, gevestigd te
Koning Albert II-laan 35, bus 20, 1030 Brussel;
III. Voorwerp van het beroep
Verzoeker vordert de annulatie van de hem meegedeelde beslissing van 23
februari 2015, genomen door Vlaamse Minister bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid,
betreffende de definitieve weigering van de aanvraag voor arbeidsvergunning aan een
kandidaat-dienstbode van vreemde nationaliteit.
IV. Uiteenzetting van de feiten
Verzoeker SEVRINUS Jan, zaakvoerder van SEVRANCUS BVBA is reeds twee
jaar op zoek naar een inwonende dienstbode1, wat volgens hem een knelpuntberoep is.
SEVRINUS Jan wenst hiervoor een buitenlandse werknemer D.C. aan te nemen. D.C.
heeft een vreemde nationaliteit, verblijft reeds in België en heeft een tijdelijke
verblijfstitel tot 24 april 2015. D.C. is dus in legaal verblijf. Er werd een
arbeidsovereenkomst gesloten met Jan SEVRINUS. D.C. heeft arbeidskaart B nodig om
in België arbeid te mogen verrichten.
1
Art. 5 wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978,
9.277.
Caitlin King 0505288 groep 4 1
, Op 24 september 2014 dient Jan SEVRINUS bij het ‘Departement Werk en
Sociale Economie’ een aanvraag voor arbeidskaart B in tot tewerkstelling van een
vreemde werknemer, voorzien van alle wettelijk vereiste documenten.
Op 16 oktober 2014 volgt de weigeringsbeslissing van de aanvraag van de
arbeidsvergunning voor ‘Departement Werk en Sociale Economie’; VDAB beslist na
onderzoek dat er voldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn voor de beoogde
tewerkstelling (art. 8 KB 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april
1999).
Op 15 november 2014 dient SEVRINUS Jan een administratief beroep in bij de
Vlaams Minister bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid tegen de weigeringsbeslissing door
‘Departement Werk en Sociale Economie’, op basis van art. 9 en 10 wet 30 april 1999
betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Hierbij benadrukt de
verzoeker dat het een behartenswaardig geval betreft. Verzoeker vermeldt dat D.C. over
een attest Nederlandse taal beschikt dat werd behaald bij het Centrum voor
Volwassenonderwijs. D.C. is ook houder van een ‘Bachelor of Science in computer
Engineering’. Daarenboven benadrukt verzoeker dat de vacature reeds 18 maanden
openstaat.
Op 23 februari 2015 volgt een definitieve weigeringsbeslissing door de Minister
bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid inzake de aanvraag tot arbeidsvergunning steunend
op onderzoek VDAB (art. 8 KB 9 juni 1999), omdat D.C. geen onderdaan is van de
landen waarmee België een overeenkomst of akkoord heeft inzake de tewerkstelling van
werknemers en omdat de argumenten van SEVRINUS Jan onvoldoende relevant zijn om
eventueel bewijs te kunnen leveren om een afwijking van art. 8, 10 en 12 KB 9 juni 1999
te kunnen vaststellen. Verzoeker is echter van mening dat er niet is geantwoord op zijn
argumenten.
V. Uiteenzetting van de middelen
A. Wat betreft de ontvankelijkheid
Verzoeker SEVRINUS Jan is rechts- en handelingsbekwaam en kan bijgevolg in
rechte optreden.
Verzoeker is de persoon die de aanvraag indiende die geweigerd werd en beschikt
over de vereiste hoedanigheid op basis van art. 9 wet 30 april 1999 betreffende de
tewerkstelling van buitenlandse werknemers, hij is namelijk de werkgever wiens
arbeidsvergunning wordt geweigerd.
Verzoeker beschikt daarnaast ook over het vereiste persoonlijk, rechtstreeks,
griefhoudend, actueel en geoorloofd belang 2 in de zin van art. 19 RvS-wet vermits hij er
2
RvS 6 oktober 2010, nr. 207.944, VZW Waterstraatse velden en A. MAST, J.
DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, Overzicht van het Belgisch
Administratief Recht, Mechelen, Kluwer, 2014, 1198 e.v.
Caitlin King 0505288 groep 4 2
Brussel, 12 maart 2015
Raad van State
Griffie
Wetenschapsstraat 33
1040 Brussel
I. Verzoekende partij
De heer SEVRINUS Jan, zaakvoerder SEVRANCUS BVBA, wonende te
Kerkstraat 7, 8310 BALEGEM-ZUID;
Hebbende als raadsman KING Caitlin, advocaat, kantoor houdende te Pleinlaan 2
bus 206, 1050 ELSENE, waar keuze van woonplaats wordt gedaan.
