Sociale Filosofie Sociaal Werk AHS
3: Vrijheid
Belang van vrijheid in de samenleving
● Centraal idee in onze samenleving
○ Vrije meningsuiting
○ Eigen fysieke integriteit
○ Coronamaatregelen
● Wat als vrijheid een illusie is? Is dat problematisch?
○ Ander soort vrijheid zoeken
○ Waarom streven naar idealen?
● Zonder vrijheid geen verdienste, noch schuld
Zijn we vrij?
● Zijn we vrij om bepaalde beslissingen te nemen?
● Natuurwetenschappelijke methode om beslissingsproces te verklaren
○ Vele stimuli als input → input-verwerkende processor die de verschillende bronnen
van input verschillende gewichten toekent (obv ervaring in het verleden, karakter en
persoonlijkheid)
○ Wat zou vrijheid veronderstellen? Een onafhankelijke ‘ik’ die kan tussenkomen in het
verwerkingsproces van de input-processor → die lijkt onwaarschijnlijk te zijn
● Als we het menselijk brein wetenschappelijk analyseren/verklaren, komen we niets tegen dat
op vrijheid wijst
● De hele samenleving is gebaseerd op het idee dat we vrij zijn
● We beschouwen onszelf en anderen als vrij
bv. we gaan naar de les i.p.v. in te gaan op een uitnodiging om een terrasje te doen
○ Sommige gevallen beschouwen we niet als vrij, en daar gaan we anders mee om
volgens eigen moreel en op juridisch vlak
■ Iemand met zwaar verstandelijke beperking
■ Iemand die zwaar verslaafd is
■ Iemand die iets doet in een vlaag van waanzin
→ Vrijheid = verantwoordelijkheid
● Conclusie
○ We zijn niet vrij wanneer we proberen te verklaren of er vrijheid is
○ We kunnen niet anders dan de mens beschouwen als vrij wezen
● Naturalistisch ontologisch perspectief: Wanneer een belangrijk argument niet in tegenstrijd
is met andere wetenschappelijke bevindingen, is het zinvol om ervan uit te gaan dat dit
argument waar is, ook al is het (nog) niet bewezen
Interne vrijheid
● Klassiek dualistisch beeld: Kant, Plato, …
○ Lagere zelf (neigingen, emoties, drang) ↔ Hogere zelf (rede)
○ Paardenkar: Hogere zelf met onstuimige paard dat lagere zelf is
○ Vrijheid = autonomie (wantrouwen) ↔ Heteronomie (emoties)
3: Vrijheid
Belang van vrijheid in de samenleving
● Centraal idee in onze samenleving
○ Vrije meningsuiting
○ Eigen fysieke integriteit
○ Coronamaatregelen
● Wat als vrijheid een illusie is? Is dat problematisch?
○ Ander soort vrijheid zoeken
○ Waarom streven naar idealen?
● Zonder vrijheid geen verdienste, noch schuld
Zijn we vrij?
● Zijn we vrij om bepaalde beslissingen te nemen?
● Natuurwetenschappelijke methode om beslissingsproces te verklaren
○ Vele stimuli als input → input-verwerkende processor die de verschillende bronnen
van input verschillende gewichten toekent (obv ervaring in het verleden, karakter en
persoonlijkheid)
○ Wat zou vrijheid veronderstellen? Een onafhankelijke ‘ik’ die kan tussenkomen in het
verwerkingsproces van de input-processor → die lijkt onwaarschijnlijk te zijn
● Als we het menselijk brein wetenschappelijk analyseren/verklaren, komen we niets tegen dat
op vrijheid wijst
● De hele samenleving is gebaseerd op het idee dat we vrij zijn
● We beschouwen onszelf en anderen als vrij
bv. we gaan naar de les i.p.v. in te gaan op een uitnodiging om een terrasje te doen
○ Sommige gevallen beschouwen we niet als vrij, en daar gaan we anders mee om
volgens eigen moreel en op juridisch vlak
■ Iemand met zwaar verstandelijke beperking
■ Iemand die zwaar verslaafd is
■ Iemand die iets doet in een vlaag van waanzin
→ Vrijheid = verantwoordelijkheid
● Conclusie
○ We zijn niet vrij wanneer we proberen te verklaren of er vrijheid is
○ We kunnen niet anders dan de mens beschouwen als vrij wezen
● Naturalistisch ontologisch perspectief: Wanneer een belangrijk argument niet in tegenstrijd
is met andere wetenschappelijke bevindingen, is het zinvol om ervan uit te gaan dat dit
argument waar is, ook al is het (nog) niet bewezen
Interne vrijheid
● Klassiek dualistisch beeld: Kant, Plato, …
○ Lagere zelf (neigingen, emoties, drang) ↔ Hogere zelf (rede)
○ Paardenkar: Hogere zelf met onstuimige paard dat lagere zelf is
○ Vrijheid = autonomie (wantrouwen) ↔ Heteronomie (emoties)