1. fundamenten
o Kaders en modellen vanuit een empowerende, krachtgerichte en holistische
visie
o Een praktijkgerichte orthopedagoog werkt integratief en eclectisch
integratief: verschillende methodieken en kaders door elkaar gebruiken
eclectisch: we gaan inzetten op methodieken en kaders dat aansluit bij de
ondersteuningsvraag van de cliënt
o Cliënt staat centraal ≠ voorkeur van de hulpverlener
o Afhankelijk van de context wordt degene die ondersteuning behoeft anders
benoemd: cliënt, deelnemer, gebruiker, bewoner, gast, leerling ...
cliënt = meest neutrale woord
o Kwetsbaarheid = draagkracht en draaglast zijn niet in evenwicht
5 domeinen van kwetsbaarheid (beïnvloeden elkaar)
- Fysieke kwetsbaarheid – fysieke gezondheid
- Cognitieve kwetsbaarheid – cognitieve functies
- Psychische kwetsbaarheid – psychisch welbevinden
- Omgevingskwetsbaarheid – woonsituatie en leefomgeving
- Sociale kwetsbaarheid – participatie en sociale redzaamheid
1.1. quality of life en ondersteuningsdenken
1.1.1. het ondersteuningsmodel
o Vermaatschappelijking van de zorg = zorg van personen met een psychische
problematiek in de samenleving (opgelegd vanuit de overheid)
2 invalshoeken:
- Individueel proces: streven van cliënt om zoveel mogelijk deel uit
te maken van de samenleving
- Collectief proces: vermaatschappelijking van de zorg zelf
Vermaatschappelijking mag geen doel zijn, enkel een middel om te
komen tot het recht (en realiseren) van kwaliteit van leven
1
,
o 5 concentrische cirkels:
Professionele hulpbronnen
Natuurlijke hulpbronnen
o Kenmerken ondersteuningsmodel:
Sluit aan bij deze vermaatschappelijking van de zorg
Ondersteuning i.p.v. zorg of hulp
Burgerschap als mensbeeld
Altijd op maat van de persoon en flexibel
Doel van de ondersteuning: de persoon een goede kwaliteit van leven
te geven
Ondersteuning is steeds persoonsgericht én omgevingsgericht
In het ondersteuningssysteem staat het sociale netwerk centraal
1.1.2. quality of life
o Kwaliteit van leven van de persoon staat centraal
o QoL behouden en/of verbeteren is de belangrijkste doelstelling v/d
hulpverlener
o Verschillende perspectieven:
Objectieve benadering: de som van een aantal objectief meetbare
goede leefomstandigheden
2
, Subjectieve benadering: de ervaring v/d persoon staat centraal
Interactionele benadering: overeenstemming persoon en omgeving
o 4 kernprincipes QoL:
Multi-dimensionaliteit: acht levensdomeinen van Schalock
- Emotioneel welbevinden: veiligheid, persoonlijke ruimte …
- Materieel welbevinden: eigendom, persoonlijke bezittingen …
- Lichamelijk welbevinden: gezondheidszorg, welzijn …
- Zelfbepaling: keuzes, persoonlijke doelen …
- Persoonlijke ontwikkeling: vaardigheden, educatieve training
…
- Sociale inclusie: sociale netwerken, participatie …
- Sociale relaties: vriendschappen, intimiteit van contacten …
- Rechten: privacy, eerlijke behandeling …
Universaliteit: iedereen gelijk die 8 levensdomeinen kunnen voor
iedereen anders ingevuld worden
De QoL van mensen worden beïnvloed door…
- Persoonlijke -en omgevingsfactoren (+ interacties
daartussen)
- Objectieve en subjectieve component: aandacht voor de
persoonlijke invulling van levenskwaliteit
Empowerment: sterktes van de persoon worden aangesproken
o Bevorderen van Quality of Life door:
aanwezigheid in de samenleving: het recht op een volwaardige
deelname aan het gewone leven
relaties: het recht om waardevolle relaties uit te bouwen
gerespecteerd en gewaardeerd worden door anderen
keuze: kleine en grote beslissingen kunnen nemen en zo invloed
uitoefenen op wat er in je leven gebeurt
competenties bevorderen: erkend en ondersteund worden in je
groeimogelijkheden + in de mogelijkheid zijn om deel te nemen aan
de samenleving
respect: het recht om gerespecteerd te worden voor wie men is
o Quality of Life: verschillende domeinen
Being: wie men is
Belonging: hoe men zich verhoudt tot zijn omgeving
3
, Becoming: realiseren van persoonlijke doelen en aspiraties (=
toekomstplannen)
Mattering: ertoe doen, van
betekenis zijn
1.2. universal design (learning)
o
Equality (gelijkwaardigheid): iedereen krijgt dezelfde doos
Equity (eigen vermogen): ze kijken naar de vermogens van de persoon
o 7 basisprincipes:
Bruikbaar voor iedereen: Het ontwerp is bruikbaar voor iedereen, elk
met eigen beperkingen en mogelijkheden bv. hellende toegang
Flexibel in het gebruik: Het ontwerp is geschikt voor allerlei voorkeuren
en mogelijkheden bv. schaar voor zowel links- als rechtshandigen
Eenvoudig en intuïtief gebruik: Het ontwerp is eenvoudig verstaanbaar,
onafhankelijk van de ervaring, (taal)kennis of mate van concentratie
van de gebruiker.