De verzoekende partij kiest de Nederlandse taal als taal van de procedure.
II. Verwerende partij
Het VLAAMS GEWEST ‘Departement Werk en Sociale Economie’, gevestigd te
Koning Albert II-laan 35, bus 20, 1030 Brussel;
III. Voorwerp van het beroep
Verzoeker vordert de annulatie van de hem meegedeelde beslissing van 23
februari 2015, genomen door Vlaamse Minister bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid,
betreffende de definitieve weigering van de aanvraag voor arbeidsvergunning aan een
kandidaat-dienstbode van vreemde nationaliteit.
IV. Uiteenzetting van de feiten
Verzoeker SEVRINUS Jan, zaakvoerder van SEVRANCUS BVBA is reeds twee
jaar op zoek naar een inwonende dienstbode1, wat volgens hem een knelpuntberoep is.
SEVRINUS Jan wenst hiervoor een buitenlandse werknemer D.C. aan te nemen. D.C.
heeft een vreemde nationaliteit, verblijft reeds in België en heeft een tijdelijke
verblijfstitel tot 24 april 2015. D.C. is dus in legaal verblijf. Er werd een
arbeidsovereenkomst gesloten met Jan SEVRINUS. D.C. heeft arbeidskaart B nodig om
in België arbeid te mogen verrichten.
1
Art. 5 wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978,
9.277.
Caitlin King 0505288 groep 4 1
, Op 24 september 2014 dient Jan SEVRINUS bij het ‘Departement Werk en
Sociale Economie’ een aanvraag voor arbeidskaart B in tot tewerkstelling van een
vreemde werknemer, voorzien van alle wettelijk vereiste documenten.
Op 16 oktober 2014 volgt de weigeringsbeslissing van de aanvraag van de
arbeidsvergunning voor ‘Departement Werk en Sociale Economie’; VDAB beslist na
onderzoek dat er voldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn voor de beoogde
tewerkstelling (art. 8 KB 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april
1999).
Op 15 november 2014 dient SEVRINUS Jan een administratief beroep in bij de
Vlaams Minister bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid tegen de weigeringsbeslissing door
‘Departement Werk en Sociale Economie’, op basis van art. 9 en 10 wet 30 april 1999
betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Hierbij benadrukt de
verzoeker dat het een behartenswaardig geval betreft. Verzoeker vermeldt dat D.C. over
een attest Nederlandse taal beschikt dat werd behaald bij het Centrum voor
Volwassenonderwijs. D.C. is ook houder van een ‘Bachelor of Science in computer
Engineering’. Daarenboven benadrukt verzoeker dat de vacature reeds 18 maanden
openstaat.
Op 23 februari 2015 volgt een definitieve weigeringsbeslissing door de Minister
bevoegd voor Tewerkstellingsbeleid inzake de aanvraag tot arbeidsvergunning steunend
op onderzoek VDAB (art. 8 KB 9 juni 1999), omdat D.C. geen onderdaan is van de
landen waarmee België een overeenkomst of akkoord heeft inzake de tewerkstelling van
werknemers en omdat de argumenten van SEVRINUS Jan onvoldoende relevant zijn om
eventueel bewijs te kunnen leveren om een afwijking van art. 8, 10 en 12 KB 9 juni 1999
te kunnen vaststellen. Verzoeker is echter van mening dat er niet is geantwoord op zijn
argumenten.
V. Uiteenzetting van de middelen
A. Wat betreft de ontvankelijkheid
Verzoeker SEVRINUS Jan is rechts- en handelingsbekwaam en kan bijgevolg in
rechte optreden.
Verzoeker is de persoon die de aanvraag indiende die geweigerd werd en beschikt
over de vereiste hoedanigheid op basis van art. 9 wet 30 april 1999 betreffende de
tewerkstelling van buitenlandse werknemers, hij is namelijk de werkgever wiens
arbeidsvergunning wordt geweigerd.
Verzoeker beschikt daarnaast ook over het vereiste persoonlijk, rechtstreeks,
griefhoudend, actueel en geoorloofd belang 2 in de zin van art. 19 RvS-wet vermits hij er
2
RvS 6 oktober 2010, nr. 207.944, VZW Waterstraatse velden en A. MAST, J.
DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, Overzicht van het Belgisch
Administratief Recht, Mechelen, Kluwer, 2014, 1198 e.v.
Caitlin King 0505288 groep 4 2
