Samenvatting jeugdrecht
Inhoud
1 Deel 1: Begrip en beginselen van het jeugdrecht................................................................................2
2 Deel 2: Korte historiek.........................................................................................................................3
3 Deel 3: Jeugdhulprecht (decreet IJH)...................................................................................................4
3.1 Inleiding........................................................................................................................................4
3.2 Vrijwillige jeugdhulp.....................................................................................................................8
3.2.1 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ)...........................................................................9
3.2.2 Niet-rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp (NRTJ)...............................................................9
3.2.3 Crisisjeugdhulp.....................................................................................................................10
3.3 Gemandateerde jeugdhulp in verontrustende situaties (VOS)...................................................11
3.3.1 Vertrouwenscentrum VK.....................................................................................................12
3.3.2 Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ)............................................................................12
3.4 Gerechtelijke jeugdhulp in verontrustende situaties (VOS)........................................................13
3.4.1 Jeugdhulpmaatregelen........................................................................................................13
3.4.2 Procedure............................................................................................................................15
3.4.3 Uitvoering............................................................................................................................15
4 Jeugddelinquentierecht.....................................................................................................................15
4.1 Inleiding......................................................................................................................................15
4.1.1 Situering...............................................................................................................................15
4.1.2 Toepassingsgebied (Decreet JDR)........................................................................................16
4.1.3 Grondbeginselen (Decreet JDR)...........................................................................................16
4.2 Interventies.................................................................................................................................17
4.2.1 Afhandeling op het niveau van het Openbaar Ministerie (buitengerechterlijk)..................17
4.2.2 Gerechtelijke afhandeling....................................................................................................19
4.3 Procedure...................................................................................................................................32
4.3.1 Voorlopige (voorbereidende) rechtspleging (onderzoeksfase)............................................34
4.3.2 Rechtspleging ten gronde (berechtingsfase)........................................................................35
4.3.3 Herzieningsfase....................................................................................................................37
4.4 Uitvoering...................................................................................................................................37
4.4.1 Private voorzieningen..........................................................................................................38
4.4.2 Gelijkgestelde voorzieningen (Zie hoger).............................................................................38
4.4.3 Gemeenschapsinstellingen en Vlaams detentiecentrum.....................................................38
1
, 4.4.4 Projecten (maximaal 5 jaar-uitzonderlijk en gemotiveerd verlengbaar)..............................39
5 Rechtspositie van de minderjarige....................................................................................................39
5.1 Rechtspositie van de minderjarige..............................................................................................39
5.1.1 Algemene principes.............................................................................................................39
5.1.2 Rechten van de minderjarigen.............................................................................................39
5.2 Rechtspositie van ouders en opvoedingsverantwoordelijken (Niet kennen)..............................39
6 Procedures buiten jeugdrechtbank...................................................................................................39
6.1 Ten aanzien van minderjarigen...................................................................................................39
6.1.1 Uithandengeving..................................................................................................................39
6.1.2 Verkeersmisdrijven..............................................................................................................40
6.1.3 Administratieve sancties......................................................................................................41
6.2 Ten aanzien van ouders (Niet kennen).......................................................................................43
7 Bijzondere doelgroepen....................................................................................................................43
7.1 Geesteszieke minderjarige..........................................................................................................43
7.1.1 Onderscheid met bewindvoering (Niet kennen)..................................................................43
7.1.2 Geesteszieke minderjarige...................................................................................................43
1 Deel 1: Begrip en beginselen van het jeugdrecht
2
,Inleiding jeugdrecht
Jeugdrecht in brede en strikte zin
o In brede zin
Bevat de regelgeving die in het algemeen het welzijn en de ontplooiing van de
jongeren wil bevorderen en waarborgen.
o In strikte zin
Het regelt de overheidstussenkomst via specifieke instellingen en voorzieningen om
bijzondere bijstand aan jongeren te verlenen van wie het welzijn of de ontplooiing
onvoldoende wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemene
maatschappelijke voorzieningen
Het is dus van toepassing wanneer de algemene bepalingen tot onderhoud,
opvoeding en ontplooiing van jongeren ontoereikend zijn in een specifiek geval en
de ouders en/of de jongere er niet toe komen om zelf, of met hulp van de algemene
voorzieningen, deze ontoereikend op te vangen.
