NORMALE ONTWIKKELING: GROF EN FIJN
MOTORISCHE ONTWIKKELING BABY-PEUTER (HC 3)
1. LEERDOELEN
Examenvraag: kan een baby van 4 weken een bal onderhands vangen? -> Dit kan niet, om dit te begrijpen de
mijlpalen kennen.
2. JE EIGEN ONTWIKKELINGSVERLOOP
Conclusie ‘rondvraag’: voorbereiding eigen ontwikkeling
▪ Veel diversiteit maar ook ‘gelijklopende’ ontwikkelingen
o Verschillend: Meesten staan op 12 maanden en stappen op 15 maanden
o Gelijk: iedereen staat alvorens hij kan stappen
▪ Je ontwikkeling is o.a. afhankelijk van de situatie
o Oudste vs. jongste van het gezin
o Plaats waar je woon vb. koud of warm klimaat
o Zomer of winterkindje?
▪ Winter: op latere leeftijd meer kan op depressie, door het zien van weinig zonlicht.
o Je gestalte: groot of klein > invloed op je ontwikkeling
▪ Veel mensen hebben weinig moeite om over hun babyperiode te vertellen
o Zegt iets over de aantrekkingskracht van baby’s
▪ Hoofdje te groot t.o.v. het lichaam: super schattig -> ons hechten eraan
▪ Veel diversiteit
▪ VRAAG: ‘hoe weten wij nu wat ‘typische’ en ‘atypische ontwikkeling’ is, en wanneer dan zorgen
maken?
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 1
, 3. INLEIDING
3.1. WAT IS ONTWIKKELEN?
▪ Ontwikkelen is het veranderen van een aanwezige structuur
▪ De aanwezige structuur ontwikkelt- ontvouwt- ontplooit zich gedurende de levenscyclus
▪ Ontwikkelen heeft karakter van een levenslang proces
▪ Ontwikkelen is geen momentopname, kinderen op verschillende tijdstippen bekijken en evalueren
▪ Er is eerder sprake van een geleidelijke verandering
o Vb. leren spreken of leren stappen -> eerst woordjes leren zeggen om dan te kunnen spreken
3.2. HOE ONTSTAAT ONTWIKKELING?
▪ Genetisch bepaald -> nature = aanleg
o Lichaamslengte/ kleur van ogen
o Temperament
o Vb. reflexen
▪ Milieu of context -> nurture = je omgeving
o Ondersteunende en liefdevolle ouders
▪ Liefdevol: kan je nature naar hoger niveau tillen (hetgeen aanwezig is beter maken)
▪ Negatieve context: nature (aanleg) gaat verminderen
• Vb. opgroeien in een kansarm gezin -> kinderen niet optimaal ontwikkelen
o Gezin, land, leerkrachten, klimaat
▪ Zelfbepaling
o Het is niet omdat ik dyslexie heb dat ik geen boek kan schrijven, je zelfbepaling is cruciaal
o Mens is geen speelbal van aanleg of van milieufactoren
o Hij kan zelf omstandigheden scheppen waarin hij zelf keuzes en doelen probeert te
verwezenlijken
o Vb. Robbe heeft dyslexie mits therapie en zijn inzet geraakt hij toch door zijn middelbare
opleiding want hij droomt ervan om boekhouder te worden
▪ Zone van de naaste ontwikkeling (ZON)
o Belangrijk om In de therapie hierop te werken
o Voorwaarde: zeer goede kennis van normale ontwikkeling!
