,[Titel van document]
Inhoudsopgave
WEEK 1: EEN INTRODUCTIE VAN DE PSYCHIATRIE..............................................................................3
WEEK 2: PSYCHOTISCHE STOORNISSEN..................................................................................................11
WEEK 3: STEMMINGSSTOORNISSEN..........................................................................................................21
WEEK 4: ANGSTSTOORNISSEN EN PTSS....................................................................................................29
WEEK 5: PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN..........................................................................................35
WEEK 6: AAN MIDDELEN GERELATEERDE STOORNISSEN................................................................43
WEEK 7: DIAGNOSTIEK VAN NEUROCOGNITIEVE STOORNISSEN EN OUDEREN
PSYCHIATRIE.....................................................................................................................................................54
EVENTUELE AANVULLINGEN......................................................................................................................61
WEEK 1: EEN INTRODUCTIE VAN DE PSYCHIATRIE.............................................................................................61
WEEK 2: PSYCHOTISCHE STOORNISSEN..............................................................................................................61
WEEK 3: STEMMINGSSTOORNISSEN....................................................................................................................62
WEEK 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN..........................................................................................................63
WEEK 6: AAN MIDDELEN GERELATEERDE STOORNISSEN...................................................................................63
WEEK 7: DIAGNOSTIEK VAN NEUROCOGNITIEVE STOORNISSEN EN OUDEREN PSYCHIATRIE.............................68
2
,[Titel van document]
Week 1: een introductie van de psychiatrie
De student kan:
Het eigen beeld over psychiatrie weergeven.
Eigen invulling
Maatschappelijke opvattingen en (voor)oordelen ten aanzien van
psychiatrisch patiënten benoemen.
Eigenlijk heeft iedere psychiatrische patiënt te maken met (voor)oordelen of
discriminatie. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn gewelddadig
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn gevaarlijk
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn minder intelligent
Psychische problematiek komt door persoonlijke zwakte
Eens ziek is altijd ziek
Het komt weinig voor
Het is hun eigen schuld
Mensen meteen psychiatrische ziekte zijn vaak dom of
ontoerekeningsvatbaar
Mensen met een psychische ziekte kunnen niet deelnemen aan de
maatschappij
Het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
beschrijven en de rol van de verpleegkundige binnen het
multidisciplinaire team.
De GGZ is voortdurend in ontwikkeling. De laatste decennia wordt ernaar
gestreefd om cliënten thuis de nodige zorg te geven zodat opname in een
psychiatrisch ziekenhuis kan worden voorkomen. Hiervoor zijn verschillende
organisaties:
Psychiatrische intensieve thuiszorg (PIT)
PIT is een vorm van aanvullende verpleegkundige begeleiding naast de
ambulante begeleiding Dit is bedoeld voor cliënten voor wie ambulante
begeleiding zelf niet genoeg steun biedt. Het doel van deze vorm van zorg is
tweeledig: Opname voorkomen of verkorten door intensieve psychiatrische
begeleiding te bieden.
Assertieve Community Treatment (ACT): actief op mensen afstappen om
ze te helpen, gevraagd of ongevraagd
ACT-teams vallen onder de regionale GGZ-instellingen. Deze teams verlenen
intensieve, outreachtende, langdurige behandelingen, begeleiding en
rehabilitatie aan cliënten met ernstige problemen op het gebied van psychiatrie
en verslaving die daarnaast ook gedragsproblemen hebben.
Functie Assertive Community Treatment (FACT)
De doelgroep van FACT zijn mensen met langdurige of blijvende ernstige
psychiatrische aandoeningen die niet in het ziekenhuis verblijven. Het doel is
cliënten te begeleiden, te behandelen en te ondersteunen in hun herstel.
Cliënten worden thuis begeleid en de zorg is aangepast aan hun persoonlijke
behoeftes. Ook ondersteunt FACT bij het vinden van zinvolle dagbesteding en het
versterken van de sociale betrokkenheid.
Waar ACT zich richt op cliënten die de meest intensieve langdurende zorg nodig
hebben, daar richt FACT zich in een bepaalde wijk of regio op álle patiënten met
een ernstige psychiatrische aandoening. Aan hen biedt een FACT-
team behandeling, begeleiding en praktische ondersteuning bij het zo zelfstandig
mogelijk leven.
3
, [Titel van document]
Begeleide en beschermende woonvormen
Meestal zijn begeleidende woonvormen een deel van een grote GGZ-organisatie.
Begeleid en beschermende woonvormen zijn ontstaan als alternatief voor een
langdurig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. Hierbij wonen kleine groepen
(ex-)cliënten samen en krijgen ondersteuning en begeleiding. Voor veel mensen
is dit een tussenstap naar zelfstandig wonen.