Begrijpelijke informatie: De communicatie naar de gebruiker is efficiënt.
De omgevingsomstandigheden en zintuiglijke of cognitieve capaciteiten
van de gebruiker spelen daarbij geen rol
Marge voor vergissingen: De gevaren en ongewenste resultaten van
verkeerde handelingen en onbewuste acties zijn beperkt
Beperkte inspanning: De gebruiker kan met een minimale inspanning
en op een efficiënte en comfortabele manier gebruikmaken van het
ontwerp
Geschikte afmetingen en gebruiksruimten: Er zijn passende maten en
ruimte voor het bereiken, betreden, grijpen of gebruiken. Ook dit is
onafhankelijk van de eigenheid van de gebruikers
o UDL komt tegemoet aan diverse noden, sterktes, achtergronden en interesses
van leerlingen/studenten
o Universal Design for Learning
Universeel toegankelijk maken van onderwijs
De gemiddelde student bestaat niet
4
o Kaders en modellen vanuit een empowerende, krachtgerichte en holistische
visie
o Een praktijkgerichte orthopedagoog werkt integratief en eclectisch
integratief: verschillende methodieken en kaders door elkaar gebruiken
eclectisch: we gaan inzetten op methodieken en kaders dat aansluit bij de
ondersteuningsvraag van de cliënt
o Cliënt staat centraal ≠ voorkeur van de hulpverlener
o Afhankelijk van de context wordt degene die ondersteuning behoeft anders
benoemd: cliënt, deelnemer, gebruiker, bewoner, gast, leerling ...
cliënt = meest neutrale woord
o Kwetsbaarheid = draagkracht en draaglast zijn niet in evenwicht
5 domeinen van kwetsbaarheid (beïnvloeden elkaar)
- Fysieke kwetsbaarheid – fysieke gezondheid
- Cognitieve kwetsbaarheid – cognitieve functies
- Psychische kwetsbaarheid – psychisch welbevinden
- Omgevingskwetsbaarheid – woonsituatie en leefomgeving
- Sociale kwetsbaarheid – participatie en sociale redzaamheid
1.1. quality of life en ondersteuningsdenken
1.1.1. het ondersteuningsmodel
o Vermaatschappelijking van de zorg = zorg van personen met een psychische
problematiek in de samenleving (opgelegd vanuit de overheid)
2 invalshoeken:
- Individueel proces: streven van cliënt om zoveel mogelijk deel uit
te maken van de samenleving
- Collectief proces: vermaatschappelijking van de zorg zelf
Vermaatschappelijking mag geen doel zijn, enkel een middel om te
komen tot het recht (en realiseren) van kwaliteit van leven
1
,
o 5 concentrische cirkels:
Professionele hulpbronnen
Natuurlijke hulpbronnen
o Kenmerken ondersteuningsmodel:
Sluit aan bij deze vermaatschappelijking van de zorg
Ondersteuning i.p.v. zorg of hulp
Burgerschap als mensbeeld
Altijd op maat van de persoon en flexibel
Doel van de ondersteuning: de persoon een goede kwaliteit van leven
te geven
Ondersteuning is steeds persoonsgericht én omgevingsgericht
In het ondersteuningssysteem staat het sociale netwerk centraal
1.1.2. quality of life
o Kwaliteit van leven van de persoon staat centraal
o QoL behouden en/of verbeteren is de belangrijkste doelstelling v/d
hulpverlener
o Verschillende perspectieven:
Objectieve benadering: de som van een aantal objectief meetbare
goede leefomstandigheden
2
, Subjectieve benadering: de ervaring v/d persoon staat centraal
Interactionele benadering: overeenstemming persoon en omgeving
