2
1
6
3
5 7
4
ANATOMIE FYSIOLOGIE
1. Cardia - Het kneden van voedsel
2. Fundus - Het tijdelijk opslaan van het voedsel
3. Corpus - Voortbewegen van het voedsel dunne darm
4. Antrum - Afscheiden van maagsappen zorgen voor vertering en doden
5. Pylorus (sluitspier) bacteriën
6. Kleine curvatuur - In de maagmucosa bevinden zich heel wat maagsapklieren
7. Grote curvatuur o Maken volgende producten aan:
8. Lien (=milt) Zoutzuur
Zorgt voor de zuurtegraad van de maaginhoud
Doodt bacteriën en maakt eiwit structuur losser
Maagslijm
Vooral voor de bescherming van de
maagmucosa
Intrinsieke factor
Eiwit noodzakelijk voor de opname van
vitamine B12 (nodig voor rode bloedcellen aan
te maken) in de dunne darm.
Zonder de intrinsieke factor wordt vit. B12 niet
herkend en dus niet opgenomen
Verteringsenzymen
VB: pepsine, lipase
Zorgen voor chemische vertering van het
voedsel
Verteren van grotere eiwitten
1
6
3
5 7
4
ANATOMIE FYSIOLOGIE
1. Cardia - Het kneden van voedsel
2. Fundus - Het tijdelijk opslaan van het voedsel
3. Corpus - Voortbewegen van het voedsel dunne darm
4. Antrum - Afscheiden van maagsappen zorgen voor vertering en doden
5. Pylorus (sluitspier) bacteriën
6. Kleine curvatuur - In de maagmucosa bevinden zich heel wat maagsapklieren
7. Grote curvatuur o Maken volgende producten aan:
8. Lien (=milt) Zoutzuur
Zorgt voor de zuurtegraad van de maaginhoud
Doodt bacteriën en maakt eiwit structuur losser
Maagslijm
Vooral voor de bescherming van de
maagmucosa
Intrinsieke factor
Eiwit noodzakelijk voor de opname van
vitamine B12 (nodig voor rode bloedcellen aan
te maken) in de dunne darm.
Zonder de intrinsieke factor wordt vit. B12 niet
herkend en dus niet opgenomen
Verteringsenzymen
VB: pepsine, lipase
Zorgen voor chemische vertering van het
voedsel
Verteren van grotere eiwitten