Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Vwo 5 Thema 1 regeling

Note
-
Vendu
-
Pages
9
Publié le
28-05-2023
Écrit en
2022/2023

In deze samenvatting is het thema regeling volledig samengevat.

Type
Cours









Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

École, étude et sujet

Établissement
Lycée
Type
Cours
Année scolaire
5

Infos sur le Document

Publié le
28 mai 2023
Nombre de pages
9
Écrit en
2022/2023
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

V5 Thema 1 regeling
1.1 Regeling en homeostase
 Normwaarde= een waarde van een concentratie waarnaar gestreefd wordt.
 Dynamisch evenwicht= een evenwicht dat in stand gehouden wordt door een regelkring.
 Homeostase= het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu
van een organismen.
 Negatieve terugkoppeling= wanneer een toename van het resultaat een remming van het
proces veroorzaakt.
 Positieve terugkoppeling= een toename van het resultaat een toename van het proces
veroorzaakt.
 Uitwendig milieu= de omgeving.
 Inwendige milieu= weefselvloeistof en het bloed van een organisme.
1.2 Hormonale regulatie
 Signaalmoleculen= signaalstoffen in organismen die ervoor zorgt dat communicatie tussen
cellen regelt.
 Hormonen= de signaalmoleculen die de cellen van hormoonklieren afgeven.
o Getransporteerd via het bloed.
o Blijven lang in het bloed, waardoor de effecten lang aanhouden.
 Endocriene klieren= cellen met afvoer via het bloed, hebben geen afvoerbuis.
 Exocriene klieren= cellen met een afvoer via een afvoerbuis.
 Doelwitorganen= organen waarvan de cellen hormoonreceptoren bevatten en dus de
boodschap van de hormonen van de klieren ontvangen.
 Hormoonspiegel= de hormoonconcentratie die beïnvloedt kan worden door de reactie van
doelwitorganen.
 De werking van een hormoon dat in het cytoplasma aan een receptoreiwit.
o Hormoon-receptorcomplex= als het hormoon bindt aan een receptorcomplex.
 Via de kernporie in het kernplasma, waardoor het genen aan en uit kan
zetten.
 De werking van een hormoon dat in het celmembraan bindt aan een receptoreiwit.
o Als een hormoon in het celmembraan aan een receptoreiwit bindt wordt de second
messenger geactiveerd.
 Second messenger= geeft singnalen in de cel door.
o (signaal)cascade= wanneer een signaal via meerdere schakels in de cel wordt
doorgegeven.
o Intracellulair= binnen de cel.
o Extracellulair= buiten de cel.

Afb 5 blz 14

 Hormoonstelsel= bestaat uit hormoonklieren.
o Hypofyse:
 Ligt in het midden van het hoofd onder de hersenen.
 Hypofysevoorkwab.
 FSH en LH beïnvloeden de testes en de ovaria.
 Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)= geproduceert bij stress en
bevordert de aanmaak van hormonen door de bijnierschors.
 Hypofyseachterkwab.

,  Oxytocine= stimuleert het ontstaan van weeën.
 Hypofysehormonen:
 Groeihormoon (GH)= regelt de groei en ontwikkeling.
o Bij te veel groeihormoon: reuzegroei.
o Bij te weinig groeihormoon: dwerggroei.
 Prolactine= speelt een rol bij het vergroten van de melkklieren,
stimuleert de productie van melk door de melkklieren in de borsten.
 Antidiuretisch hormoon (ADH)= regelt de resorptie van water in de
nieren bij de vorming van urine.
o Hierdoor blijft de osmotische waarde van het bloed gelijk.
o Hypothalamus:
 Geeft 2 typen neurohormonen af die de endocriene cellen in de hypofyse
voorkwam beïnvloeden.
 Inhibiting hormonen (IH)= zorgen ervoor dat de endocriene cellen in
de hypofysevoorkwab geen hormonen.
o Een remming.
o Afgegeven aan haarvaten en via het bloed komen ze in de
hypofysevoorkwab terecht, stimuleren ze de productie en
afgifte van hypofysehormonen.
 Releasing hormonen (RH)= stimuleren de endocriene cellen in de
hypofysevoorkwab juist om bepaalde hormonen te produceren.
o Afgegeven aan haarvaten en via het bloed komen ze in de
hypofysevoorkwab terecht, stimuleren ze de productie en
afgifte van hypofysehormonen.
o Schildklier.
 Ligt in de hals, voor het strottenhoofd, tegen de luchtpijp aan.
 Produceert thyroxine/schildklierhormoon = beïnvloedt de stofwisseling,
vooral de verbranding van glucose te stimuleren.
 Te veel thyroxine: veel verbranding, meer afvallen.
 Te weinig thyroxine: minder verbranding, minder afvallen.
o Bijnieren.
 Epo (erytropoëtine)= wordt geproduceerd wanneer er te weinig zuurstof
wordt aangevoerd.
 Stimuleert de productie van rode bloedcellen in het rode beenmerg,
waardoor het bloed stroperiger wordt.
 Bijnieren bestaat uit:
 Bijnierschors.
o ACTH= wordt gestimuleert om cortisol te produceren.
 Cortisol= komt vrij bij stress en onderdrukt de
werking van het afweersysteem, maar verhoogt de
glucoseconcentratie in het bloed.
 Bijniermerg:
o Adrenaline= wprdt geproduceert bij stress, met een snelle
en kortdurige werking wat de stofwisseling bevordert.
 Cellen in de lever en spieren zetten glucogeen om in
glucose.
€6,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
frederiquekamminga

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
frederiquekamminga
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
0
Documents
18
Dernière vente
-

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions