Meest gebruikte criteria abnormaliteit:
Uitzonderlijk gedrag (bijv. dingen horen die er niet zijn)
Sociaal afwijkend (niet voldoen aan cultureel vastgestelde normen)
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit (wanen)
Aanzienlijk emotioneel lijden
Ongepast of contraproductief gedrag
Gevaar
Psychologische perspectieven:
1. Psychodynamisch (onbewuste motieven & conflicten uit kindertijd)
2. Leermodellen (principes van leren, modeling)
3. Humanistische modellen (obstakels in streven naar zelfactualisatie)
4. Cognitieve modellen (vervormd irrationeel denken + onze interpretaties, Albert Ellis
rationeel-emotieve gedragstherapie RET & Aaron Beck cognitieve therapie)
5. Sociaal-cultureel model (rol van ‘maatschappelijke ziektes’, etiketjes uit de samenleving
Thomas Szasz)
6. Biopsychosociaal model (samenspel biologisch, psychosociaal & sociaal culturele factoren)
Cognitieve gedragstherapie (CGT)= bijsturen opvattingen + gedrag (cognitieve & leermodel)
Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders (DSM): meest gebruikte systeem voor het
classificeren van psychische stoornissen. Het DSM-IV systeem bestaat uit 5 classificatiesystemen:
As Soort informatie Korte omschrijving
I Klinische stoornissen Patronen van stoornissen die het functioneren belemmeren en stress
oproepen.
Bijv. angststoornissen, stemmingsstoornissen, schizofrenie & andere
psychotische stoornissen.
Stoornissen die gewoonlijk voor het eerst worden gediagnosticeerd tijdens
de babytijd, kindertijd of adolescentie (uitgezonderd zwakzinnigheid).
Bevat ook: relatieproblemen, leer + werkproblemen, psychologische
factoren die invloed hebben op somatische aandoeningen (angst op asma)
II Persoonlijkheidsstoornissen Zeer langdurige, hardnekkige en ongepaste vormen van gedrag tegenover
anderen, en emoties, deels als reactie op eisen van buitenaf. Bijv:
antisociale, paranoïde, narcistische en borderline persoonlijkheidsstoornis.
Algemene belemmering van intellectuele functioneren
Zwakzinnigheid
III Somatische aandoeningen Chronische en acute ziekten en somatische aandoeningen die een
belangrijke rol spelen in het ontstaan, het verloop of de behandeling van de
psychische stoornis.
IV Psychosociale en Problemen in de sociale of fysieke omgeving die invloed hebben op de
omgevingsproblemen diagnose, behandeling en het verloop van de psychische stoornis (zoals
problemen in gezin, sociale omgeving, onderwijs, financieel)
V Globale beoordeling van het Algemeen oordeel over het huidige functioneren op psychologisch, sociaal
functioneren en beroepsmatig niveau. GAF-score
Voorbeeld van diagnose in het meerassige DSM-IV-systeem:
As I Gegeneraliseerde angststoornis
As II Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis