Samenvatting Microbiologie practica
Hoofdstuk 1: Algemene Info
Eindproductcontrole:
Nadeel:
Veiligheid onderzochte lot niet gewaarborgd
Product al bij consument
Geen indicatie waar probleem zin productie
Belang:
Niet: kwaliteit beheersen
Wel: kwaliteit controleren
Waarom toch?
Ontdekken incidentele fouten
Psychologische geruststelling
Vraag klant
Eindcontrole vervangen door lijnonderzoek door
HACCP: Hazard Analysis and Critical Control Point
Betrouwbaar en relatief snel onderzoek v trajectmonsters
Op korte termijn proces bijsturen
Kunnen verzekeren dat goed eindproduct wordt afgeleverd
Critical control point= producteigenschap of procesparameter die potentieel gevaar
levert voor voedselveiligheid. Een potentieel gevaar dat moet worden geëlimineerd
of beheerst zodanig dat risico tot aanvaardbaar en beheersbaar niveau wordt
gebracht
Hoe? Risicoanalyse bij:
Grondstoffen
Processtappen
Eindproducten
Opslag
Distributie
Vaststellen waar besmetting, overleving of groei van ongewenste MO
optreedt
Critical points = plaatsen en praktijken in proces die beheersbaar moeten zijn
om risico’s tot aanvaardbaar minimum te beperken
Kritische punten elimineren adv duidelijke normen met telkens vastgelegd hoe
moet worden ingegrepen bij afwijking van normen
FAVV: Federaal Agentschap voor Veiligheid vd Voedselketen = site voor terugroepingen prod.
1.1 Aanwijzingen microbiologisch onderzoek:
, Voorwaarden v goed microbiologisch onderzoek:
1. Inrichting labo veilig en voorkomen besmetting van monstermateriaal
2. Goed opgeleid personeel, regelmatige bijscholing
3. Aparatuur geschik en regelmatig gecontroleerd
4. Voedingsmedia en hulpstoffen juist worden gemaakt, bewaard en toetsen op werking
5. Te verrichten microbiologische bepalingen worden uitgevoerd adhv normen
Vb: ISO, En, NEN, IDF,...
Meeste MO waarmee levensmiddelenmicrobiologie te maken heeft behoren tot klassen 1 of
2
Veilig werken:
Voor MO uit klasse 2 -> fysische inperkingen C-I
Deur voorzien v biohazardteken
Werkkleding enkel in ruimte C-I dragen , ontsmetten of steriliseren voor het wassen
...
Risicoklassen:
1) Nt pathogene MO en parasieten
2) Zwak pathogenen
3) Zware pathogenen
4) MO en parasieten die ernstige ziekte kunnen veroorzaken
Inrichting:
Voldoende ruimte
Logische volgorde
Aparte ruimtes
Luchtkwaliteit meten
Temp in labo: tss 18°C en 27°C
Persoonlijke hygiëne:
Handen wassen op correcte manier
Labojas
Niet roken, eten, drinken in labo
Niet spreken of hoesten tijdens kritische bewerkingen
Nooit met mond pipetteren
Desinfecteren v besmet materiaal
Apparatuur:
Autoclaaf:
Steriliseren
Min 121°C
Gekalibreerde thermometer en manometer
Broedstoof (incubator):
Geforceerde luchtcirculatie => minder temp schommeling
Buizenmenger (vortex):
Hoofdstuk 1: Algemene Info
Eindproductcontrole:
Nadeel:
Veiligheid onderzochte lot niet gewaarborgd
Product al bij consument
Geen indicatie waar probleem zin productie
Belang:
Niet: kwaliteit beheersen
Wel: kwaliteit controleren
Waarom toch?
Ontdekken incidentele fouten
Psychologische geruststelling
Vraag klant
Eindcontrole vervangen door lijnonderzoek door
HACCP: Hazard Analysis and Critical Control Point
Betrouwbaar en relatief snel onderzoek v trajectmonsters
Op korte termijn proces bijsturen
Kunnen verzekeren dat goed eindproduct wordt afgeleverd
Critical control point= producteigenschap of procesparameter die potentieel gevaar
levert voor voedselveiligheid. Een potentieel gevaar dat moet worden geëlimineerd
of beheerst zodanig dat risico tot aanvaardbaar en beheersbaar niveau wordt
gebracht
Hoe? Risicoanalyse bij:
Grondstoffen
Processtappen
Eindproducten
Opslag
Distributie
Vaststellen waar besmetting, overleving of groei van ongewenste MO
optreedt
Critical points = plaatsen en praktijken in proces die beheersbaar moeten zijn
om risico’s tot aanvaardbaar minimum te beperken
Kritische punten elimineren adv duidelijke normen met telkens vastgelegd hoe
moet worden ingegrepen bij afwijking van normen
FAVV: Federaal Agentschap voor Veiligheid vd Voedselketen = site voor terugroepingen prod.
1.1 Aanwijzingen microbiologisch onderzoek:
, Voorwaarden v goed microbiologisch onderzoek:
1. Inrichting labo veilig en voorkomen besmetting van monstermateriaal
2. Goed opgeleid personeel, regelmatige bijscholing
3. Aparatuur geschik en regelmatig gecontroleerd
4. Voedingsmedia en hulpstoffen juist worden gemaakt, bewaard en toetsen op werking
5. Te verrichten microbiologische bepalingen worden uitgevoerd adhv normen
Vb: ISO, En, NEN, IDF,...
Meeste MO waarmee levensmiddelenmicrobiologie te maken heeft behoren tot klassen 1 of
2
Veilig werken:
Voor MO uit klasse 2 -> fysische inperkingen C-I
Deur voorzien v biohazardteken
Werkkleding enkel in ruimte C-I dragen , ontsmetten of steriliseren voor het wassen
...
Risicoklassen:
1) Nt pathogene MO en parasieten
2) Zwak pathogenen
3) Zware pathogenen
4) MO en parasieten die ernstige ziekte kunnen veroorzaken
Inrichting:
Voldoende ruimte
Logische volgorde
Aparte ruimtes
Luchtkwaliteit meten
Temp in labo: tss 18°C en 27°C
Persoonlijke hygiëne:
Handen wassen op correcte manier
Labojas
Niet roken, eten, drinken in labo
Niet spreken of hoesten tijdens kritische bewerkingen
Nooit met mond pipetteren
Desinfecteren v besmet materiaal
Apparatuur:
Autoclaaf:
Steriliseren
Min 121°C
Gekalibreerde thermometer en manometer
Broedstoof (incubator):
Geforceerde luchtcirculatie => minder temp schommeling
Buizenmenger (vortex):