ROME
De Romeinse oudheid
• Voorgeschiedenis: de Etrusken (8ste-1ste eeuw v.C.)
• De Romeinse republiek ( 509-27 v. C.)
• Het keizerrijk (27v. C. -395 n. C.)
• De laatantieke periode (293-395 n. C.) (vroegchristelijke kunst)
1. Wie waren de Etrusken?
De Etrusken waren een zeevarend volk dat Centraal-Italië domineerde voor de Romeinse heerschappij. In de 7e-
6e E v. Chr. beleefde de Etruskische beschaving een grote bloei. Ze stonden in nauw contact met de Griekse
koloniën in Italië, maar hun cultuur onderging duidelijk ook de invloed van handelscontacten met het Oosten.
De Romeinse cultuur zal heel wat van de Etrusken overnemen.
Rome werd lang door Etruskische koningen overheerst. Rond 500 v. C. zou de laatste Etruskische koning verdreven
zijn, maar de invloed van de Etrusken op de Romeinse cultuur blijft zeer groot. Uiteindelijk gaat de Etruskische
cultuur op in de Romeinse.
De Etrusken stonden bekend om hun hoogstaande edelsmeedkunst, en ook op het vlak van architectuur waren
ze vergevorderd: de Romeinen nemen onder andere het gebruik van gietbeton, de constructie van gewelven,
aquaducten en riolering van hen over. De archeologie leert ons dat de Etrusken een groot belang hechtten aan
het hiernamaals. Zo zouden de gladiatorenspelen van de Romeinen bijvoorbeeld afgeleid zijn van Etruskische
dodenrituelen.
2. Bespreek de Etruskische kunst
Uit de levendige fresco’s die we in grafkamers terugvinden spreekt een grote levenslust: banketten, zang- en
dans, jachtpartijen,… Opvallend is ook de schijnbaar gelijke positie van man en vrouw, die liefdevol samen
worden afgebeeld. Het belang van de dodencultus zou ook kunnen verklaren waren de Etrusken zo’n grote
interesse voor realistische portretten hadden. Die interesse nemen de Romeinen van hen over.
De afbeelding van de menselijke figuur heeft veel eigenschappen gemeen met de Griekse (bijv. contraposto,
gestileerd haar), maar verschilt ervan doordat de figuren minder geïdealiseerd, naturalistische zijn. Ook het naakt
is ongebruikelijk. De Etrusken waren verder meesters van de metaalbewerking, zoals blijkt uit vele erg
gedetailleerde bronzen sculpturen en de grafvondsten van prachtige juwelen.
3. Sacrofaag van de echtgenoten, ca. 520 v. C., terracotta, Etruskische beschaving
1
, 4. De Capitolijnse wolvin, brons, ca 500 v. C., Etruskische beschaving
5. Mars van Todi, brons, ca 500 v. C., Etruskische beschaving
6. Chimaera van Arezzo, brons, 4de eeuw v. C.
7. Vat in enkele zinnen de politieke structuur van Rome voor en tijdens de republiek samen.
De stadstaat Rome zou gesticht zijn in de 8e E v. C.. De vroegste geschiedenis van de stad kennen we alleen maar
uit legenden. Rond 500 v. C. werd de laatste koning uit Rome verjaagd en werd het een republiek (res publica =
‘zaak van het volk’).
Rome werd geleid door twee consuls die jaarlijks verkozen werden en door een senaat waarin leden van de
adellijke families zetelden.
8. De Romeinse cultuur wordt gekenmerkt door syncretisme. Leg dit uit.
Typisch voor de Romeinse veroveringspolitiek was dat ze de godsdienst en cultuur van de veroverde volkeren in
veel gevallen toestonden hun eigen cultuur te integreren (Griekenland is daarvan het meest extreme voorbeeld).
