Economie Vandaag 2015 – Kyra Elst
HOOFDSTUK 2
1. De conjunctuur
• Na de Tweede Wereldoorlog: technologische vooruitgang permanente groei
• Uitzonderingen
o 1958: ?
o 1975: oliecrisis
o 1981: oliecrisis
o 1993: val consumentenvertrouwen
o 2009: val consumentenvertrouwen
1.1. Beschrijving
• Conjunctuurbeweging: een periode van snellere en tragere economische groei
• Hoogconjunctuur: groeivoeten hoger dan trend
• Laagconjunctuur: groeivoeten lager dan trend
• Periodes
o Expansie: groeivoet neemt toe (boven trend)
o Boom: hoogtepunt
o Contractie: groeivoet neemt af (boven trend)
o Neergang: groeivoet neemt af (onder trend)
o Herstel: groeivoet neemt toe (onder trend)
o Recessie: minstens 2 kwartalen negatieve groei
2012: meer werkloosheid minder vertrouwen
Eurozone was 1,5 jaar in recessie
o Double dip: twee recessies achter elkaar
o Depressie: een aantal jaren negatieve groei
• Economische activiteit meten: reëel bbp
• Conjunctuurindicatoren: nationale rekeningen zijn niet onmiddellijk beschikbaar
Houden verband met economie, conjunctuurgevoelig, snel ter beschikking
o Enkelvoudige conjunctuurindicatoren
Leading indicatoren: bouw, invoer
Lagging indicatoren: investeringen, arbeidsmarktcijfers (werkloosheid)
Coïncidente indicatoren: elektriciteitsverbruik, uitvoer, omzet
kleinhandel
o Synthetische conjunctuurindicatoren
Kwalitatieve of vertrouwensindicator (loopt 1 à 2 maanden vooruit):
Ondernemersvertrouwen: enquête bij 6000 bedrijfsleiders
Consumentenvertrouwen: bevraagt vooruitzichten economische
situatie, werkloosheid, eigen financiële situatie, sparen
Kwantitatieve indicator: OESO: CLI-index (loopt 6 tot 9 maanden vooruit)
Vroeger G8, nu G7: Rusland eruit door boycot
HOOFDSTUK 2
1. De conjunctuur
• Na de Tweede Wereldoorlog: technologische vooruitgang permanente groei
• Uitzonderingen
o 1958: ?
o 1975: oliecrisis
o 1981: oliecrisis
o 1993: val consumentenvertrouwen
o 2009: val consumentenvertrouwen
1.1. Beschrijving
• Conjunctuurbeweging: een periode van snellere en tragere economische groei
• Hoogconjunctuur: groeivoeten hoger dan trend
• Laagconjunctuur: groeivoeten lager dan trend
• Periodes
o Expansie: groeivoet neemt toe (boven trend)
o Boom: hoogtepunt
o Contractie: groeivoet neemt af (boven trend)
o Neergang: groeivoet neemt af (onder trend)
o Herstel: groeivoet neemt toe (onder trend)
o Recessie: minstens 2 kwartalen negatieve groei
2012: meer werkloosheid minder vertrouwen
Eurozone was 1,5 jaar in recessie
o Double dip: twee recessies achter elkaar
o Depressie: een aantal jaren negatieve groei
• Economische activiteit meten: reëel bbp
• Conjunctuurindicatoren: nationale rekeningen zijn niet onmiddellijk beschikbaar
Houden verband met economie, conjunctuurgevoelig, snel ter beschikking
o Enkelvoudige conjunctuurindicatoren
Leading indicatoren: bouw, invoer
Lagging indicatoren: investeringen, arbeidsmarktcijfers (werkloosheid)
Coïncidente indicatoren: elektriciteitsverbruik, uitvoer, omzet
kleinhandel
o Synthetische conjunctuurindicatoren
Kwalitatieve of vertrouwensindicator (loopt 1 à 2 maanden vooruit):
Ondernemersvertrouwen: enquête bij 6000 bedrijfsleiders
Consumentenvertrouwen: bevraagt vooruitzichten economische
situatie, werkloosheid, eigen financiële situatie, sparen
Kwantitatieve indicator: OESO: CLI-index (loopt 6 tot 9 maanden vooruit)
Vroeger G8, nu G7: Rusland eruit door boycot