Huur - studentenhuur
CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
Toepassingsgebied
Het studentenhuurregime is van toepassing op de huur van een goed dat tot
huisvesting, maar niet tot hoofdverblijfplaats van een student dient (art. 53,
WHD).
Toelichting van de vereisten:
1. Huur van een goed
De huur kan zowel op roerende als onroerende goederen betrekking
hebben (art. 5en 53, WHD).
2. Tot huisvesting bestemd
De student moet het goed bewonen. Domicilie speelt hierin geen grote rol.
De domicilie kan op het verhuurde goed staan, maar als de student nog
steeds contact heeft met zijn ouders en sociaal afhankelijk is van hen, zal
de huur nog steeds onder het studentenhuurregime vallen.
Het maakt ook niet uit of de student zelf of de ouders het contract
ondertekenen, zolang de student het maar bewoont.
3. Van een student
Art. 53, 2e lid, WHD bepaalt dat een student iedere persoon is die
ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt (dus ook
secundair onderwijs).
4. Gesloten na 1 januari 2019 of mondeling
Alles wat niet geregeld is door het WHD, valt onder het gemeen huurrecht.
Vorm- en geldigheidsvereisten
Art. 1714, oud BW bepaalt dat een studentenhuurcontract niet verplicht
schriftelijk moet zijn. Wanneer het huurcontract echter gekwalificeerd wordt als
een studentenhuurovereenkomst, is het wel vereist dat dit in een geschrift wordt
gezet (art. 55, WHD).
DUUR EN BEËINDIGING
Duur
Partijen mogen de duurtijd zelf overeenkomen. Vaak wordt er voor 10 of 12
maanden gekozen, maar korter of langer is perfect mogelijk. Art. 55, WHD
bepaalt echter wel dat de exacte duur en de begindatum opgenomen moeten
worden in het contract.
CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
Toepassingsgebied
Het studentenhuurregime is van toepassing op de huur van een goed dat tot
huisvesting, maar niet tot hoofdverblijfplaats van een student dient (art. 53,
WHD).
Toelichting van de vereisten:
1. Huur van een goed
De huur kan zowel op roerende als onroerende goederen betrekking
hebben (art. 5en 53, WHD).
2. Tot huisvesting bestemd
De student moet het goed bewonen. Domicilie speelt hierin geen grote rol.
De domicilie kan op het verhuurde goed staan, maar als de student nog
steeds contact heeft met zijn ouders en sociaal afhankelijk is van hen, zal
de huur nog steeds onder het studentenhuurregime vallen.
Het maakt ook niet uit of de student zelf of de ouders het contract
ondertekenen, zolang de student het maar bewoont.
3. Van een student
Art. 53, 2e lid, WHD bepaalt dat een student iedere persoon is die
ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt (dus ook
secundair onderwijs).
4. Gesloten na 1 januari 2019 of mondeling
Alles wat niet geregeld is door het WHD, valt onder het gemeen huurrecht.
Vorm- en geldigheidsvereisten
Art. 1714, oud BW bepaalt dat een studentenhuurcontract niet verplicht
schriftelijk moet zijn. Wanneer het huurcontract echter gekwalificeerd wordt als
een studentenhuurovereenkomst, is het wel vereist dat dit in een geschrift wordt
gezet (art. 55, WHD).
DUUR EN BEËINDIGING
Duur
Partijen mogen de duurtijd zelf overeenkomen. Vaak wordt er voor 10 of 12
maanden gekozen, maar korter of langer is perfect mogelijk. Art. 55, WHD
bepaalt echter wel dat de exacte duur en de begindatum opgenomen moeten
worden in het contract.