Casus 1: osteosynthese femurhalsfractuur
Anamnese:
1. Wat is nu het belangrijkste probleem?
2. Functionele status voor de fractuur?
3. Sociale status en woonomgeving?
4. Ooit letsel gehad dat de revalidatie zou kunnen beïnvloeden?
5. Heeft de patiënt veel pijn?
6. Inschatten van coöperatie en angst van de patiënt voor kine?
7. Verwachtingen van de patiënt tov kine
Inspectie:
1. Houding van het aangedane lichaamsdeel?
2. Verband – drainage?
3. Algemeen voorkomen van de patiënt?
Klinisch onderzoek:
1. Ademhalingsfunctie
2. Bezenuwing
3. Oedeem
4. Spierfunctie BL en OL
5. DVT: diep veneuze trombose
6. Mobiliteit
7. Neuromusculaire controle mm. Gluteï
8. Coöperatie (ingesteldheid)
Behandeling
1) Informatie geven: Heeft de patiënt de info begrepen?
2) Preventie van complicaties: DVT voorkomen door een lichte contractie van M. triceps
surae
3) Controle houding van onderlichaam: eventueel herhaling geven met aandacht voor
de hoogstand
4) Mobilisatie: knieflexie, aanmoedigen tot zelfactiviteit (actief, activopassief en passief)
5) Spierbalans: tonus verhogen van fasische spieren (vast med, quadriceps en gluteï)
aanleren en controleren of de contracties beter worden.
Vervolg:
1. Zo snel mogelijk leren zitten en staan, leren stappen met ambulator (partiële
belasting) -> snel overstappen naar krukken
2. Balanscontroles
3. Aanleren van goed marchpatroon
4. Regelmatig nakijken of er niet over of onder belast wordt
5. Bij verbetering leren traplopen met leuning?
, Casus 2: heupprothese trochanter fractuur
Anamnese:
Oorzaak van val
Functionele status voor de fractuur?
Sociale status en woonomgeving?
Ooit letsel gehad dat de revalidatie zou kunnen beïnvloeden?
Heeft de patiënt veel pijn?
Inschatten van coöperatie en angst van de patiënt voor kine?
Verwachtingen van de patiënt tov kine
Inspectie:
Houding van het aangedane lichaamsdeel?
Verband – drainage?
Algemeen voorkomen van de patiënt?
Doorligwonden aanwezig?
Klinisch onderzoek:
Ademhalingsfunctie en hartfunctie
Bezenuwing
Oedeem
Spierfunctie BL en OL
DVT: diep veneuze trombose
Mobiliteit
Neuromusculaire controle
Coöperatie (ingesteldheid)
Behandeling: 4X per dag
1) Informatie geven: aan patiënt of familieleden
2) Preventie van complicaties: DVT massage kuiten en mobilisaties
3) Expectoratieoefeningen : ademhalingsoefeningen
4) Controle op doorligwonden & vroegtijdig in zetel op zitten
5) Contact optimaliseren van patiënt om ziekenhuisverwarring te voorkomen
6) Controle houding OL
Vervolg: 2x per dag
Anamnese:
1. Wat is nu het belangrijkste probleem?
2. Functionele status voor de fractuur?
3. Sociale status en woonomgeving?
4. Ooit letsel gehad dat de revalidatie zou kunnen beïnvloeden?
5. Heeft de patiënt veel pijn?
6. Inschatten van coöperatie en angst van de patiënt voor kine?
7. Verwachtingen van de patiënt tov kine
Inspectie:
1. Houding van het aangedane lichaamsdeel?
2. Verband – drainage?
3. Algemeen voorkomen van de patiënt?
Klinisch onderzoek:
1. Ademhalingsfunctie
2. Bezenuwing
3. Oedeem
4. Spierfunctie BL en OL
5. DVT: diep veneuze trombose
6. Mobiliteit
7. Neuromusculaire controle mm. Gluteï
8. Coöperatie (ingesteldheid)
Behandeling
1) Informatie geven: Heeft de patiënt de info begrepen?
2) Preventie van complicaties: DVT voorkomen door een lichte contractie van M. triceps
surae
3) Controle houding van onderlichaam: eventueel herhaling geven met aandacht voor
de hoogstand
4) Mobilisatie: knieflexie, aanmoedigen tot zelfactiviteit (actief, activopassief en passief)
5) Spierbalans: tonus verhogen van fasische spieren (vast med, quadriceps en gluteï)
aanleren en controleren of de contracties beter worden.
Vervolg:
1. Zo snel mogelijk leren zitten en staan, leren stappen met ambulator (partiële
belasting) -> snel overstappen naar krukken
2. Balanscontroles
3. Aanleren van goed marchpatroon
4. Regelmatig nakijken of er niet over of onder belast wordt
5. Bij verbetering leren traplopen met leuning?
, Casus 2: heupprothese trochanter fractuur
Anamnese:
Oorzaak van val
Functionele status voor de fractuur?
Sociale status en woonomgeving?
Ooit letsel gehad dat de revalidatie zou kunnen beïnvloeden?
Heeft de patiënt veel pijn?
Inschatten van coöperatie en angst van de patiënt voor kine?
Verwachtingen van de patiënt tov kine
Inspectie:
Houding van het aangedane lichaamsdeel?
Verband – drainage?
Algemeen voorkomen van de patiënt?
Doorligwonden aanwezig?
Klinisch onderzoek:
Ademhalingsfunctie en hartfunctie
Bezenuwing
Oedeem
Spierfunctie BL en OL
DVT: diep veneuze trombose
Mobiliteit
Neuromusculaire controle
Coöperatie (ingesteldheid)
Behandeling: 4X per dag
1) Informatie geven: aan patiënt of familieleden
2) Preventie van complicaties: DVT massage kuiten en mobilisaties
3) Expectoratieoefeningen : ademhalingsoefeningen
4) Controle op doorligwonden & vroegtijdig in zetel op zitten
5) Contact optimaliseren van patiënt om ziekenhuisverwarring te voorkomen
6) Controle houding OL
Vervolg: 2x per dag