Farmacologie
Wisselwerking tussen farmaca ( = vreemde) stoffen en
fysiologie van het lichaam.
Naamgeving
Medicijnen zijn in drie verschillende groepen de
onderscheiden:
De chemische naam geeft het beste de vorm van het molecuul weer
Generische naam, soortnaam is internationaal het zelfde, deze naam gebruik je in de
database
Merknaam, is vaak makkelijk te onthouden, alleen de maker van het
product mag het middel ook produceren
Waar grijpen geneesmiddelen op aan?
De waarneming vind ergens anders plaats dan de aangrijping, deze vindt plaats
op verschillende eiwitten. Waarom die eiwitten? Omdat er veel verschillende
eiwitten zijn, ze een belangrijke rol hebben in fysiologische processen en omdat
organen en weefsels eiwitten specifiek voor een orgaan hebben. Ze hebben de
eiwitten onderverdeeld in 4 soorten:
1. Receptoren, zij handhaven de homeostase ( dit vereist
communicatie. Als er een stof ( Ligand) op de receptor zit
vindt er een reactie plaats. De chemische boodschappers
zijn:
a. Hormonen
b. Neurotransmitters
c. Mediatoren ( plaatselijk/omliggende cellen)
i. Histamine is een voorbeeld
Een agonist/antagonist bezet een plek in een receptor en blokt
daarmee de plek voor de “juiste stof”.
Geneesmiddelen kunnen aangrijpen op subgroepen van receptoren,
zo kunnen specifieke organen of weefsels doel worden
van een medicijn. Als geneesmiddel niet specifiek voor
specifieke subgroep ongewenste effecten in andere
organen (bijwerkingen).
Adrenerge receptoren:
β1-receptoren in longen
β2-receptoren in hart
Wisselwerking tussen farmaca ( = vreemde) stoffen en
fysiologie van het lichaam.
Naamgeving
Medicijnen zijn in drie verschillende groepen de
onderscheiden:
De chemische naam geeft het beste de vorm van het molecuul weer
Generische naam, soortnaam is internationaal het zelfde, deze naam gebruik je in de
database
Merknaam, is vaak makkelijk te onthouden, alleen de maker van het
product mag het middel ook produceren
Waar grijpen geneesmiddelen op aan?
De waarneming vind ergens anders plaats dan de aangrijping, deze vindt plaats
op verschillende eiwitten. Waarom die eiwitten? Omdat er veel verschillende
eiwitten zijn, ze een belangrijke rol hebben in fysiologische processen en omdat
organen en weefsels eiwitten specifiek voor een orgaan hebben. Ze hebben de
eiwitten onderverdeeld in 4 soorten:
1. Receptoren, zij handhaven de homeostase ( dit vereist
communicatie. Als er een stof ( Ligand) op de receptor zit
vindt er een reactie plaats. De chemische boodschappers
zijn:
a. Hormonen
b. Neurotransmitters
c. Mediatoren ( plaatselijk/omliggende cellen)
i. Histamine is een voorbeeld
Een agonist/antagonist bezet een plek in een receptor en blokt
daarmee de plek voor de “juiste stof”.
Geneesmiddelen kunnen aangrijpen op subgroepen van receptoren,
zo kunnen specifieke organen of weefsels doel worden
van een medicijn. Als geneesmiddel niet specifiek voor
specifieke subgroep ongewenste effecten in andere
organen (bijwerkingen).
Adrenerge receptoren:
β1-receptoren in longen
β2-receptoren in hart