Communicatie, Cognitie en Begrijpelijkheid – Samenvatting Tentamen 1
Using Kintsch’s Computional Model to Improve Instructional Tekst: Effects of Repairing
Inference Calls on Recall and Cognitive Structures – Britton & Gülgöz
Het programma van Kintsch simuleert de manier waarop de menselijke lezer een mentale
representatie van de tekst construeert. In de simulatie worden ten eerste de proposities van de
eerste zin ingevoerd, vervolgens de proposities van de tweede zin waarna er wordt gekeken naar een
coherentie tussen die proposities. Coherentie wordt gevonden wanneer de tweede zin een idee
bevat dat in de eerste zin is genoemd. Dit proces gaat door tot het einde van de tekst.
Wanneer er geen coherentie vastgesteld kan worden kan de menselijke lezer proberen om een
inferentie te maken. De tekst “vraagt om” een inferentie. Wanneer de lezer hier in slaagt wordt
coherentie gehandhaafd, maar wanneer de lezer faalt wordt de coherentie verstoord. De lezers
mentale representatie van tekst is niet langer coherent. Wanneer het programma van Kintsch een
vraag naar inferentie tegenkomt stelt het vast dat het niet in staat is om door te gaan.
Principes van het Kintsch programma die gebruikt worden om een tekst te herstellen en meer
coherent te maken:
Principe 1: Maak het voor de lezer makkelijker door de zin te herschrijven zodat het
verbonden woord van de vorige zin wordt herhaald. Wanneer hetzelfde concept voorkomt in
de tekst zou dezelfde term gebruikt moeten worden. In iedere volgende zin moet minstens
één eerdere term gebruikt worden. Zorg voor overlap.
o Argument overlap: Het model van Kintsch vindt coherentie wanneer een idee wordt
herhaald van de ene naar de andere zin (herhaal het woord dat verwijst naar het
idee). Bij argument overlap bevat elke propositie één of meerdere argumenten
(ideeën), en overlap vindt plaats wanneer het zelfde argument voorkomt in een
latere propositie.
Principe 2: Maak het voor de lezer makkelijker door de zin zo te rangschikken dat de lezer
eerst het oude deel tegenkomt (wat specificeert waar de zin verbonden moet worden met
de mentale representatie) en vervolgens het nieuwe deel (wat aangeeft welke nieuwe
informatie moet worden toegevoegd aan locatie in de mentale representatie). Dit voorkomt
extra lading op het werkende geheugen. Eerst doorgaan op het oude, daarna pas iets nieuws
introduceren.
o Leading-edge strategie: Implementeert het oude-nieuwe contract in het Kintsch
model. Algoritme dat wordt gebruikt om te kiezen welke eerdere proposities
gehouden moeten worden in het werkgeheugen van de ene input cyclus naar de
andere. Deze overgehouden proposities worden als eerste bestudeerd wanneer er
wordt gezocht naar coherentie links tussen de nieuwe zin en eerdere proposities.
Ten eerste worden de ideeën in elke nieuwe zin bestudeerd en wordt er gezocht
naar het eerste idee in de zin dat een eerder idee herhaalt. Dit correspondeert met
het eerder gegeven idee, het algoritme stopt vervolgens het idee bovenaan een
structuur dat het creëert voor de zin. Het koppelt de laatste ideeën in een zin met de
boomstructuur. Deze ideeën bevatten waarschijnlijk nieuwe ideeën. Het algoritme
kiest ervoor om de ideeën aan de top van de boomstructuur over te houden, die
waarschijnlijk de gegeven ideeën en de laatste, nieuwe, ideeën bevatten. Het heeft
dus een ingebouwde bias om proposities te kiezen die waarschijnlijk gegeven ideeën
en nieuwe ideeën includeren.
Principe 3: Maak het voor de lezer makkelijker door de belangrijke impliciete referenties
expliciet te maken. Wanneer er impliciet naar een concept dat later nodig is wordt
gerefereerd, refereer dan expliciet zodat de lezer het niet mist. Zorg dat datgene waar naar
gerefereerd wordt al expliciet is vermeld. De lezer moet kunnen weten dat iets al eerder is
benoemd.
