Samenvatting ergotherapie fysieke revalidatie kinderen

FYSIEKE REVALIDATIE KINDEREN
LES 1
CEREBRALE PARESE

= cerebraal  hersenen, parese  verlamming

 Groep stoornissen van motorische controle en houding
 Non-progressieve stoornis binnen CZS met motorische effecten (soms ook sensorisch)
 Veroorzaakt tot 2 jaar na de geboorte (vanaf dan spreekt men van een NAH)

AANDACHTSPUNTEN BEGELEIDING

 Vroegbegeleiding is zeer belangrijk bij kinderen met CP
 Focus leggen op verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, hulp durven vragen waar nodig, assertief
zijn
 Mobiliteit en communicatie zijn zeer belangrijk om zelfstandig te kunnen zijn  exploreren
 Handelen op zich is heel belangrijk (ergo-taak)
 Kansen geven

F-WOORDEN

 Favoriete woorden in de
kinderrevalidatie:
o Function (functionaliteit)
o Family
o Fitness (fitheid)
o Friends
o Fun
o Future
 Gebaseerd op het ICF
 Resultaat van kritische houdingen ten
aanzien van gezondheid
 F-woorden zijn toegankelijker voor kinderen, jongeren en cliëntsysteem
o Mee nadenken over te ondernemen acties
o Betrokkenheid vergroten
 Bieden cliënt en cliëntsysteem kans om mee te denken en actie te ondernemen


FUNCTION
 Wat doen mensen?
 Hoe functioneren mensen?
 Belangrijk voor de therapeut
o Holistische benadering
o Normale ontwikkeling is leidraad, niet de norm
o Stimuleren om activiteit uit te voeren (hoeft niet op “normale” manier


FAMILY

,  Essentieel onderdeel van leven van kinderen met een beperking
 Klachten, bezorgdheden en realiteiten
 Samenwerken met gezin  kennen het kind het best


FITNESS
 Kinderen met beperking zijn minder fit
 Positieve/negatieve factoren voor de fitheid
 Lage fysieke fitheid wordt geassocieerd met aandoeningen
 Fysieke fitheid verbeteren door duurzame lichamelijke activiteiten


FRIENDS
 Sociale ontwikkeling is onmisbaar in vorming eigen persoonlijkheid  stimuleren
 Virtuele omgevingen zijn betekenisvol geworden  bewust leren omgaan hiermee


FUN
 Plezier is verbonden met bepaald niveau van participeren
 Nagaan wat kinderen willen doen
 Activiteiten kenbaar maken en promoten
 Factoren die deelname aan vrijetijdsactiviteiten beïnvloeden:
o Persoonsfactoren
o Gezinsfactoren
o Omgevingsfactoren


FUTURE
 Nadenken over toekomst van kind vanaf start behandeling
o In samenspraak met ouders
 Ouders met hoge toekomstverwachtingen bieden meer ondersteuning, kansen en aanmoedigingen


FYSIEKE REVALIDATIE KINDEREN:
FAMILY CENTERED PRACTICE
BLIK OP CP

 Invloed van hoe we denken over CP
o Als je ervan uitgaat dat ze niet veel kunnen  overnemen
o Actieve modificatie nodig ipv passieve acceptatie
o Informatie doorgeven en omgeving betrekken is essentieel

, THEORIE

 FCP
o Bestaat uit reels waarden, attitudes en benaderingen van diensten
o Erkent dat iedere familie uniek is
o Dat de familie een constante is in het leven van het kind en betrokken moet worden
 Efficiëntie van de ondersteuning:
o De therapeut zich inpast in de dagelijkse planning van het gezin
 Wat wil je zien? Wanneer vindt dit plaats?
o De ouders betrokken zijn bij het opstellen van doelen
 Wat vinden zij prioritair?  automatisch meer initiatief
o De ouders betrokken zijn bij de therapiesessies
 Niet iedere sessie  te veel belasting gezinsleven
o Er een respectvolle relatie bestaat tussen de ouders en de therapeut
o Er aandacht is voor de broers en zussen (brussen)
 Vaak gaat extra aandacht naar kind met beperking  lastig voor brussen
o Er transparante communicatie is met de school, verzorgenden, …
o De therapeut de rituelen, waarden en normen van het gezin kent en begrijpt
 Effecten FCP op ouders
o Meer tevreden en voelen zich geestelijk beter
o Minder stress in omgang met zorgverleners
 Zorgverleners kunnen
o Expertise overdragen  vergroot participatie
o Bijdragen versterking gezinsfunctioneren
o Rekening houden met harmonie tussen ouders, kind en brussen

EARLY INTERVENTION

 = vroegbegeleiding  belangrijk  CP ontstaat bij de geboorte
 Beperkt onderzoek naar early intervention
o Motorische verbetering indien de therapie doelgericht en intensief is
 Kinderen met CP vormen heterogene groep
o Plaats, tijd en grootte laesie kunnen zeer verschillend zijn
 Verschil in geassocieerde neuropathologie
 Verschil in neuroplasticiteit
 Studie kinderen met risicovolle ontwikkeling zonder CP
o Meer effect op de cognitieve dan motorische ontwikkeling  cognitie heeft meer invloed dan
motoriek  cognitief sterk zijn zorgt ervoor dat het makkelijker is om in dialoog te gaan

GAME: GOALS ACTIVITY MOTOR ENRICHMENT

 Motor training
o Doelen worden aanvankelijk bepaald door de ouders
o Therapeut legt uit hoe het kind handelt en beweegt
o Aanpak en training worden bepaald in functie van de vooropgestelde doelen
 Doelgericht