Bemoeizorg
Voor mensen die zorg mijden is bemoeizorg ontstaan. Bemoeizorg tracht mensen
te begeleiden die door de reguliere zorg niet of moeilijk bereikt worden. Het heeft
tot doel:
De gezondheid van de cliënten te verbeteren
De gezondheidsrisico’s of verslechtering van de gezondheid te beperken
De praktische leefomstandigheden te verbeteren
Multidisciplinair team:
Psychiater
Psycholoog
Psychotherapeut
Psychiatrisch verpleegkundige
Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (opleiding na HBO V)
Maatschappelijk werk
Vak therapeut (creatieve therapie, psychomotorische therapie)
Maar ook: politie, huisarts, woningbouw, vrijwilligerswerk en gemeente
Rol van de verpleegkundige:
Als psychiatrisch verpleegkundige heb je te maken met mensen bij wie hun
functioneren wordt beïnvloed door psychische problemen. Tijdens de begeleiding
en zorg die jij biedt, richt je je op het gedrag van je patiënten en heb je als doel
de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren.
https://www.joof.nl/wat-doet-een-psychiatrisch-verpleegkundige/
Omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische
stoornis en psychopathologie betekenen.
Psychiatrie:
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met psychische ziektebeelden en soms
ook met de psychische gezondheid in het algemeen
Psychische stoornis:
Afwijkende emoties, gedachten of een afwijkend gedragspatroon dat wordt
gekenmerkt door een storing in het dagelijks sociaal functioneren van een
persoon. Psychische stoornissen hebben vaak ook een lichamelijke oorzaak en
zijn in de zin dus vaak niet alleen psychisch qua oorzaak
Psychopathologie:
Het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van de diverse vormen
van afwijkende emoties, gedachten en afwijkend gedrag.
Criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of
gedrag afwijkend is.
De meest gebruikte criteria zijn:
Uitzonderlijk gedrag: gedrag wat bij weinig mensen voorkomt, zoals het
horen van stemmen of het gevoel van angst wanneer je een supermarkt
betreedt.
Sociaal afwijkend gedrag: een cultuur heeft eigen normen en waarden en
dingen die normaal gevonden worden. Ook vinden wij als maatschappij
4
Inhoudsopgave
WEEK 1: EEN INTRODUCTIE VAN DE PSYCHIATRIE..............................................................................3
WEEK 2: PSYCHOTISCHE STOORNISSEN..................................................................................................11
WEEK 3: STEMMINGSSTOORNISSEN..........................................................................................................21
WEEK 4: ANGSTSTOORNISSEN EN PTSS....................................................................................................29
WEEK 5: PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN..........................................................................................35
WEEK 6: AAN MIDDELEN GERELATEERDE STOORNISSEN................................................................43
WEEK 7: DIAGNOSTIEK VAN NEUROCOGNITIEVE STOORNISSEN EN OUDEREN
PSYCHIATRIE.....................................................................................................................................................54
EVENTUELE AANVULLINGEN......................................................................................................................61
WEEK 1: EEN INTRODUCTIE VAN DE PSYCHIATRIE.............................................................................................61
WEEK 2: PSYCHOTISCHE STOORNISSEN..............................................................................................................61
WEEK 3: STEMMINGSSTOORNISSEN....................................................................................................................62
WEEK 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN..........................................................................................................63
WEEK 6: AAN MIDDELEN GERELATEERDE STOORNISSEN...................................................................................63
WEEK 7: DIAGNOSTIEK VAN NEUROCOGNITIEVE STOORNISSEN EN OUDEREN PSYCHIATRIE.............................68
2
,[Titel van document]
Week 1: een introductie van de psychiatrie
De student kan:
Het eigen beeld over psychiatrie weergeven.
Eigen invulling
Maatschappelijke opvattingen en (voor)oordelen ten aanzien van
psychiatrisch patiënten benoemen.
Eigenlijk heeft iedere psychiatrische patiënt te maken met (voor)oordelen of
discriminatie. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn gewelddadig
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn gevaarlijk
Mensen met een psychiatrische aandoening zijn minder intelligent
Psychische problematiek komt door persoonlijke zwakte
Eens ziek is altijd ziek
Het komt weinig voor
Het is hun eigen schuld
Mensen meteen psychiatrische ziekte zijn vaak dom of
ontoerekeningsvatbaar
Mensen met een psychische ziekte kunnen niet deelnemen aan de
maatschappij
Het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
beschrijven en de rol van de verpleegkundige binnen het
multidisciplinaire team.
