2.1 GEMIDDELDE EN STANDAARDAFWIJKING VAN EEN DATASET
gemiddelde x 2+…+¿ x
x = x 1+ ¿ n
n
2 2 2
Variantie 2 ( x 1−x) +(x2 −x) +…+( x n −x)
σ =
n
of Gemiddelde kwadratische afwijking
√
standaardafwijking 2 2
( x 1−x) +( x2 −x) +…+(x n−x)
2
σ=
n
2 2 2
Steekproefvariantie 2 ( x 1−x ) +(x 2−x ) + …+(x n−x )
s=
n−1
√
steekproefstandaardafwijking ( x 1−x)2 +( x2 −x)2 +…+(x n−x)2
s=
n−1
2.2 DE NORMALE VERDELING
2.2.1 EEN KROMME ALS WISKUNDIG MODEL VOOR EEN VERDELING
Dichtheidshistogram De relatieve frequentiedichtheden van de
verschillende klassen en het bijhorende
histogram
dichtheidskromme Een dichtheidshistogram wordt goed benaderd
door een vloeiende kromme
dichtheidsfunctie De functie die bij de dichtheidskromme hoort
Verhouding van absolute frequenties aantal beschouwde meetwaarden
totale aantal meetwaarden
De verhouding van oppervlakten in een som van de oppervlakten van de
histogram overeenkomstige rechthoekjes
totale oppervlakte van het histogram
Relatieve frequentiedichtheid De hoogte van een rechthoekje in een
dichtheidshistogram
2.2.2 DE NORMALE VERDELING
Klokvormige verdeling De meetwaarden zijn vrij symmetrisch verdeeld
rond een centrale waarde, en dat de grafische
voorstelling telkens een gelijkaardige vorm
heeft.
Hoe noemt de kromme Normale kromme of gausskromme
notatie Norm(μ, σ)
Standaardnormale kromme Norm(0,1)
[ μ−σ , μ+ σ ] 68%
[ μ−2 σ , μ+2 σ ] 95%
[ μ−3 σ , μ+3 σ ] 99,7%