▪ Groene blokje werken is super!
o Staat voor zone van de naast ontwikkeling
o Interventies op groen -> niet te simpel, maar stapje uitdagend zonder frustraties, …
▪ Rode zone kan je niet aanleren: moeilijk
▪ Gele blokje kan je al: te makkelijk
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 2
, 3.3. BESLUIT
▪ Ontwikkeling is de combinatie van nature en nurture en zelfbepaling
▪ Observatie en ruglig, buiklig, de ventrale suspensie, staan en stand en zitten
▪ Ontwikkelingsfasen:
o 0 tot 3 maand, 3 tot 6 maand, 6 tot 9 maand, 9 tot 12 maand, 12 tot 15 maand, 15 tot 18
maand, 18 tot 24 maand dit zijn de mijlpalen
▪ Ontwikkeling domeinen:
o Grof motorisch: vertikalisatie
o Fijn motorisch: handmotoriek
o Bewaarneming
o Taal
o Sociaal- emotioneel
o Spel
4. MIJLPALEN IN DE EVOLUTIE VAN HET VERTIKALISATIEPROCES
▪ Wordt hierbij besproken:
o Ventrale suspensie (4.1)
o Buiklig (4.2)
o Ruglig (4.3)
o Zitten (4.4)
o Staan en stappen (4.5)
4.1. VENTRALE SUSPENSIE (ENKEL TOT 3 MAANDEN)
▪ Pasgeborene
o Hoofd passief naar beneden hangen
o Algemene buikhouding is foetale houding, alles ongeveer in flexie
▪ Indien dit niet aanwezig is (eerder extensie) -> teken van
hersenbeschadiging
▪ Aan 12 weken
o Hoofd goed boven romp vlak
o Daarna geen ventrale suspensie meer het kind wordt te zwaar 4 of 5 kilo
Welk kind heeft een normale ontwikkeling
▪ Kijken naar de spierspanning:
o Rechter: hoofdje niet in verlengde van wervelkolom, wel
opgericht
o Linker: heel slap en lage spierspanning, kindje met
hersenbeschadiging
4.1.1. BESLUIT
▪ Prematuur geboren baby's hebben meer moeite met tonus opbouw
▪ Kinderen met een pathologie hebben vaak een te hoge of te lage tonus > na te gaan in deze houding
▪ Kan tot 3 maand nagegaan worden
▪ Voorloper van buiklig
▪ Opletten bij je observatie; context is cruciaal
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 3
MOTORISCHE ONTWIKKELING BABY-PEUTER (HC 3)
1. LEERDOELEN
Examenvraag: kan een baby van 4 weken een bal onderhands vangen? -> Dit kan niet, om dit te begrijpen de
mijlpalen kennen.
2. JE EIGEN ONTWIKKELINGSVERLOOP
Conclusie ‘rondvraag’: voorbereiding eigen ontwikkeling
▪ Veel diversiteit maar ook ‘gelijklopende’ ontwikkelingen
o Verschillend: Meesten staan op 12 maanden en stappen op 15 maanden
o Gelijk: iedereen staat alvorens hij kan stappen
▪ Je ontwikkeling is o.a. afhankelijk van de situatie
o Oudste vs. jongste van het gezin
o Plaats waar je woon vb. koud of warm klimaat
o Zomer of winterkindje?
▪ Winter: op latere leeftijd meer kan op depressie, door het zien van weinig zonlicht.
o Je gestalte: groot of klein > invloed op je ontwikkeling
▪ Veel mensen hebben weinig moeite om over hun babyperiode te vertellen
o Zegt iets over de aantrekkingskracht van baby’s
▪ Hoofdje te groot t.o.v. het lichaam: super schattig -> ons hechten eraan
▪ Veel diversiteit
▪ VRAAG: ‘hoe weten wij nu wat ‘typische’ en ‘atypische ontwikkeling’ is, en wanneer dan zorgen
maken?
