2 grote soorten redeneren
• 1e soort: Deductie:
• Dwingende conclusie volgt uit algemene premissen over een specifiek geval:
m.a.w. als deductie volgens de regels van de kunst verloopt is de conclusie per
definitie juist
• Syllogisme (vb. zie verder): aantal premissen en hieruit dwingende conclusies
trekken
• 2e soort: Inductie
• Waarschijnlijke algemene conclusie die wordt getrokken obv. specifieke
premissen: !belangrijk = ‘waarschijnlijk’: inductie is niet per definitie een sluitende
redenering!
• Berust op veralgemening: bv. alle raven die je gezien hebt zijn zwart = je gaat
concluderen dat alle raven zwart zijn ook al heb je ze niet allemaal gezien,
covariatie: wanneer kenmerk a aanwezig is, gaat dit stelselmatig gepaard met
aan- of afwezigheid van kenmerk b?, bv. bevinding in tijdschrift: als ouders licht te
veel aanlaten ’s nachts bij kinderen dat er een grotere kans is dat de kinderen
bijziendheid ontwikkelen => statistisch gezien klopt dit! MAAR covariatie is te
verklaren door 3e oorzakelijke variabele: ouders die bijziend zijn zijn meer geneigd
het licht aan te laten (om dingen te kunnen zien) en ze geven genetisch de
bijziendheid door! (zowel licht aanlaten als bijziendheid van de kinderen wordt
verklaard door bijziendheid van de ouders) dus we moeten oppassen met covariatie
: correlatie is geen causaliteit!, causale inferenties: zie sociale psychologie:
consensus, consistentie en distinctiviteit => leidt tot intern/extern en situationeel
beoordelen van de oorzaak, analogie (bv. proeven muizen => conclusies mensen:
dit is een analoge redenering!)
Deductie vs. inductie
Filosofisch onderscheid wordt neurofysiologisch weerspiegeld (GOEL & DOLAN, 2004):
o Inferieure prefrontale cortex sterker geassocieerd met deductie dan met inductie;
syntactische verwerking(grammaticale aspect van taal), fonologisch werkgeheugen
o Dorsolaterale prefrontale cortex sterker geassocieerd met inductie; belangrijk voor onze
semantische kennis (wat we weten over de wereld)
Onlogisch redeneren: inductie
We moeten oppassen met inductieve redeneringen!
Appelblauw-zeegroen: aantal echtscheidingen in VS, Oranje: gemiddeld gebruik van margarine
per persoon in VS =>r =0.99 (bijna perfecte correlatie) maar natuurlijk geen enkel oorzakelijk
verband tussen de twee: correlaties moet je kritisch bekijken!