Thema 1: De gehandicaptenzorg als organisatie
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) richt zich op het verbeteren van de
gezondheid van de wereldbevolking, maar houdt zich ook bezig met classificaties
(indelingen)
WHO betrok hier eerst niet de ziekten bij die niet volledig genazen. In 1980 werd er
een aanvullende classificatie ontwikkeld Internationale classificatie van
stoornissen, beperkingen en handicaps Bevat belangrijke ordeningsprincipe voor
de gevolgtoestanden van ziekte.
Vervolgens nog vernieuwd In het engels is het International Classification of
Functioning, Disability and Health (ICF) Beperkingen worden gezien in relatie
met zijn omgeving
Stoornis Defect of het ontbreken van een orgaan of een orgaanfunctie altijd
objectief en op orgaanniveau Zal tekorten opleveren in het uitvoeren van
vaardigheden Functioneren verstoord.
Kan voorkomen op het gebied van: cognitie, zintuigen, taal, organen en ledematen.
Beperking Kan het gevolg zijn van een stoornis moeilijkheden die iemand
heeft ten aanzien van gedrag of het uitvoeren van activiteiten. Voorbeeld:
mobiliteitsbeperking.
Kunnen in zekere mate gecompenseerd worden met hulpmiddelen bril, orthesen,
rolstoel, aanpassingen in woning.
Kan voorkomen op het gebied van: communicatie, verzorging, lichaamsbeweging,
vaardigheden, gedrag.
Handicap Nadelige positie die iemand met een beperking heeft in de
maatschappij participatieprobleem als gevolg van een stoornis of beperking. Per
persoon wordt dit anders ervaren.
Kan voorkomen op het gebied van: scholing, arbeid, sociale leven,
vrijetijdsbesteding.
Mensen met een beperking kunnen steeds beter functioneren in de maatschappij
waardoor ‘’beperking’ een voorkeur heeft in plaats van ‘’handicap’’.
Bij een verstandelijke beperking gaat men uit van het ontwikkelingsniveau van
mensen met een verstandelijke beperking Er dient sprake te zijn van een
aantoonbaar lager IQ (lager dan 70) in combinatie met beperkingen op het gebied
van conceptuele vaardigheden(taal, lezen, schrijven), sociale vaardigheden en/of
praktische vaardigheden( Hulpmiddelen kunnen gebruiken, werken, reizen).