THEORIE
INLEIDING
Welzijn welvaart
Welzijn: immateriële tevredenheid
Welvaart: materiële tevredenheid
Wederzijdse onderlinge invloed (vb. te weinig middelen -> zorgen)
Vlaanderen -> sociaal vangnet -> welvaartsstaat
Desondanks:
o 10% in armoede
o Psychische moeilijkheden
o Hoogste zelfmoordcijfers
Coronacrisis -> ongelijkheden & kwetsbaarheid blootgelegd
Hoge verwachtingen (vb. professioneel, sociaal, relationeel…) + weinig vrije tijd
Soms moeilijk om staande te blijven
Sociale zekerheid vangt niet alles op (vb. wel pensioen, geen aangepaste woning)
Aanvullende maatregelen -> gaten opvullen -> welzijn behouden/verhogen
Belang beleidsdomein welzijn ↑
Signalen:
- Beleidsdomein bereikt (in)direct heel de bevolking
o Grote groep: mensen met zorgbehoevenden in omgeving
o Kleine groep: mensen die zelf zorgbehoevend zijn
- Hoeveelheid overheidsmiddelen gespendeerd aan welzijn
o 30% uitgavenbegroting
- Aantal organisaties en mensen
1
, Verwachting: demografische & maatschappelijke ontwikkelingen -> verdere stijging v belang
Complexiteit v beleidsdomein door 3 kenmerken:
- Veel verschillende doelgroepen
o Variatie aan noden en behoeften -> gediversifieerd beleid
- Betrokkenheid v verschillende overheden
o Federaal – Vlaams – lokaal
Rol & bevoegdheid verschilt per beleidsveld
o Overlappende bevoegdheden -> moeilijk richten naar bepaalde overheid
- Heterogeniteit aan soorten organisaties
o Publiek privaat
o Complexiteit -> verhindering vlotte dienstverlening
H1. DE BESTUURLIJKE ORGANISATIE V H WELZIJNSBELEID IN VLAANDEREN
1. INLEIDING
Korte inhoud: verdeling bevoegdheden tss bestuursniveaus
2. BELEID OP VERSCHILLENDE BESTUURNIVEAUS
Staatsstructuur België: federaal land
Meerdere regeringen
o Federale overheid -> bevoegd voor geheel België
Koning (monarchie)
Eerste minister (Alexander de Croo) + ministerraad
Parlement
o Gemeenschappen & gewesten -> bevoegd voor persoonsgebonden zaken (taal & cultuur) &
plaatsgebonden zaken (territorium)
Ministerpresident (Jan Jambon) + ministerraad (Vlaanderen)
o Gemeenten -> bevoegd voor alles binnen gemeente
Welzijnsbeleid verdeelt over verschillende bestuursniveaus
o Overlappingen -> moeilijkheden in overeenkomsten (vb. zorgbeleid)
2
,! om als begeleider te weten bij welke overheid jouw cliënt hulp kan vragen
2.1 DE ROL V D FEDERALE OVERHEID IN H WELZIJNSBELEID
Federale overheid
≠ bevoegd voor welzijn, maar neemt wel maatregelen
o Rechtstreeks -> financiële steun: men krijgt extra geld -> uitkeringen
Sociale zekerheid
Sociale bijstand
o Onrechtstreeks -> fiscale steun: men moet minder betalen -> belastingaftrek
Uitkering: financiële compensatie
Sociale zekerheid: financiële tsskomsten die men enkel kan krijgen indien men reeds een # rechten
heeft opgebouwd (vb. enkel werkloosheidsuitkering indien men reeds # jaar heeft gewerkt)
o Inkomensvervangend: financiële tsskomst ter vervanging v arbeidsloon
(vb. werkloosheidsuitkering, pensioenuitkering)
o Tijdelijk: financiële tsskomst wanneer men er voor kiest om voor een zeer korte periode
deeltijds of niet te gaan werken om voor zichzelf of familie te zorgen
(vb. ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking)
o Inkomenaanvullend: financiële tsskomst, aanvullend op de inkomsten die men al heeft
(vb. integratietegemoetkoming bij handicap)
Sociale bijstand: financiële middelen v d federale overheid, uitgereikt aan gemeenten om burgers te
ondersteunen (vb. leefloon)
Belastingaftrek: maatregel waardoor men minder belastingen moet betalen op hetgeen men verdient (vb.
minder belastingen indien men kinderen heeft)
Financiële en fiscale maatregelen -> tekorten compenseren/ondersteuning om welzijnsverlies te
voorkomen
3
, 2.2 DE ROL V D VLAAMSE OVERHEID IN H WELZIJNSBELEID
Vlaamse gemeenschap
Bevoegd voor bijstand aan personen -> welzijn
o Ondersteuning voor iedereen die er behoefte/nood aan heeft
(vb. kinderopvang, preventieve gezinsondersteuning…)
Functies:
o Regulerend: maken v regelgevend voor alle doelgroepen
o Subsidiërend: leveren v financiële middelen aan organisaties
o Erkennen & inspecteren: subsidiëring -> kwaliteit controleren en garanderen
o Rechtstreeks middelen leveren aan personen met zorgnood (vb. persoonsvolgend budget)
Laatste staatshervorming (2011) -> nieuwe bevoegdheden
Op bijna alle domeinen algemene regels voor welzijn bepalen
2.3 DE ROL V D LOKALE OVERHEID IN H WELZIJNSBELEID
Lokale overheid
Bevoegd voor h uitvoeren v h beleid in opdracht v federale en Vlaamse overheid
Taken in opdracht v andere overheden:
o Wettelijk verplicht: verplicht uit te voeren taken voor centrale overheden
o Wettelijk geregeld: taken waarvoor hogere overheden een regulerend kader hebben
uitgetekend, waaraan de uitvoerder v d taak zich moet houden
(vb. kinderopvang, woonzorgcentra)
o Optioneel: taken die men zelf en vrijwillig kan opnemen ifv lokale noden en situaties
(vb. speelpleinwerking)
Eigen beleid voor burgers v gemeente -> eigen financiële middelen
o Zelf diensten uitbouwen
o Private organisaties subsidiëren om diensten uit te bouwen
o Organisaties kunnen aanvraag indienen voor middelen
Coördinatie en regie v lokaal sociaal beleid
o Toezicht houden op vraag & aanbod + duidelijk overzicht v mogelijkheden bieden
Eerste aanspreek- en informatiepunt
o Sociaal huis: plaats waar burgers met al hun welzijnsvragen terecht kunnen
2.4 AFSTEMMING EN SAMENWERKING TSS BESTUURSNIVEAUS
Multi-level governance: systeem waarin verschillende overheden samen verantwoordelijk zijn voor de
uitwerking en uitvoering v h welzijnsbeleid
Typologie -> rol- en bevoegdheidsverdeling categoriseren
o Verticale taakverdeling: uitwerking op ene niveau, uitvoering op ander niveau
(vb. lokale besturen kennen leeflonen toe, binnen wetgevend kader v federale overheid)
4