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 1
, 3. INLEIDING
3.1. WAT IS ONTWIKKELEN?
▪ Ontwikkelen is het veranderen van een aanwezige structuur
▪ De aanwezige structuur ontwikkelt- ontvouwt- ontplooit zich gedurende de levenscyclus
▪ Ontwikkelen heeft karakter van een levenslang proces
▪ Ontwikkelen is geen momentopname, kinderen op verschillende tijdstippen bekijken en evalueren
▪ Er is eerder sprake van een geleidelijke verandering
o Vb. leren spreken of leren stappen -> eerst woordjes leren zeggen om dan te kunnen spreken
3.2. HOE ONTSTAAT ONTWIKKELING?
▪ Genetisch bepaald -> nature = aanleg
o Lichaamslengte/ kleur van ogen
o Temperament
o Vb. reflexen
▪ Milieu of context -> nurture = je omgeving
o Ondersteunende en liefdevolle ouders
▪ Liefdevol: kan je nature naar hoger niveau tillen (hetgeen aanwezig is beter maken)
▪ Negatieve context: nature (aanleg) gaat verminderen
• Vb. opgroeien in een kansarm gezin -> kinderen niet optimaal ontwikkelen
o Gezin, land, leerkrachten, klimaat
▪ Zelfbepaling
o Het is niet omdat ik dyslexie heb dat ik geen boek kan schrijven, je zelfbepaling is cruciaal
o Mens is geen speelbal van aanleg of van milieufactoren
o Hij kan zelf omstandigheden scheppen waarin hij zelf keuzes en doelen probeert te
verwezenlijken
o Vb. Robbe heeft dyslexie mits therapie en zijn inzet geraakt hij toch door zijn middelbare
opleiding want hij droomt ervan om boekhouder te worden
▪ Zone van de naaste ontwikkeling (ZON)
o Belangrijk om In de therapie hierop te werken
o Voorwaarde: zeer goede kennis van normale ontwikkeling!
▪ Groene blokje werken is super!
o Staat voor zone van de naast ontwikkeling
o Interventies op groen -> niet te simpel, maar stapje uitdagend zonder frustraties, …
▪ Rode zone kan je niet aanleren: moeilijk
▪ Gele blokje kan je al: te makkelijk
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 2
, 3.3. BESLUIT
▪ Ontwikkeling is de combinatie van nature en nurture en zelfbepaling
▪ Observatie en ruglig, buiklig, de ventrale suspensie, staan en stand en zitten
▪ Ontwikkelingsfasen:
o 0 tot 3 maand, 3 tot 6 maand, 6 tot 9 maand, 9 tot 12 maand, 12 tot 15 maand, 15 tot 18
maand, 18 tot 24 maand dit zijn de mijlpalen
▪ Ontwikkeling domeinen:
o Grof motorisch: vertikalisatie
o Fijn motorisch: handmotoriek
o Bewaarneming
o Taal
o Sociaal- emotioneel
o Spel
4. MIJLPALEN IN DE EVOLUTIE VAN HET VERTIKALISATIEPROCES
▪ Wordt hierbij besproken:
o Ventrale suspensie (4.1)
o Buiklig (4.2)
o Ruglig (4.3)
o Zitten (4.4)
o Staan en stappen (4.5)
4.1. VENTRALE SUSPENSIE (ENKEL TOT 3 MAANDEN)
▪ Pasgeborene
o Hoofd passief naar beneden hangen
o Algemene buikhouding is foetale houding, alles ongeveer in flexie
▪ Indien dit niet aanwezig is (eerder extensie) -> teken van
hersenbeschadiging
▪ Aan 12 weken
o Hoofd goed boven romp vlak
o Daarna geen ventrale suspensie meer het kind wordt te zwaar 4 of 5 kilo
Welk kind heeft een normale ontwikkeling
▪ Kijken naar de spierspanning:
o Rechter: hoofdje niet in verlengde van wervelkolom, wel
opgericht
o Linker: heel slap en lage spierspanning, kindje met
hersenbeschadiging
4.1.1. BESLUIT
▪ Prematuur geboren baby's hebben meer moeite met tonus opbouw
▪ Kinderen met een pathologie hebben vaak een te hoge of te lage tonus > na te gaan in deze houding
▪ Kan tot 3 maand nagegaan worden
▪ Voorloper van buiklig
▪ Opletten bij je observatie; context is cruciaal
Normale ontwikkeling – 2.2. Grof-en fijn motorische ontwikkeling baby- peuter – 27/04/2021 3