Jeugdrecht onderscheidt twee vormen van interventies
o Hulpverlening binnen de vrijwillige (buitengerechterlijke) jeugdhulp
Via jeugdhulpaanbieders, intersectorale toegangspoort (ITP) en gemandateerde
voorzieningen (GV)
o Gedwongen (gerechtelijke) interventies
Via openbaar ministerie (OM), sociale dienst jeugdrechtbank (SD) en de
jeugdrechter/jeugdrechtbank
Het jeugdrecht onderscheidt drie doelgroepen
o Jongeren in een verontrustende situatie (VOS)
o Jongeren die worden vervolgd wegens het plegen van een jeugddelict
o Geesteszieke minderjarigen
Het jeugdrecht stoelt op enkele beginselen
o Respect voor de rechten van het kind
o Gezinsgerichtheid
o Subsidiariteit
o Diversiteit in interventies
o Hulpverlenend karakter
2 Deel 2: Korte
historiek
3
, 3 Deel 3: Jeugdhulprecht (decreet IJH)
3.1 Inleiding
Kant van de cliënt
Betrokkenen bij integrale jeugdhulp
o Juridische ouders (die ouderlijk gezag hebben)
o Minderjarigen
o Opvoedingsverantwoordelijken
Mensen (natuurlijke personen) die in feiten/praktijk de bewaring over een
minderjarigen hebben
Bv. Opvoedingsverantwoordelijken over kleinkinderen door grootouders,
pleegouders,...
o Leefomgeving
Iedereen die belangrijk is voor die minderjarigen, die hulp krijgt
Bv. Buurman, leerkracht l.o dus iedereen die een affectieve band heeft met het kind.
Doelgroep integrale jeugdulp
o Normaal jongeren tot 18 jaar
o Uitzondering tot 25 jaar (enkel bij NRTJ)
Er word een beslissing genomen door de intersectorale toegangspoort, alleen zij
kunnen beslissen wie hulp kan krijgen tot 25 jaar.
Het team indicatiestelling gaat beslissen tot verdere jeugdhulp.
Er is maar 1 soort hulp die je tot na 18 jaar kunt krijgen en dat is NRTJ (Niet-
rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp)
Voorwaarden verbonden als je na 18 jaar NRTJ krijgt
1. De verlengde hulp moet voor 18 jaar aangevraagd worden
Bv. Als je het pas vraagt wanneer je 19 bent is het al te laat aangevraagd
2. De NRTJ modules moeten bestaan voor de leeftijd plus 18 jarigen
3. Er moet voorrang gegeven worden aan geschikte volwassen hulp
Er mag geen plaatsen afgepakt worden van minderjarigen want er zijn al lange
wachtlijsten hiervoor
4
Inhoud
1 Deel 1: Begrip en beginselen van het jeugdrecht................................................................................2
2 Deel 2: Korte historiek.........................................................................................................................3
3 Deel 3: Jeugdhulprecht (decreet IJH)...................................................................................................4
3.1 Inleiding........................................................................................................................................4
3.2 Vrijwillige jeugdhulp.....................................................................................................................8
3.2.1 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ)...........................................................................9
3.2.2 Niet-rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp (NRTJ)...............................................................9
3.2.3 Crisisjeugdhulp.....................................................................................................................10
3.3 Gemandateerde jeugdhulp in verontrustende situaties (VOS)...................................................11
3.3.1 Vertrouwenscentrum VK.....................................................................................................12
3.3.2 Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ)............................................................................12
3.4 Gerechtelijke jeugdhulp in verontrustende situaties (VOS)........................................................13
3.4.1 Jeugdhulpmaatregelen........................................................................................................13
3.4.2 Procedure............................................................................................................................15
3.4.3 Uitvoering............................................................................................................................15
4 Jeugddelinquentierecht.....................................................................................................................15
4.1 Inleiding......................................................................................................................................15
4.1.1 Situering...............................................................................................................................15
4.1.2 Toepassingsgebied (Decreet JDR)........................................................................................16
4.1.3 Grondbeginselen (Decreet JDR)...........................................................................................16
4.2 Interventies.................................................................................................................................17
4.2.1 Afhandeling op het niveau van het Openbaar Ministerie (buitengerechterlijk)..................17
4.2.2 Gerechtelijke afhandeling....................................................................................................19
4.3 Procedure...................................................................................................................................32
4.3.1 Voorlopige (voorbereidende) rechtspleging (onderzoeksfase)............................................34
4.3.2 Rechtspleging ten gronde (berechtingsfase)........................................................................35
4.3.3 Herzieningsfase....................................................................................................................37
4.4 Uitvoering...................................................................................................................................37
4.4.1 Private voorzieningen..........................................................................................................38
4.4.2 Gelijkgestelde voorzieningen (Zie hoger).............................................................................38
4.4.3 Gemeenschapsinstellingen en Vlaams detentiecentrum.....................................................38
1
, 4.4.4 Projecten (maximaal 5 jaar-uitzonderlijk en gemotiveerd verlengbaar)..............................39
5 Rechtspositie van de minderjarige....................................................................................................39
5.1 Rechtspositie van de minderjarige..............................................................................................39
5.1.1 Algemene principes.............................................................................................................39
5.1.2 Rechten van de minderjarigen.............................................................................................39
5.2 Rechtspositie van ouders en opvoedingsverantwoordelijken (Niet kennen)..............................39
6 Procedures buiten jeugdrechtbank...................................................................................................39
6.1 Ten aanzien van minderjarigen...................................................................................................39
6.1.1 Uithandengeving..................................................................................................................39
6.1.2 Verkeersmisdrijven..............................................................................................................40
6.1.3 Administratieve sancties......................................................................................................41
6.2 Ten aanzien van ouders (Niet kennen).......................................................................................43
7 Bijzondere doelgroepen....................................................................................................................43
7.1 Geesteszieke minderjarige..........................................................................................................43
7.1.1 Onderscheid met bewindvoering (Niet kennen)..................................................................43
7.1.2 Geesteszieke minderjarige...................................................................................................43
1 Deel 1: Begrip en beginselen van het jeugdrecht
2
,Inleiding jeugdrecht
Jeugdrecht in brede en strikte zin
o In brede zin
Bevat de regelgeving die in het algemeen het welzijn en de ontplooiing van de
jongeren wil bevorderen en waarborgen.