Using Kintsch’s Computional Model to Improve Instructional Tekst: Effects of Repairing
Inference Calls on Recall and Cognitive Structures – Britton & Gülgöz
Het programma van Kintsch simuleert de manier waarop de menselijke lezer een mentale
representatie van de tekst construeert. In de simulatie worden ten eerste de proposities van de
eerste zin ingevoerd, vervolgens de proposities van de tweede zin waarna er wordt gekeken naar een
coherentie tussen die proposities. Coherentie wordt gevonden wanneer de tweede zin een idee
bevat dat in de eerste zin is genoemd. Dit proces gaat door tot het einde van de tekst.
Wanneer er geen coherentie vastgesteld kan worden kan de menselijke lezer proberen om een
inferentie te maken. De tekst “vraagt om” een inferentie. Wanneer de lezer hier in slaagt wordt
coherentie gehandhaafd, maar wanneer de lezer faalt wordt de coherentie verstoord. De lezers
mentale representatie van tekst is niet langer coherent. Wanneer het programma van Kintsch een
vraag naar inferentie tegenkomt stelt het vast dat het niet in staat is om door te gaan.
Principes van het Kintsch programma die gebruikt worden om een tekst te herstellen en meer
coherent te maken:
Principe 1: Maak het voor de lezer makkelijker door de zin te herschrijven zodat het
verbonden woord van de vorige zin wordt herhaald. Wanneer hetzelfde concept voorkomt in
de tekst zou dezelfde term gebruikt moeten worden. In iedere volgende zin moet minstens
één eerdere term gebruikt worden. Zorg voor overlap.
o Argument overlap: Het model van Kintsch vindt coherentie wanneer een idee wordt
herhaald van de ene naar de andere zin (herhaal het woord dat verwijst naar het
idee). Bij argument overlap bevat elke propositie één of meerdere argumenten
(ideeën), en overlap vindt plaats wanneer het zelfde argument voorkomt in een
latere propositie.
Principe 2: Maak het voor de lezer makkelijker door de zin zo te rangschikken dat de lezer
eerst het oude deel tegenkomt (wat specificeert waar de zin verbonden moet worden met
de mentale representatie) en vervolgens het nieuwe deel (wat aangeeft welke nieuwe
informatie moet worden toegevoegd aan locatie in de mentale representatie). Dit voorkomt
extra lading op het werkende geheugen. Eerst doorgaan op het oude, daarna pas iets nieuws
introduceren.
o Leading-edge strategie: Implementeert het oude-nieuwe contract in het Kintsch
model. Algoritme dat wordt gebruikt om te kiezen welke eerdere proposities
gehouden moeten worden in het werkgeheugen van de ene input cyclus naar de
andere. Deze overgehouden proposities worden als eerste bestudeerd wanneer er
wordt gezocht naar coherentie links tussen de nieuwe zin en eerdere proposities.
Ten eerste worden de ideeën in elke nieuwe zin bestudeerd en wordt er gezocht
naar het eerste idee in de zin dat een eerder idee herhaalt. Dit correspondeert met
het eerder gegeven idee, het algoritme stopt vervolgens het idee bovenaan een
structuur dat het creëert voor de zin. Het koppelt de laatste ideeën in een zin met de
boomstructuur. Deze ideeën bevatten waarschijnlijk nieuwe ideeën. Het algoritme
kiest ervoor om de ideeën aan de top van de boomstructuur over te houden, die
waarschijnlijk de gegeven ideeën en de laatste, nieuwe, ideeën bevatten. Het heeft
dus een ingebouwde bias om proposities te kiezen die waarschijnlijk gegeven ideeën
en nieuwe ideeën includeren.
Principe 3: Maak het voor de lezer makkelijker door de belangrijke impliciete referenties
expliciet te maken. Wanneer er impliciet naar een concept dat later nodig is wordt
gerefereerd, refereer dan expliciet zodat de lezer het niet mist. Zorg dat datgene waar naar
gerefereerd wordt al expliciet is vermeld. De lezer moet kunnen weten dat iets al eerder is
benoemd.