o 4 kernprincipes QoL:
Multi-dimensionaliteit: acht levensdomeinen van Schalock
- Emotioneel welbevinden: veiligheid, persoonlijke ruimte …
- Materieel welbevinden: eigendom, persoonlijke bezittingen …
- Lichamelijk welbevinden: gezondheidszorg, welzijn …
- Zelfbepaling: keuzes, persoonlijke doelen …
- Persoonlijke ontwikkeling: vaardigheden, educatieve training
…
- Sociale inclusie: sociale netwerken, participatie …
- Sociale relaties: vriendschappen, intimiteit van contacten …
- Rechten: privacy, eerlijke behandeling …
Universaliteit: iedereen gelijk die 8 levensdomeinen kunnen voor
iedereen anders ingevuld worden
De QoL van mensen worden beïnvloed door…
- Persoonlijke -en omgevingsfactoren (+ interacties
daartussen)
- Objectieve en subjectieve component: aandacht voor de
persoonlijke invulling van levenskwaliteit
Empowerment: sterktes van de persoon worden aangesproken
o Bevorderen van Quality of Life door:
aanwezigheid in de samenleving: het recht op een volwaardige
deelname aan het gewone leven
relaties: het recht om waardevolle relaties uit te bouwen
gerespecteerd en gewaardeerd worden door anderen
keuze: kleine en grote beslissingen kunnen nemen en zo invloed
uitoefenen op wat er in je leven gebeurt
competenties bevorderen: erkend en ondersteund worden in je
groeimogelijkheden + in de mogelijkheid zijn om deel te nemen aan
de samenleving
respect: het recht om gerespecteerd te worden voor wie men is
o Quality of Life: verschillende domeinen
Being: wie men is
Belonging: hoe men zich verhoudt tot zijn omgeving
3
, Becoming: realiseren van persoonlijke doelen en aspiraties (=
toekomstplannen)
Mattering: ertoe doen, van
betekenis zijn
1.2. universal design (learning)
o
Equality (gelijkwaardigheid): iedereen krijgt dezelfde doos
Equity (eigen vermogen): ze kijken naar de vermogens van de persoon
o 7 basisprincipes:
Bruikbaar voor iedereen: Het ontwerp is bruikbaar voor iedereen, elk
met eigen beperkingen en mogelijkheden bv. hellende toegang
Flexibel in het gebruik: Het ontwerp is geschikt voor allerlei voorkeuren
en mogelijkheden bv. schaar voor zowel links- als rechtshandigen
Eenvoudig en intuïtief gebruik: Het ontwerp is eenvoudig verstaanbaar,
onafhankelijk van de ervaring, (taal)kennis of mate van concentratie
van de gebruiker.
Begrijpelijke informatie: De communicatie naar de gebruiker is efficiënt.
De omgevingsomstandigheden en zintuiglijke of cognitieve capaciteiten
van de gebruiker spelen daarbij geen rol
Marge voor vergissingen: De gevaren en ongewenste resultaten van
verkeerde handelingen en onbewuste acties zijn beperkt
Beperkte inspanning: De gebruiker kan met een minimale inspanning
en op een efficiënte en comfortabele manier gebruikmaken van het
ontwerp
Geschikte afmetingen en gebruiksruimten: Er zijn passende maten en
ruimte voor het bereiken, betreden, grijpen of gebruiken. Ook dit is
onafhankelijk van de eigenheid van de gebruikers
o UDL komt tegemoet aan diverse noden, sterktes, achtergronden en interesses
van leerlingen/studenten
o Universal Design for Learning
Universeel toegankelijk maken van onderwijs
De gemiddelde student bestaat niet
4