DEEL II – ONTWERPASPECTEN
Inleiding
• Het lichtontwerp is in de eerste plaats DAGLICHT-ontwerp:
(1) Gebruikscomfort vergroten
a. Het nodige daglicht voorzien (taakafhankelijk);
b. De gewenste sfeer creëren en visuele concentratie behouden;
(2) Energievraag voor verlichting en koeling reduceren
(3) Daglicht in architectuur integreren (bouwmateriaal)
→ toetsen!
• Cruciaal om visueel comfort te garanderen:
• Optimalisatie van geveleigenschappen
o U-waarden
o G-waarden
o Visuele transmissie van de gevel
o Het welbevinden van de gebouwgebruikers
• Elektrisch vermogen = hoeveelheid energie per tijdseenheid (J/s of W)
• Elektrisch verbruik = gemiddeld vermogen over een bepaalde tijd (Wh)
• Daglichtontwerp veronderstelt een geïntegreerde aanpak: daglichtplanning + binnenklimaattechnologie
1. Vereisten verlichting
1. Kwantitatieve eisen = adequaatheid van verlichting
• Afhankelijk van:
o Taak; detail, tijdsduur
o Leeftijd; ouderen hebben meer lichtsterkte nodig
• Hoeveel verlichting?
o Voor woningen: aanbevelingen = geen normen
Onderscheid tussen omgevingsverlichting en taakverlichting: gelijkmatige spreiding van
verlichting te verzekeren
o Wel normen voor:
Binnenwerkplekken: Code van goede praktijk voor binnenverlichting.
→ te verzekeren verlichtingssterkte (Em)
→ uniformiteit (Uo)
→ max. eengemaakte verblindingsgraad (RUGL)
→ kleurweergave-index (Ra)
, →3 zones voor verlichting à duidelijk vastleggen in het ontwerp!
• Werkzone: taakoppervlak
• Onmiddellijk aangrenzende zone: 0,5m rond werkzone
• Achtergrond: min. 3m na onmiddellijk aangrenzende zone
Werkplekken buiten
Integrale verlichting van machines
Noodverlichting
Noodevacuatieverlichting + vervangingsverlichting
Evacuatiewegen zijn dan beter herkenbaar
Hulp- en blusmiddelenzijn gemakkelijker te lokaliseren
In alle gebouwen uitzondering van eengezinswoningen
Een eigen energievoorziening: decentraal of centraal
Moet regelmatig getest en onderhouden worden
Doorgaans hoger opgehangen
Ook aan de buitenkant van het gebouw
Sportverlichting
Emax en Emin maximale en minimale verlichtingssterkte [lx]= resp. maximale en minimale verlichtingssterkte op de
representatieve punten van het gespecificeerde oppervlak
E gemiddelde verlichtingssterkte [lx] = gemiddelde verlichtingssterkte op het gespecificeerde oppervlak
Cilindrische verlichtingssterkte [lx]
Visuele communicatie: gezichtsherkenning Kantoor: 50lx tot h=1,20m
Scholen en vergaderruimtes: 150lx tot h=1,20m + U0 ≥ 0,10
2. Kwalitatieve eisen = geschiktheid van verlichting
• Afhankelijk van:
o Kleurweergave
o Psychologische en esthetische effecten
o Gerichtheid
Directe verlichting: direct gericht (spotlampen e.d.) accent, duidelijke contouren
Indirecte verlichting: reflectie via wandvlakken, plafond,… om licht in de ruimte te spreiden,
omgevingsverlichting, min 80cm onder plafond
Diffuse verlichting: filtering licht + lichtspreiding in alle richtingen (diffusor)