De GGZ is voortdurend in ontwikkeling. De laatste decennia wordt ernaar
gestreefd om cliënten thuis de nodige zorg te geven zodat opname in een
psychiatrisch ziekenhuis kan worden voorkomen. Hiervoor zijn verschillende
organisaties:
Psychiatrische intensieve thuiszorg (PIT)
PIT is een vorm van aanvullende verpleegkundige begeleiding naast de
ambulante begeleiding Dit is bedoeld voor cliënten voor wie ambulante
begeleiding zelf niet genoeg steun biedt. Het doel van deze vorm van zorg is
tweeledig: Opname voorkomen of verkorten door intensieve psychiatrische
begeleiding te bieden.
Assertieve Community Treatment (ACT): actief op mensen afstappen om
ze te helpen, gevraagd of ongevraagd
ACT-teams vallen onder de regionale GGZ-instellingen. Deze teams verlenen
intensieve, outreachtende, langdurige behandelingen, begeleiding en
rehabilitatie aan cliënten met ernstige problemen op het gebied van psychiatrie
en verslaving die daarnaast ook gedragsproblemen hebben.
Functie Assertive Community Treatment (FACT)
De doelgroep van FACT zijn mensen met langdurige of blijvende ernstige
psychiatrische aandoeningen die niet in het ziekenhuis verblijven. Het doel is
cliënten te begeleiden, te behandelen en te ondersteunen in hun herstel.
Cliënten worden thuis begeleid en de zorg is aangepast aan hun persoonlijke
behoeftes. Ook ondersteunt FACT bij het vinden van zinvolle dagbesteding en het
versterken van de sociale betrokkenheid.
Waar ACT zich richt op cliënten die de meest intensieve langdurende zorg nodig
hebben, daar richt FACT zich in een bepaalde wijk of regio op álle patiënten met
een ernstige psychiatrische aandoening. Aan hen biedt een FACT-
team behandeling, begeleiding en praktische ondersteuning bij het zo zelfstandig
mogelijk leven.
3
, [Titel van document]
Begeleide en beschermende woonvormen
Meestal zijn begeleidende woonvormen een deel van een grote GGZ-organisatie.
Begeleid en beschermende woonvormen zijn ontstaan als alternatief voor een
langdurig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. Hierbij wonen kleine groepen
(ex-)cliënten samen en krijgen ondersteuning en begeleiding. Voor veel mensen
is dit een tussenstap naar zelfstandig wonen.
Bemoeizorg
Voor mensen die zorg mijden is bemoeizorg ontstaan. Bemoeizorg tracht mensen
te begeleiden die door de reguliere zorg niet of moeilijk bereikt worden. Het heeft
tot doel:
De gezondheid van de cliënten te verbeteren
De gezondheidsrisico’s of verslechtering van de gezondheid te beperken
De praktische leefomstandigheden te verbeteren
Multidisciplinair team:
Psychiater
Psycholoog
Psychotherapeut
Psychiatrisch verpleegkundige
Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (opleiding na HBO V)
Maatschappelijk werk
Vak therapeut (creatieve therapie, psychomotorische therapie)
Maar ook: politie, huisarts, woningbouw, vrijwilligerswerk en gemeente
Rol van de verpleegkundige:
Als psychiatrisch verpleegkundige heb je te maken met mensen bij wie hun
functioneren wordt beïnvloed door psychische problemen. Tijdens de begeleiding
en zorg die jij biedt, richt je je op het gedrag van je patiënten en heb je als doel
de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren.
https://www.joof.nl/wat-doet-een-psychiatrisch-verpleegkundige/
Omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische
stoornis en psychopathologie betekenen.
Psychiatrie:
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met psychische ziektebeelden en soms
ook met de psychische gezondheid in het algemeen
Psychische stoornis:
Afwijkende emoties, gedachten of een afwijkend gedragspatroon dat wordt
gekenmerkt door een storing in het dagelijks sociaal functioneren van een
persoon. Psychische stoornissen hebben vaak ook een lichamelijke oorzaak en
zijn in de zin dus vaak niet alleen psychisch qua oorzaak
Psychopathologie:
Het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van de diverse vormen
van afwijkende emoties, gedachten en afwijkend gedrag.
Criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of
gedrag afwijkend is.
De meest gebruikte criteria zijn:
Uitzonderlijk gedrag: gedrag wat bij weinig mensen voorkomt, zoals het
horen van stemmen of het gevoel van angst wanneer je een supermarkt
betreedt.
Sociaal afwijkend gedrag: een cultuur heeft eigen normen en waarden en
dingen die normaal gevonden worden. Ook vinden wij als maatschappij
4