GERIATRIE: DELIRIUM (HC 3)
Een delier is een voorbijgaande toestand van acute verwardheid. Bij ouderen is een delier
meestal het gevolg van een lichamelijke ziekte of het gebruik van geneesmiddelen. Symptomen
zijn angst, onrust, veranderd gedrag, wisselend bewustzijn, moeite met concentratie en aandacht
en hallucinaties.
INLEIDING
Op moment van opname in het ziekenhuis: 10 – 33% (vrij hoge cijfers)
Tijdens verblijf in het ziekenhuis: 6 – 56%
o Chirurgie:
Vooral bij cardio- en heupchirurgie (bij mensen die gevallen zijn)
Intensieve zorgen: tot meer dan 80%
Verwarring omtrent terminologie
o Delier – delirium – acute verwardheid – verwardheid – acute dementie
o Iedereen meent te weten wat verwardheid betekent, maar men geeft elk een
eigen omschrijving
o Verwardheid is een verzamelbegrip en geeft enkel aan dat het gedrag van de
patiënt afwijkt van het normaal te verwachten gedrag maar wordt in praktijk ook
vaak gebruikt als eufemisme voor dementie
o Enkel delier en delirium zijn de juiste termen
Negatieve gevolgen voor de patiënt:
o Meer risico op complicaties
o Blijvend verminderde functionaliteit
o Toegenomen risico op blijvende cognitieve achteruitgang
o Hogere mortaliteit (in-hospitaal en na ontslag)
o Verlengde hospitalisatieduur
o Toegenomen risico op opname in een instelling
Negatieve gevolgen voor de familie:
o Toegenomen stress en angst door het vreemde gedrag van hun familielid
o Toename in de beslissingsverantwoordelijkheid
Negatieve gevolgen voor de zorgverleners:
o Toegenomen werkbelasting en stress
Negatieve gevolgen voor de maatschappij:
1
, o Toename kosten gezondheidszorg
DIAGNOSTISCHE CRITERIA
De vier diagnostische criteria
1. Bewustzijnsstoornis met verminderd vermogen de aandacht ergens op te richten, vast te
houden of te wisselen.
a. uitoefenen van oefening, minder alert, …
2. Verandering in cognitie of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis die niet beter
verklaard wordt door een reeds gekende of zich instellende dementie.
3. De stoornis ontwikkelt zich op korte tijd en neigt ertoe in de loop van de dag te
fluctueren.
a. dementie ontwikkeld zich over jaren, een delier ontwikkeld zich op uren of
dagen
4. De anamnese, het lichamelijk onderzoek of de labo-uitslagen bevatten aanwijzingen dat
de stoornis veroorzaakt is door één of meerdere lichamelijke aandoeningen,
geneesmiddelenintoxicatie of onttrekking van medicatie of alcohol.
2
Een delier is een voorbijgaande toestand van acute verwardheid. Bij ouderen is een delier
meestal het gevolg van een lichamelijke ziekte of het gebruik van geneesmiddelen. Symptomen
zijn angst, onrust, veranderd gedrag, wisselend bewustzijn, moeite met concentratie en aandacht
en hallucinaties.
INLEIDING
Op moment van opname in het ziekenhuis: 10 – 33% (vrij hoge cijfers)
Tijdens verblijf in het ziekenhuis: 6 – 56%
o Chirurgie:
Vooral bij cardio- en heupchirurgie (bij mensen die gevallen zijn)
Intensieve zorgen: tot meer dan 80%
Verwarring omtrent terminologie
o Delier – delirium – acute verwardheid – verwardheid – acute dementie
o Iedereen meent te weten wat verwardheid betekent, maar men geeft elk een
eigen omschrijving
o Verwardheid is een verzamelbegrip en geeft enkel aan dat het gedrag van de
patiënt afwijkt van het normaal te verwachten gedrag maar wordt in praktijk ook
vaak gebruikt als eufemisme voor dementie
o Enkel delier en delirium zijn de juiste termen
Negatieve gevolgen voor de patiënt:
o Meer risico op complicaties
o Blijvend verminderde functionaliteit
o Toegenomen risico op blijvende cognitieve achteruitgang
o Hogere mortaliteit (in-hospitaal en na ontslag)
o Verlengde hospitalisatieduur
o Toegenomen risico op opname in een instelling
Negatieve gevolgen voor de familie:
o Toegenomen stress en angst door het vreemde gedrag van hun familielid
o Toename in de beslissingsverantwoordelijkheid
Negatieve gevolgen voor de zorgverleners:
o Toegenomen werkbelasting en stress
Negatieve gevolgen voor de maatschappij:
1
, o Toename kosten gezondheidszorg
DIAGNOSTISCHE CRITERIA
De vier diagnostische criteria
1. Bewustzijnsstoornis met verminderd vermogen de aandacht ergens op te richten, vast te
houden of te wisselen.
a. uitoefenen van oefening, minder alert, …
2. Verandering in cognitie of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis die niet beter
verklaard wordt door een reeds gekende of zich instellende dementie.
3. De stoornis ontwikkelt zich op korte tijd en neigt ertoe in de loop van de dag te
fluctueren.
a. dementie ontwikkeld zich over jaren, een delier ontwikkeld zich op uren of
dagen
4. De anamnese, het lichamelijk onderzoek of de labo-uitslagen bevatten aanwijzingen dat
de stoornis veroorzaakt is door één of meerdere lichamelijke aandoeningen,
geneesmiddelenintoxicatie of onttrekking van medicatie of alcohol.
2