De Romeinse kunst wordt dan ook gekenmerkt door syncretisme (= het samensmelten van verschillende stijlen)
2
De Romeinse oudheid
• Voorgeschiedenis: de Etrusken (8ste-1ste eeuw v.C.)
• De Romeinse republiek ( 509-27 v. C.)
• Het keizerrijk (27v. C. -395 n. C.)
• De laatantieke periode (293-395 n. C.) (vroegchristelijke kunst)
1. Wie waren de Etrusken?
De Etrusken waren een zeevarend volk dat Centraal-Italië domineerde voor de Romeinse heerschappij. In de 7e-
6e E v. Chr. beleefde de Etruskische beschaving een grote bloei. Ze stonden in nauw contact met de Griekse
koloniën in Italië, maar hun cultuur onderging duidelijk ook de invloed van handelscontacten met het Oosten.
De Romeinse cultuur zal heel wat van de Etrusken overnemen.
Rome werd lang door Etruskische koningen overheerst. Rond 500 v. C. zou de laatste Etruskische koning verdreven
zijn, maar de invloed van de Etrusken op de Romeinse cultuur blijft zeer groot. Uiteindelijk gaat de Etruskische
cultuur op in de Romeinse.
De Etrusken stonden bekend om hun hoogstaande edelsmeedkunst, en ook op het vlak van architectuur waren
ze vergevorderd: de Romeinen nemen onder andere het gebruik van gietbeton, de constructie van gewelven,
aquaducten en riolering van hen over. De archeologie leert ons dat de Etrusken een groot belang hechtten aan
het hiernamaals. Zo zouden de gladiatorenspelen van de Romeinen bijvoorbeeld afgeleid zijn van Etruskische
dodenrituelen.
2. Bespreek de Etruskische kunst
Uit de levendige fresco’s die we in grafkamers terugvinden spreekt een grote levenslust: banketten, zang- en
dans, jachtpartijen,… Opvallend is ook de schijnbaar gelijke positie van man en vrouw, die liefdevol samen
worden afgebeeld. Het belang van de dodencultus zou ook kunnen verklaren waren de Etrusken zo’n grote
interesse voor realistische portretten hadden. Die interesse nemen de Romeinen van hen over.
De afbeelding van de menselijke figuur heeft veel eigenschappen gemeen met de Griekse (bijv. contraposto,
gestileerd haar), maar verschilt ervan doordat de figuren minder geïdealiseerd, naturalistische zijn. Ook het naakt
is ongebruikelijk. De Etrusken waren verder meesters van de metaalbewerking, zoals blijkt uit vele erg
gedetailleerde bronzen sculpturen en de grafvondsten van prachtige juwelen.
3. Sacrofaag van de echtgenoten, ca. 520 v. C., terracotta, Etruskische beschaving
1
, 4. De Capitolijnse wolvin, brons, ca 500 v. C., Etruskische beschaving
5. Mars van Todi, brons, ca 500 v. C., Etruskische beschaving
6. Chimaera van Arezzo, brons, 4de eeuw v. C.
7. Vat in enkele zinnen de politieke structuur van Rome voor en tijdens de republiek samen.
De stadstaat Rome zou gesticht zijn in de 8e E v. C.. De vroegste geschiedenis van de stad kennen we alleen maar
uit legenden. Rond 500 v. C. werd de laatste koning uit Rome verjaagd en werd het een republiek (res publica =
‘zaak van het volk’).
Rome werd geleid door twee consuls die jaarlijks verkozen werden en door een senaat waarin leden van de
adellijke families zetelden.
8. De Romeinse cultuur wordt gekenmerkt door syncretisme. Leg dit uit.
Typisch voor de Romeinse veroveringspolitiek was dat ze de godsdienst en cultuur van de veroverde volkeren in
veel gevallen toestonden hun eigen cultuur te integreren (Griekenland is daarvan het meest extreme voorbeeld).
De Romeinse kunst wordt dan ook gekenmerkt door syncretisme (= het samensmelten van verschillende stijlen)
2