Microbiologie
, Microbiologie
Eukaryote procarvote
* celkern *
geen celkern
* organellen *
geen organellen
*
planten ,
Schimmels, dieren * rigide celwand
* vb : bacteriën
pen
kapot
(
Bacteriën
# ÷:: In: ÷:
* Speciale structuren =
zweepharen
1 Kern
* geen celkern
/
* DNA in cytoplasma
÷ ::ä÷÷÷÷
kan geen bevatten dat penicilline codeert
2 Cytoplasma Herkennen
* 701 . water
* enzymen afbraak basisstoffen , opbouw structuren
* veel ribosomen : herkenning AB
* Geen ER ,
mitochondriën . . .
3 Cytoplasmamembraan
* fosfolipiden dubbellaag
* geen sterolen f- verstevigd
* veel functies :
complex !
Opbouw
ademhaling al
opname voedingsstoffen
-
biosynthese
* hoge osmotische waarde ( inwendige druk: nood aan sterke celwand
, Celwand
* stevigheid
* bacterie buitenwereld s s s
:
* peptiden Ï suikerketen gebonden door eiwitten
/ I
typerend bacteriën
E Doelw t
5 Uitwendige structuren
-
kapsel sl mlaag :
bescherming
virulentiefactor belet
fagocytose
:
:
<
Hagelen Schroefbeweging :
van
pil ltimbrae)
- :
vasthecht Ing moleculen
.
.
.
.
:
virulentiefactor : -
beschermt tegen fagocytose
ó
'
maakt antigeen :( veroorzaakt is)
. .
reactie
-
.
.
Als
Sparevorming
-
ongunstige omstandigheden : spontane cryptobitch geen met activiteit
:
→ = .
terug gunstige " :
geminatie
-
zeer resistent
-
kern a interimenturn
Classificatie
* morfologie * biochemie
-
vorm
-
zuur behoefte
gromt
-
-
Vorm
bol : kokken :
1) monokikker
2) diplomateken vb : gonorroe
3) Stafylokokken vb : stafylokokken aureus
4) Streptokokken vb : streptokok pyogenes
staaf : bacillen
komma : vibreren
spiraal Spiritten:
kurkentrekker :
spirocheten
ijij
ij
, Microbiologie
Eukaryote procarvote
* celkern *
geen celkern
* organellen *
geen organellen
*
planten ,
Schimmels, dieren * rigide celwand
* vb : bacteriën
pen
kapot
(
Bacteriën
# ÷:: In: ÷:
* Speciale structuren =
zweepharen
1 Kern
* geen celkern
/
* DNA in cytoplasma
÷ ::ä÷÷÷÷
kan geen bevatten dat penicilline codeert
2 Cytoplasma Herkennen
* 701 . water
* enzymen afbraak basisstoffen , opbouw structuren
* veel ribosomen : herkenning AB
* Geen ER ,
mitochondriën . . .
3 Cytoplasmamembraan
* fosfolipiden dubbellaag
* geen sterolen f- verstevigd
* veel functies :
complex !
Opbouw
ademhaling al
opname voedingsstoffen
-
biosynthese
* hoge osmotische waarde ( inwendige druk: nood aan sterke celwand
, Celwand
* stevigheid
* bacterie buitenwereld s s s
:
* peptiden Ï suikerketen gebonden door eiwitten
/ I
typerend bacteriën
E Doelw t
5 Uitwendige structuren
-
kapsel sl mlaag :
bescherming
virulentiefactor belet
fagocytose
:
:
<
Hagelen Schroefbeweging :
van
pil ltimbrae)
- :
vasthecht Ing moleculen
.
.
.
.
:
virulentiefactor : -
beschermt tegen fagocytose
ó
'
maakt antigeen :( veroorzaakt is)
. .
reactie
-
.
.
Als
Sparevorming
-
ongunstige omstandigheden : spontane cryptobitch geen met activiteit
:
→ = .
terug gunstige " :
geminatie
-
zeer resistent
-
kern a interimenturn
Classificatie
* morfologie * biochemie
-
vorm
-
zuur behoefte
gromt
-
-
Vorm
bol : kokken :
1) monokikker
2) diplomateken vb : gonorroe
3) Stafylokokken vb : stafylokokken aureus
4) Streptokokken vb : streptokok pyogenes
staaf : bacillen
komma : vibreren
spiraal Spiritten:
kurkentrekker :
spirocheten
ijij
ij