SEMESTER 2: PSYCHOLOGIE VOOR SW
Hoofdstuk 1: gedragstherapie – het behaviorisme (13/01)
1.1 uitgangspunten van het behaviorisme
- behavioristen focussen zich op het waarneembare gedrag, het is de objectieve
kennisverwerving die centraal staat
- leerprocessen verklaren het gedrag, alles is aangeleerd en kan je ook afleren
- mensen en dieren zijn hetzelfde
- een kind komt onbeschreven ter wereld → tabula rasa, ieder kind is het resultaat van de
stimuli, van zijn conditioneringsgeschiedenis
- je kan complex gedrag reduceren naar kleinere stukken
1.2 geschiedenis behaviorisme
1.3 mensbeeld
- Niet jijzelf, maar de omgeving stuurt je gedrag door middel van leerprocessen
o Iedereen kan leren
o We leren soms ook angsten, depressie en fobieën
- Alles wat iemand kan, is geleerd, immers hij komt blanco ter wereld
- Leerprocessen bij mensen verschillen niet principieel met die van dieren
- De mens is hooguit een ingewikkelde rat
- Leerprocessen bij kinderen verschillen niet principieel met die van volwassenen
1.4 leerprocessen
1.4.1 klassieke conditionering
- Bouwt voort op een al aanwezige reflex
- Direct na de geboorte al aantoonbaar
- Recente experimenten tonen het al aan bij het ongeboren kind
- Gebaseerd op een associatie tussen twee stimuli
- Leerproces verloopt vaak onbewust en automatisch
- Vb) hond van pavlov
, -
- Leerwetten klassieke coditionering
o Stimulusdiscriminatie
▪ Bang voor honden → bang voor blaffende honden
o Stimulusgeneralisatie
▪ Bang voor slangen → bang voor slangen en palingen
▪ Angsten uitbreiden
o Contiguïteit
▪ Ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus volgen elkaar snel op in
tijd
o Extinctie
▪ Uitdoving wanneer de geconditioneerde stimulus herhaaldelijk wordt
aangeboden zonder de ongeconditioneerde stimulus
1.4.2 operante conditionering
- noemen we ookwel de wet vh effect
- operante conditionering= Gedrag (responsen) dat leidt tot prettige gevolgen wordt
herhaald, gedrag (responsen) dat leidt tot onprettige gevolgen blijft voortaan achterwege.
- Beloond gedrag zorgt ervoor dat een gedrag meermaals zal opdagen
- Zetten het constant in
, -
- Leerwetten operante conditionering
o Gedrag dooft uit door het te negeren (extinctie)
o Gedrag lokt meestal meerdere consequenties uit
o Zo nu en dan belonen werkt beter dan altijd belonen
o Snelle effecten werken beter
o Belonen werkt beter dan straffen
▪ We negeren ongewenst gedrag vaker dan straffen
1.4.3 model leren
- Beschreven door A. Bandura met experiment over aanleren van agressief gedrag
- Leren door het gedrag van iemand anders te observeren
o Gaat over elk soort gedrag
▪ Pesten, liefde, fietsen, koken, helpen,..
▪ We leren door met elkaar te interageren
- Belangrijk principe uit opvoeding is voor-leven
- Walk the talk!= je moet zelf het voorbeeld geven om een gedrag aan te leren bij een ander
1.4.4 nieuwe ontwikkelingen
- Klassiek behaviorisme bestaat niet meer
- Neobehaviorisme is een moderne variant
- Aandacht voor interveniërende variabelen. Variabelen tussen stimulus en respons
, - Meer aandacht voor inhoud van black box. Onderzoek naar cognitie en hersenen
- Het gaat meer om leren van betekenissen en uitoefenen van controle
1.5 verklaringen psychische storingen
- Aangeleerde hulpeloosheid verklaart depressie
- Depressief gedrag ontstaat omdat op normaal gedrag geen prettige consequenties volgen
1.6 toepassing in hulpverlening en opvoeding
- Gedragstherapie is een vorm van psychotherapie die het gedrag van een cliënt probeert te
veranderen d.m.v. de wetten en de principes van de leertheorie
- Mensen met mentale stoornissen hebben verkeerde gedragingen aangeleerd die moeten
afgeleerd worden en vervangen door beter aangepaste reacties
- In het werkveld zal je dus wellicht gedrag willen veranderen.
- We moeten eerst zien, weten en meten wat er met gedrag aan de hand is voor je hett kan
veranderen
1.6.1 Gedragsanalyse
- problematische gedragingen van de cliënt worden in kaart gebracht samen met de situaties
die ze uitlokken
- Tekort of teveel aan gedrag
o Een tekort wordt opgelost door een teveel van een ander bepaald gedrag
- Van onnauwkeurige en algemene interpretatie naar observeerbaar en meetbaar
- We moeten mensen ervan bewust maken dat gedrag aangeleerd is
o Kinderen die nooit luisteren of heel apathisch zij → niet volledig fout van het kind,
maar ook de ouder die het kind foutief opvoed
- Ookwel functieanalyse
- We letten altijd op
o Frequentie= hoeveel keer
o Tijdsduur
o Intensiteit
o Omvang
- Dat gedrag moeten we afwegen tegen
o Leeftijd en ontwikkeling
o Het verloop van het ontwikkelingsproces dat voor ene bepaald gedrag zorgt
Hoofdstuk 1: gedragstherapie – het behaviorisme (13/01)
1.1 uitgangspunten van het behaviorisme
- behavioristen focussen zich op het waarneembare gedrag, het is de objectieve
kennisverwerving die centraal staat
- leerprocessen verklaren het gedrag, alles is aangeleerd en kan je ook afleren
- mensen en dieren zijn hetzelfde
- een kind komt onbeschreven ter wereld → tabula rasa, ieder kind is het resultaat van de
stimuli, van zijn conditioneringsgeschiedenis
- je kan complex gedrag reduceren naar kleinere stukken
1.2 geschiedenis behaviorisme
1.3 mensbeeld
- Niet jijzelf, maar de omgeving stuurt je gedrag door middel van leerprocessen
o Iedereen kan leren
o We leren soms ook angsten, depressie en fobieën
- Alles wat iemand kan, is geleerd, immers hij komt blanco ter wereld
- Leerprocessen bij mensen verschillen niet principieel met die van dieren
- De mens is hooguit een ingewikkelde rat
- Leerprocessen bij kinderen verschillen niet principieel met die van volwassenen
1.4 leerprocessen
1.4.1 klassieke conditionering
- Bouwt voort op een al aanwezige reflex
- Direct na de geboorte al aantoonbaar
- Recente experimenten tonen het al aan bij het ongeboren kind
- Gebaseerd op een associatie tussen twee stimuli
- Leerproces verloopt vaak onbewust en automatisch
- Vb) hond van pavlov
, -
- Leerwetten klassieke coditionering
o Stimulusdiscriminatie
▪ Bang voor honden → bang voor blaffende honden
o Stimulusgeneralisatie
▪ Bang voor slangen → bang voor slangen en palingen
▪ Angsten uitbreiden
o Contiguïteit
▪ Ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus volgen elkaar snel op in
tijd
o Extinctie
▪ Uitdoving wanneer de geconditioneerde stimulus herhaaldelijk wordt
aangeboden zonder de ongeconditioneerde stimulus
1.4.2 operante conditionering
- noemen we ookwel de wet vh effect
- operante conditionering= Gedrag (responsen) dat leidt tot prettige gevolgen wordt
herhaald, gedrag (responsen) dat leidt tot onprettige gevolgen blijft voortaan achterwege.
- Beloond gedrag zorgt ervoor dat een gedrag meermaals zal opdagen
- Zetten het constant in
, -
- Leerwetten operante conditionering
o Gedrag dooft uit door het te negeren (extinctie)
o Gedrag lokt meestal meerdere consequenties uit
o Zo nu en dan belonen werkt beter dan altijd belonen
o Snelle effecten werken beter
o Belonen werkt beter dan straffen
▪ We negeren ongewenst gedrag vaker dan straffen
1.4.3 model leren
- Beschreven door A. Bandura met experiment over aanleren van agressief gedrag
- Leren door het gedrag van iemand anders te observeren
o Gaat over elk soort gedrag
▪ Pesten, liefde, fietsen, koken, helpen,..
▪ We leren door met elkaar te interageren
- Belangrijk principe uit opvoeding is voor-leven
- Walk the talk!= je moet zelf het voorbeeld geven om een gedrag aan te leren bij een ander
1.4.4 nieuwe ontwikkelingen
- Klassiek behaviorisme bestaat niet meer
- Neobehaviorisme is een moderne variant
- Aandacht voor interveniërende variabelen. Variabelen tussen stimulus en respons
, - Meer aandacht voor inhoud van black box. Onderzoek naar cognitie en hersenen
- Het gaat meer om leren van betekenissen en uitoefenen van controle
1.5 verklaringen psychische storingen
- Aangeleerde hulpeloosheid verklaart depressie
- Depressief gedrag ontstaat omdat op normaal gedrag geen prettige consequenties volgen
1.6 toepassing in hulpverlening en opvoeding
- Gedragstherapie is een vorm van psychotherapie die het gedrag van een cliënt probeert te
veranderen d.m.v. de wetten en de principes van de leertheorie
- Mensen met mentale stoornissen hebben verkeerde gedragingen aangeleerd die moeten
afgeleerd worden en vervangen door beter aangepaste reacties
- In het werkveld zal je dus wellicht gedrag willen veranderen.
- We moeten eerst zien, weten en meten wat er met gedrag aan de hand is voor je hett kan
veranderen
1.6.1 Gedragsanalyse
- problematische gedragingen van de cliënt worden in kaart gebracht samen met de situaties
die ze uitlokken
- Tekort of teveel aan gedrag
o Een tekort wordt opgelost door een teveel van een ander bepaald gedrag
- Van onnauwkeurige en algemene interpretatie naar observeerbaar en meetbaar
- We moeten mensen ervan bewust maken dat gedrag aangeleerd is
o Kinderen die nooit luisteren of heel apathisch zij → niet volledig fout van het kind,
maar ook de ouder die het kind foutief opvoed
- Ookwel functieanalyse
- We letten altijd op
o Frequentie= hoeveel keer
o Tijdsduur
o Intensiteit
o Omvang
- Dat gedrag moeten we afwegen tegen
o Leeftijd en ontwikkeling
o Het verloop van het ontwikkelingsproces dat voor ene bepaald gedrag zorgt