o In strikte zin
Het regelt de overheidstussenkomst via specifieke instellingen en voorzieningen om
bijzondere bijstand aan jongeren te verlenen van wie het welzijn of de ontplooiing
onvoldoende wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemene
maatschappelijke voorzieningen
Het is dus van toepassing wanneer de algemene bepalingen tot onderhoud,
opvoeding en ontplooiing van jongeren ontoereikend zijn in een specifiek geval en
de ouders en/of de jongere er niet toe komen om zelf, of met hulp van de algemene
voorzieningen, deze ontoereikend op te vangen.
Jeugdrecht onderscheidt twee vormen van interventies
o Hulpverlening binnen de vrijwillige (buitengerechterlijke) jeugdhulp
Via jeugdhulpaanbieders, intersectorale toegangspoort (ITP) en gemandateerde
voorzieningen (GV)
o Gedwongen (gerechtelijke) interventies
Via openbaar ministerie (OM), sociale dienst jeugdrechtbank (SD) en de
jeugdrechter/jeugdrechtbank
Het jeugdrecht onderscheidt drie doelgroepen
o Jongeren in een verontrustende situatie (VOS)
o Jongeren die worden vervolgd wegens het plegen van een jeugddelict
o Geesteszieke minderjarigen
Het jeugdrecht stoelt op enkele beginselen
o Respect voor de rechten van het kind
o Gezinsgerichtheid
o Subsidiariteit
o Diversiteit in interventies
o Hulpverlenend karakter
2 Deel 2: Korte
historiek
3
, 3 Deel 3: Jeugdhulprecht (decreet IJH)
3.1 Inleiding
Kant van de cliënt
Betrokkenen bij integrale jeugdhulp
o Juridische ouders (die ouderlijk gezag hebben)
o Minderjarigen
o Opvoedingsverantwoordelijken
Mensen (natuurlijke personen) die in feiten/praktijk de bewaring over een
minderjarigen hebben
Bv. Opvoedingsverantwoordelijken over kleinkinderen door grootouders,
pleegouders,...
o Leefomgeving
Iedereen die belangrijk is voor die minderjarigen, die hulp krijgt
Bv. Buurman, leerkracht l.o dus iedereen die een affectieve band heeft met het kind.
Doelgroep integrale jeugdulp
o Normaal jongeren tot 18 jaar
o Uitzondering tot 25 jaar (enkel bij NRTJ)
Er word een beslissing genomen door de intersectorale toegangspoort, alleen zij
kunnen beslissen wie hulp kan krijgen tot 25 jaar.
Het team indicatiestelling gaat beslissen tot verdere jeugdhulp.
Er is maar 1 soort hulp die je tot na 18 jaar kunt krijgen en dat is NRTJ (Niet-
rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp)
Voorwaarden verbonden als je na 18 jaar NRTJ krijgt
1. De verlengde hulp moet voor 18 jaar aangevraagd worden
Bv. Als je het pas vraagt wanneer je 19 bent is het al te laat aangevraagd
2. De NRTJ modules moeten bestaan voor de leeftijd plus 18 jarigen
3. Er moet voorrang gegeven worden aan geschikte volwassen hulp
Er mag geen plaatsen afgepakt worden van minderjarigen want er zijn al lange
wachtlijsten hiervoor
4