Retail Marketing
Punten
- 30%: Examen multiple choice of woord invullen
- 30%: Projectdag op punten (25/5)
- 40%: kijkstage verslag
1. The retail landscape
Concept retail
Is het retail?
Geen retail
Is retail in grote lijn
Is geen detail handel
Is B2B
Retail is altijd naar eindconsument
Mensen betalen niet met netto inkomen
Is retail
Is retail
Is grootste private werkgever in de wereld
Is retail
Online retail
,Algemeen retail marketing
Retailing
= alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten tot het direct leveren
van goederen, diensten en informatie aan eindconsumenten. De consumenten
betalen dit met hun netto-inkomen.
- Retailer: Kanaal selectie
- Retailer versus groothandel
- Producenten
- Consumenten – afnemer
- Verschillende soorten:
o Fysiek, online & omnichannel
o Winkels alleen online: Zalando…
o Winkels alleen fysiek: aldi, lidl, primark…
Omnichannel strategy
= Leveraging existing physical assets and providing a seamless shopping experience
through brick-and-mortar stores and digital channels differentiates you and gives you
a competitive edge over online-only retailers.
- 73% van shoppers verwacht dat er fysiek en online gechopt kan worden
- Omnichannele klanten zijn goede klanten
- Spenenderen meer in fysieke klanten
- We gaan meer naar omnichannel ( niet alleene online maar ook fysiek is van belang)
- Evolutie in retail
o Omnichannel voor meer verkoop
o Omnichannel voor een betere ervaring
,Is dit retail?
Horeca is retail maar geen detailhandel
Is wel eindconsument die betaald met netto inkomen
Is retail
Grenzen van retail vervagen
- Retail ≠ Detailhandel
o Retailbestedingen:
§ Diensten: banken, verzekeringen medische diensten, vakantiereizen
§ Goederen: HORECA
○ Detailhandelbestedingen
§ Afzet van consumptieve goederen
- Alle detailhandels zijn retailers, maar niet alle retailers zijn detailhandels.
- Vaak door elkaar gebruikt – Grens vervaagd
- Voorbeelden voornamelijk uit detailhandel
- Spel van vraag en aanbod
o Aanbod is groter dan vraag
o = retail marketing à Fictief meer vraag creëren
o Marketing stimuleren zodat er meer verkocht wordt
o Aanbod à leveranciers, sellers
o Vraag à afnemers, buyers
Supply chain
Bedrijfskolom = supply chain
- De opeenvolgende stappen die een product doormaakt, voordat
het bij de klant is.
- Toegevoegde waarde: Elk bedrijf voegt waarde toe aan het
product
o Elke stap geeft toegevoegde waarde à elke stap kost geld
- Twee stromen
o Goederenstroom
o Geldstroom
- Recyclage
o tweede kortere bedrijfskolom
, Oefening: maak sypply chain voor brood
- Oerproduct:
○ graan, (bloem), gist, water…
- Handelsbedrijf:
○ Boer die graan voorziet
- Producent van halffabrikant
○ Verwerkt tot meel
- Producenten van eindproducten
○ Grootbakker waar brood wordt gemaakt
- Groothandel:
○ la Loraine
- Detailhandel:
○ koude bakker in de buurt
Bewegingen in de supply chain
- Integratie : supply chain wordt korter
o Voorwaartse integratie: fabrikant wordt retailer bv. Levi’s, Lush
o Achterwaartse integratie: retailer is ook leverancier bv. HEMA, IKEA
- Differentiatie: supply chain wordt langer (insourcen)
o Wat ander bedrijf deed, nu zelf gaan doen
- Parallellisatie: supply chain wordt breder (extra aanbod)
- Specialisatie: supply chain wordt smaller (minder aanbod)
Oefening: verbind de juiste term met het juiste voorbeeld
^Specialisatie ^differentiatie
^Integratie (achterwaarts) ^parallellisatie
Punten
- 30%: Examen multiple choice of woord invullen
- 30%: Projectdag op punten (25/5)
- 40%: kijkstage verslag
1. The retail landscape
Concept retail
Is het retail?
