Moeilijkheid van kwaliteit te beoordelen: Elke persoon is anders!
Er is geen één juist voorschrift voor de ganse populatie.
Screening (1)
• Risico’s
- Vermoeidheid - Omgeving - Training vs. wedstrijd
- Geslacht - Uitrusting - Gedrag
- Leeftijd - Bescherming ➔ Situatie
- Gewicht ➔ Extrinsieke risicofactoren
- Laxiteit
- Slaap
- Voeding
- Kracht
- Blessures uit verleden
➔ Intrinsieke risicofactoren (niet-aanpasbaar en aanpasbaar)
1. Waarom een bewegingsscreening uitvoeren?
→ opsporen van (intrinsieke) risicofactoren om letsels eventueel te voorkomen
→ op basis van gevonden ’bewegingsdeficieten’ samenstelling programma
▪ Elk (sport)letsel, acuut of overbelasting, is het gevolg van een
samenloop van verschillende extrinsieke en intrinsieke risicofactoren en
! (biomechanische) omstandigheden van de sportactiviteit. Eén
risicofactor op zich leidt zelden of nooit tot een (sport)letsel.
▪ ONS DOEL: mensen gezond, veilig & efficiënt laten bewegen,
maar vooral duurzaam laten bewegen.
1.1 Kinesiopathologie
- Verschillende bewegingspatronen in verband brengen met belasting op
specifieke anatomische structuren of lichaamsdelen.
- Onaangepaste bewegingspatronen in pathologische populaties.
- Veranderingen in bewegingspatronen bij personen die verwondingen oplopen.
- Verbeterde klinische resultaten en verminderd letselrisico met specifieke
trainingsprogramma's gericht op verbetering van bewegingspatronen.
Pagina 1 van 61
, 1. Vaststellen van omvang van het letselprobleem
2. Vaststelling van etiologie en mechanisme van blessures
3. Invoering van een preventieve maatregel
4. Beoordelen van de effectiviteit door stap 1 te herhalen
Ken de blessures van je eigen sport!
1.2 Preventie
- Primaire preventie: ‘voor het letsel‘
= het voorkomen van een letsel -> TRAINER!
! - Secundaire preventie: ‘na het letsel‘
= verergering vermijden/vroegtijdig ingrijpen
- Tertiaire preventie:
= nodige aanpassingen om recidief (= herval) te voorkomen (revalidatie)
Primair/secundair: een simpel, gebruiksvriendelijk bewegingsassessment om grote
bewegingsdeficits op te sporen en eventueel de nood aan (para)medische hulp in te
schakelen (doorverwijzing).
Tertiair: na afloop van het curatieve luik, op een correcte manier kunnen inschatten en
kunnen handelen naar de belastbaarheid van de cliënt.
2. Welke tests gebruik ik?
• Bovenste ledematen • Onderste ledematen
- Anteflexie - Unipodale stand
- Functionele exo- & endorotatie - Bipodale squat
- Abductie – exorotatie + thoracale rotatie - Unipodale squat
- Scapulaire dyskinesie test - Bipodale drop jump
- Side hop
- Triple hop jump
• Intrinsieke neuromusculaire risicofactoren onderste lidmaat
- Contralateral pelvic drop
Het probleem zit rechts maar het zakt links af (contralateraal = andere zijde)
- Femoral adduction
- Knee valgus
Welke testen zou jij kiezen voor je cliënt? Pagina 2 van 61
,• Inhoud (preventie)training
- Algemene krachttraining
- Proximale controle oefeningen
- Bewegingseducatie
- Plyometrie
- Balanstraining
- Agilitytraining
• Taak trainer/coach
- Communicatie (atleet & omkadering)
- Opvolging bewegingsstrategie & preventieprogramma
- Doorverwijzing -> (para)medicus
- Cruciale rol in primaire-secundaire preventie
Trainingsbelasting monitoren!
Compensatiestrategieën (bewegingsdeficits) testen?/herkennen!
Lateral step down Uni/bipodale drop jump
Pagina 3 van 61
, Inspectie (2)
• Globale inspectie
Wordt gekeken hoe de algemene houding van de cliënt is in diverse vlakken.
• Lokale inspectie
Wordt per regio gekeken de specifieke houdingen.
Men moet steeds de bevindingen van de inspectie terugkoppelen aan
elementen uit de anamnese. Niet elke houdingsafwijking hoeft
noodzakelijk te leiden tot klachten! Het is belangrijk te kijken naar
symmetrie of asymmetrie tussen de linker- en rechter lichaamszijde.
Tijdens de inspectie moet steeds worden nagegaan of de patiënt in de
mogelijkheid is om de houding te corrigeren en wat de invloed daarvan is.
Wat valt op?
We spreken pas van een pathologie (blessure) wanneer het gepaard gaat met pijn.
1. Bovenste lidmaat
• Normale positie scapula
- Beide scapulae tussen T2 en T7
- Angulus superior thv T2-3
- Anglus inferior thv T7-8
- Volledig tegen thorax
- Mediale rand ongeveer parallel met de WZ
- Mediale rand +/- 3 vingers (6cm) verwijderd van processi spinosi
- Spina scapulae loopt van caudo-mediaal naar cranio-lateraal
- Angulus inferior iets meer naar lateraal t.o.v. angulus superior (opwaartse rotatie)
1.1 Winging scapula (scapula alata)
= gehele mediale rand van de scapula verwijderd van de thorax.
Vaak prominenter tijdens beweging.
• Oorzaak
- N. Thoracic Longus door val of zware virale infectie (zenuwschade)
- Zwakte m. Serratus Anterior
→ DOORVERWIJZEN (neuroloog + EMG test)
1.2 Pseudowinging (tilting) scapula
= angulus inferior van de scapula verwijderd van de thorax.
Vaak prominenter bij beweging.
• Oorzaak
- Zwakte m. Serratus Anterior
- M. Lower Trapezius
- Posterieur kapsel? Pagina 4 van 61
→ DOORVERWIJZEN?