Samenvatting 5 havo Filosofie

1|P a g i n a



Filosofie algemeen
Filosofie = de liefde voor wijsheid, je verlangt er naar.

Filosofie begint met het besef van onwetendheid

Wanneer je naar iets verlangt heb je het niet, maar niet alles wat je niet heb t verlang je ook naar bijvoorbeeld
kanker.
---
Filosofie is het denken over veronderstellingen




Filosofie Veronderstellingen




Werkelijkheid
Beeld

Mensbeelden




Natuur—cultuur
Wijsgerige
Antropologie Dier— god
Materie— spiritueel
Lichaam—geest
Bepaald—vrije wil

Wat is de mens? Instinct—rede
Onbewust—bewust

,2|P a g i n a




Een vraag is pas een filosofische vraag als er meerdere ‘’antwoorden’’ en meningen over zijn. het zijn tevens
abstracte vragen.

In een filosofische vraag ga je altijd ergens van uit (veronderstellingen)
Bv:
Met biologie ga je er van uit dat er leven is
Met filosofie ga je er van uit dat er iets als een mens is

Met filosofie probeer je de ‘’waarheid’’ te ontdekken.

,3|P a g i n a


Filosofische antropologie
Antropos = mens
Logos = leer, denken en spreken

Deze vragen staan centraal
 Wat maakt de mens tot mens?
 Is de mens te vergelijken met een dier?
 Heeft de mens een ziel en wat is een ziel?
 Wordt de mens bepaald
 Wanneer is een mens een mens?

Antropologisch rationalisme
Hoofdstroming in de filosofische antropologie
Letterlijk (gaat over hoofd)
Figuurlijke (belangrijkste)

Antropos = mens
Rationalisme = denkend

De mens is een rationeel denkend dier dat is het goddelijk in ons volgens Plato en de christenen. De mens
wordt dus geleid door zijn verstand.

Meesters van het wantrouwen (afwijkende van de hoofdstroming)
1. Karl Marx  gaat om productie middelen, productie is macht
2. Sigmund Freud  seksuele driften
3. Friedrich Nietzsche  macht en sterker worden

Bijbels mensbeeld
 Veronderstelling er is een god
o Ja = theïsme
 Wereld gemaakt en toen gestopt = deïsme
o Nee = atheïsme
 Bestaat niet meer = Deïsme
o Misschien = agnosme

Bijbels mensbeeld is van invloed op ons allemaal
 Basis van de wet
 Basis van wat wij goed en kwaad vinden
 Veel christenen in Europa
 winkels zondag dicht


Plato’s mensbeeld (platoons denken)
Plato kijkt vanuit wiskunde

, 4|P a g i n a


De ziel moet je zien als een cirkeldiagram als een van deze 3 dingen te veel wordt raakt het lichaam uit balans
en gaat het fout

In de idealen ziel leid het verstand de trots/wil de trots en wil de begeerte
1. Verstand ((koning en filosoof) (het goede)
2. Trots/wil (strijder)
3. Begeerte (werker)

Aristoteles mensbeeld
Aristoteles kijkt vanuit de wetenschap hij is beperkt tot wat hij ziet

Alles in de ze wereld is verbonden met elkaar en de ziel zit vast in het lichaam maar zijn toch apart. De ziel is de
vorm van het lichaam

 Vanuit de natuur gekeken heeft alles een doel
o De mens heeft een doel
 Om achter een doel te komen moet je kijken wat specifiek is aan het soort.
 (Het specifieke aan een soort iets wat alleen dat soort heeft)
 het vermogen om abstract te kunnen denken (kunst/cultuur)
o daar is dus ook het geluk te zoeken
 je leven is pas gelukt als je optimaal ontwikkeld bent
 iedereen kan dat
o opvoeding
o oefenen

Ook Aristoteles geloofd in een 3 deling van de ziel
een plant heeft alleen het plantaardige deel, een dier plantaardig en dierlijke, een mens alle 3