Toetsvragen HC 5

Toets vragen HC 5 Voedselovergevoeligheid en voedselallergieën

LITERATUUR:
 B. Thomas, Manual of Dietetic practice. Blackwell Publishing 2014 663-696
 J.van der Meer, Interne Geneeskunde, Bohn Stafleu van Loghum 2014. pagina
121-123 (via bib beschikbaar online)
 https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-
voedselovergevoeligheid
LEERDOELEN:
• Basis kennis over de immuniteit weergeven
• Epidemiologie van voedselallergieën weergeven.
• Het verschil tussen voedselallergie en niet-allergische voedselintolerantie kunnen
uitleggen.
• Drie typen niet-allergische voedselintolerantie kunnen uitleggen en voorbeelden
weergeven.
• Het mechanisme van het ontstaan van de IgE voedselallergieën kunnen uitleggen,
terminologie kennen
• Symptomen bij een voedselallergieën kunnen weergeven
• Diagnose stellen bij een voedselallergie
VRAGEN:
1. Benoem er vier van de hypothesen over de toename van het aantal allergieën
in westerse wereld
 Factoren in de leefomgeving
 Kinderen groeien op in een schoner milieu
 Kinderen worden vaker en op jongere leeftijd gevaccineerd
 Toename in gebruik van antibiotica bij allerlei ziekten
 Meer stuifmeel van bomen in de lucht
 Jonge kinderen bewegen minder
 Meer chronische stress door voortdurende prestatiedrang
 Veranderingen in het voedselpakket
* Meer exotische en gekruide producten
* Meer voorbehandelde voedingsmiddelen
* Maar ook meer rauwkost van biologisch geteelde producten
* Stijging van consumptie van allergenen op jonge leeftijd