Geen retail
Is retail in grote lijn
Is geen detail handel
Is B2B
Retail is altijd naar eindconsument
Mensen betalen niet met netto inkomen
Is retail
Is retail
Is grootste private werkgever in de wereld
Is retail
Online retail
,Algemeen retail marketing
Retailing
= alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten tot het direct leveren
van goederen, diensten en informatie aan eindconsumenten. De consumenten
betalen dit met hun netto-inkomen.
- Retailer: Kanaal selectie
- Retailer versus groothandel
- Producenten
- Consumenten – afnemer
- Verschillende soorten:
o Fysiek, online & omnichannel
o Winkels alleen online: Zalando…
o Winkels alleen fysiek: aldi, lidl, primark…
Omnichannel strategy
= Leveraging existing physical assets and providing a seamless shopping experience
through brick-and-mortar stores and digital channels differentiates you and gives you
a competitive edge over online-only retailers.
- 73% van shoppers verwacht dat er fysiek en online gechopt kan worden
- Omnichannele klanten zijn goede klanten
- Spenenderen meer in fysieke klanten
- We gaan meer naar omnichannel ( niet alleene online maar ook fysiek is van belang)
- Evolutie in retail
o Omnichannel voor meer verkoop
o Omnichannel voor een betere ervaring
,Is dit retail?
Horeca is retail maar geen detailhandel
Is wel eindconsument die betaald met netto inkomen
Is retail
Grenzen van retail vervagen
- Retail ≠ Detailhandel
o Retailbestedingen:
§ Diensten: banken, verzekeringen medische diensten, vakantiereizen
§ Goederen: HORECA
○ Detailhandelbestedingen
§ Afzet van consumptieve goederen
- Alle detailhandels zijn retailers, maar niet alle retailers zijn detailhandels.
- Vaak door elkaar gebruikt – Grens vervaagd
- Voorbeelden voornamelijk uit detailhandel
- Spel van vraag en aanbod
o Aanbod is groter dan vraag
o = retail marketing à Fictief meer vraag creëren
o Marketing stimuleren zodat er meer verkocht wordt
o Aanbod à leveranciers, sellers
o Vraag à afnemers, buyers
Supply chain
Bedrijfskolom = supply chain
- De opeenvolgende stappen die een product doormaakt, voordat
het bij de klant is.
- Toegevoegde waarde: Elk bedrijf voegt waarde toe aan het
product
o Elke stap geeft toegevoegde waarde à elke stap kost geld
- Twee stromen
o Goederenstroom
o Geldstroom
- Recyclage
o tweede kortere bedrijfskolom
, Oefening: maak sypply chain voor brood
- Oerproduct:
○ graan, (bloem), gist, water…
- Handelsbedrijf:
○ Boer die graan voorziet
- Producent van halffabrikant
○ Verwerkt tot meel
- Producenten van eindproducten
○ Grootbakker waar brood wordt gemaakt
- Groothandel:
○ la Loraine
- Detailhandel:
○ koude bakker in de buurt
Bewegingen in de supply chain
- Integratie : supply chain wordt korter
o Voorwaartse integratie: fabrikant wordt retailer bv. Levi’s, Lush
o Achterwaartse integratie: retailer is ook leverancier bv. HEMA, IKEA
- Differentiatie: supply chain wordt langer (insourcen)
o Wat ander bedrijf deed, nu zelf gaan doen
- Parallellisatie: supply chain wordt breder (extra aanbod)
- Specialisatie: supply chain wordt smaller (minder aanbod)
Oefening: verbind de juiste term met het juiste voorbeeld
^Specialisatie ^differentiatie
^Integratie (achterwaarts) ^parallellisatie
