inkomensongelijkheid
Manieren hoe men de kloof tussen arm en rijk kunnen voorstellen!
Soorten inkomsten:
- bedrijfsinkomsten (bv. loon, winst)
- vervangingsinkomens (bv. pensioen, werkloosheidsuitkering, …)
- roerende (bv. interesten)
- onroerende (bv. huur) inkomens
1 Decielenverdeling
(Methode 1)
Kolommendiagram: (p232)
X-as Y-as
*Decielspanning berekenen = hoogste procent delen door laagste procent --> vb. 33,33/0,54
*Dit betekent dat de 10% rijkste leerlingen ongeveer 62 keer meer zakgeld hebben dan de armste
10% van de leerlingen.
- Deciel bevat 10% van de gezinnen
- Een opdeling in decielen laat je toe het inkomen van de armste groep te vergelijken met het
inkomen van de rijkste groep
- Decielspanning = inkomensaandeel rijkste groep/ inkomensaandeel armste groep
, Belgie: bevolking verdelen in tienden of decielen.
Een deciel bevat 10% van de gezinnen
Een opdeling in decielen laat je toe het inkomen van de armste groep te vergelijken met
het inkomen van de rijkste groep
Decielspanning = inkomsten van de rijskte deciel / inkomstenaandeell van het armste
deciel
2 De Lorenz-curve
(Methode 2)
X en Y-as kunnen benoemen!
- Hoe groter de oppervlakte tussen de diagonaal en de Lorenz-curve, hoe groter de
inkomensongelijkheid. (Hoe verder de Lorenz-curve van de diagonaal verwijderd is, hoe
ongelijker de inkomens verdeeld zijn)
- Hoe meer de Lorenz-curve buigt, hoe groter de inkomstenongelijkheid