Cocaïne = sterk verslavende drug
- Verstoring in beloningscentrum -> stimulerend en verslavend effect
- Gewenning -> steeds meer nodig voor zelfde effect
- Regelmatig gebruik -> bijverschijnselen
H6. HET PUBERENDE BREIN
1. SITUERING
Adolescentie: overgangsperiode tss kindertijd en volwassenheid
Belangrijke periode WANT veel veranderingen, o.a. in de hersenen
2. ONTWIKKELING V D EXECUTIEVE FUNCTIES
Scholen zetten steeds meer in op zelfsturend leren: methode waarbij leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor
hun eigen leerproces
Positief: nieuwe ervaring -> ontwikkeling v hersenen
Negatief: limiet aan ontwikkeling op bepaalde leeftijd
o Hersengebieden voor planning zijn nog aan het rijpen & communicatie tss hersengebieden is
nog niet optimaal
2.1 FRONTALE CORTEX: DE REGULATOR V D COGNITIEVE VERMOGENS
Executieve functies: verzamelnaam voor functies die belangrijk zijn voor doelgericht gedrag (vb. plannen v
schoolwerk, opletten in de klas als er achter je gepraat wordt)
Vaak complex WANT verschillende vaardigheden voor nodig
o Moeilijk voor jongeren WANT nog niet alle vaardigheden zijn ontwikkeld
Goede balans zoeken tss zelfstandig zijn en begeleiden & sturen
Aansturen v executieve functies gebeurt vooral in frontale cortex
Plaatsbepaling in hersenen
- Superior: bovenste VS inferior: onderste
- Ventraal: buikzijde VS dorsaal: rugkant
- Anterior: naar voren toe VS posterior: naar achteren toe
- Mediaal: binnenzijde VS lateriaal: buitenzijde
Basisgebieden voor executieve functies (in frontale cortex)
30
, - Motorische frontale cortex: verantwoordelijk voor het in gang zetten en uitvoeren v motorische
handelingen (meer naar achter)
- Laterale frontale cortex: verantwoordelijk voor plannen v gedrag, leren en toepassen v regels en
volgen v instructies (meer naar voor)
- Mediale frontale cortex: verantwoordelijk voor planning, doelgerichte handelingen en zelfstandig
sturen v gedrag (onder laterale cortex)
Basisprocessen v executieve functies
- Werkgeheugen
- Inhibitie
- Flexibiliteit
2.1.1 WERKGEHEUGEN
Werkgeheugen: deel v d hersenen dat gebruikt wordt voor het actief houden v informatie in gedachten
Belangrijk voor alles wat we op school leren (vb. leren lezen, begrijpen v moeilijke teksten, maken v
rekenopdrachten…)
o Voorspellende waarde -> hoe beter h werkgeheugen, hoe beter d schoolresultaten
Meest complexe vormen verbeteren tijdens adolescentie
Kan getraind worden door veel te oefenen MAAR er zijn grenzen
Meten v werkgeheugen
- Tijd tss aanbieden v info en opnieuw benoemen v info variëren (vb. opnieuw na 5, 10 of 15 seconden)
o Jonge kinderen hebben minder grote capaciteit
- Hoeveelheid info variëren (vb. 5, 10 of 15 afbeeldingen)
o Jonge kinderen maken meer fouten bij ‘stapelopdrachten’
Manipulatietaak: vaardigheid om informatie in gedachten te manipuleren of ermee te werken (vb. p-b-f-n, zet
in alfabetische volgorde)
Jonge kinderen hebben meer moeite WANT
o Gebieden moeten op elkaar afstemmen
o Ontwikkelt tot ver in adolescentie
Maakt gebruik van laterale prefrontale cortex
o Info vasthouden -> ventrale laterale prefrontale cortex
o Info manipuleren -> dorsale laterale prefrontale cortex
Groei v dorsaal gedeelte loopt langer door, dus moeilijker op jonge leeftijd
2.1.2 INHIBITIE
31