Taal
1. Wat is taal?
a) inleiding
Welke functie heeft taal?
Communicatie, info uitwisselen/expressie van gevoelens en gedachten
Uit wat is het opgebouwd?
Een systeem van klanken, tekens en woorden
Wat doet taal?
Betekenisaspect; taal gaat ergens over
b) wat is de functie van taal?
Roman Jakobson: 6 functies van taal:
1. Referentiële functie ( meest gebruikte )
alle info die iets meedeelt, bv. Paard verwijst naar iets in de werkelijkheid of feiten
zoals “water kookt bij 100°” of “de aarde is rond”
2. Poëtische functie
gedichten, krantenkoppen, slogans en taalkunst
3. Emotieve en expressieve functie
zender zend gevoelens uit ( bv. Uitroepen als “oh!” “auw” “jakkes” )
4. Conatieve functie
gericht op de ontvanger dus vooral gebruik van gebiedende wijs ( bv. “Pak je boek!” )
5. Fatische functie
wordt gebruikt om een gesprek te starten of gaande te houden ( bv. “he hoe is’t” )
6. Metatalige functie
gaat na of zender en ontvanger elkaar begrijpen, of ze in dezelfde code
communiceren (bv. Leren van een andere taal, gebruik woordenboek maar ook “wat
bedoel je met dit woord”)
c) oorsprong van taal
Eerste vormen van taal?
-> toren van babel -> toren tot hemel
god zorgt voor spraakverwarring + ontstaan van verschillende talen
, Problemen die opduiken als je op zoek gaat naar de oorsprong van taal
-> enkel secundaire bronnen die te ver afstaan van het ontstaan van taal.
Situaties waarin taal ontstaat?
-> nieuwe uitvindingen en technologieën zorgen voortdurend voor nieuwe taalvormen
!! er sterven ook talen uit !!
d) dieren en taal? Dieren communiceren via…
Geluiden
- hond: grommen ( bescherming tegen gevaar/bedreiging )
- dolfijn: clicks, fluittonen ( prooi vinden, obstakels omzeilen, … )
Geuren
- mier ( snelste weg naar voedselbron markeren )
Kleuren, bewegingen en houdingen
- kameleon ( camouflage, maat ook gemoedtoestand )
- bijen: bijendans ( richting en afstand voedselbron )
2. semantiek
1. inleiding
Semantiek (=betekenisleer) is een onderdeel van de algemene taalkunde waarin men zich
bezig houdt met de betekenissen van woorden.
denotatie: de taalkundig vast omschreven betekenis van een woord, de letterlijke betekenis
connotatie: het geheel van associaties en gevoelswaarden die door een woord kunnen
worden opgeroepen, maar die niet behoren tot de denotatie, m.a.w. alle bijkomende
betekenissen (vaak emotioneel van aard) naast de letterlijke betekenis van een woord.
vb. slim en sluw hebben min of meer dezelfde betekenis, maar slim heeft een positieve
connotatie, terwijl sluw een eerder negatieve gevoelswaarde heeft.
stilistische connotatie: de bijbetekenissen die een woord op het vlak van stijl oproept
vb. vertoeven: stilistische connotatie = formeel taalgebruik
hyponiem: woord, dat met andere onder meer algemeen begrip gevat kan worden
hyperoniem: woord, waarvan de betekenis die van een ander woord insluit
vb. hyperoniem: meubel - hyponiemen: tafel, bed, kast, stoel,…
synoniemen: woorden met (bijna) dezelfde betekenis
vb. interessant - boeiend
1. Wat is taal?
a) inleiding
Welke functie heeft taal?
Communicatie, info uitwisselen/expressie van gevoelens en gedachten
Uit wat is het opgebouwd?
Een systeem van klanken, tekens en woorden
Wat doet taal?
Betekenisaspect; taal gaat ergens over
b) wat is de functie van taal?
Roman Jakobson: 6 functies van taal:
1. Referentiële functie ( meest gebruikte )
alle info die iets meedeelt, bv. Paard verwijst naar iets in de werkelijkheid of feiten
zoals “water kookt bij 100°” of “de aarde is rond”
2. Poëtische functie
gedichten, krantenkoppen, slogans en taalkunst
3. Emotieve en expressieve functie
zender zend gevoelens uit ( bv. Uitroepen als “oh!” “auw” “jakkes” )
4. Conatieve functie
gericht op de ontvanger dus vooral gebruik van gebiedende wijs ( bv. “Pak je boek!” )
5. Fatische functie
wordt gebruikt om een gesprek te starten of gaande te houden ( bv. “he hoe is’t” )
6. Metatalige functie
gaat na of zender en ontvanger elkaar begrijpen, of ze in dezelfde code
communiceren (bv. Leren van een andere taal, gebruik woordenboek maar ook “wat
bedoel je met dit woord”)
c) oorsprong van taal
Eerste vormen van taal?
-> toren van babel -> toren tot hemel
god zorgt voor spraakverwarring + ontstaan van verschillende talen
, Problemen die opduiken als je op zoek gaat naar de oorsprong van taal
-> enkel secundaire bronnen die te ver afstaan van het ontstaan van taal.
Situaties waarin taal ontstaat?
-> nieuwe uitvindingen en technologieën zorgen voortdurend voor nieuwe taalvormen
!! er sterven ook talen uit !!
d) dieren en taal? Dieren communiceren via…
Geluiden
- hond: grommen ( bescherming tegen gevaar/bedreiging )
- dolfijn: clicks, fluittonen ( prooi vinden, obstakels omzeilen, … )
Geuren
- mier ( snelste weg naar voedselbron markeren )
Kleuren, bewegingen en houdingen
- kameleon ( camouflage, maat ook gemoedtoestand )
- bijen: bijendans ( richting en afstand voedselbron )
2. semantiek
1. inleiding
Semantiek (=betekenisleer) is een onderdeel van de algemene taalkunde waarin men zich
bezig houdt met de betekenissen van woorden.
denotatie: de taalkundig vast omschreven betekenis van een woord, de letterlijke betekenis
connotatie: het geheel van associaties en gevoelswaarden die door een woord kunnen
worden opgeroepen, maar die niet behoren tot de denotatie, m.a.w. alle bijkomende
betekenissen (vaak emotioneel van aard) naast de letterlijke betekenis van een woord.
vb. slim en sluw hebben min of meer dezelfde betekenis, maar slim heeft een positieve
connotatie, terwijl sluw een eerder negatieve gevoelswaarde heeft.
stilistische connotatie: de bijbetekenissen die een woord op het vlak van stijl oproept
vb. vertoeven: stilistische connotatie = formeel taalgebruik
hyponiem: woord, dat met andere onder meer algemeen begrip gevat kan worden
hyperoniem: woord, waarvan de betekenis die van een ander woord insluit
vb. hyperoniem: meubel - hyponiemen: tafel, bed, kast, stoel,…
synoniemen: woorden met (bijna) dezelfde betekenis
vb. interessant - boeiend