Onderdeel 1: Gesprek met simulatiezorgvrager
1.1 Gespreksvaardigheden, focussen, richting kiezen en ontlokken
A. Open vragen stellen
B. Reflectief luisteren: eenvoudige reflectie: verwoordt wat zichtbaar is
C. Verwoordt onderliggende gevoelens/emoties/gedachten
D. Verwoorden van twee kanten van ambivalentie
E. Omgaan met weerstand
F. Geeft regelmatig positieve bekrachtigingen
G. Samenvatten
1.2 Basishouding
A. Relatie opbouwen en onderhouden: samenwerken
B. Aanvaardt en respecteert de zorgvrager zoals hij is en ondersteund de autonomie
C. Geeft erkenning voor het recht van de zorgvrager om niet te willen veranderen zodat er
ruimte kan ontstaan om een eigen besluit te maken
D. Compassie: stelt het welzijn van de zorgvrager voorop en heeft ene gidsende rol
1.3 verpleegproblemen uitvragen/indiceren
1. Doorvragen om verpleegproblemen te formuleren
2. Toetst of zij het probleem goed begrepen heeft/ vraagt bevestiging van het probleem aan de
zorgvrager (of de verpleegkundige het goed begrepen heeft)
Communicatieve vaardigheden
- Gevoelsreflectie
- Bekrachtiging
- Ambivalentie ORBS
- Motiverende gespreksvoering
- Geef vaak tussendoor en aan het einde een samenvatting
Reflectie geven, hoe doe je dat?
- Een reflectie verwoordt wat je denkt dat de ander bedoeld
- Inhoud
- Gevoel
- Belang
Met een eenvoudige reflectie verwoord je wat zichtbaar is. “De tranen springen u in de ogen van
teleurstelling/verdriet” (gevoel)
Met een complexe reflectie gis je naar het onderwaterdeel. “U wilt van de pijn af en tegelijkertijd wilt
u niet afhankelijk zijn van medicijnen (dubbelzijdige reflectie= ambivalentie)
Bekrachtiging
Benoem van wat al is of wat al wel lukt (bijv. in de vorm van een reflectie). Intenties, inspanningen,
genomen stappen, aanwezige motivatie, helpende eigenschappen (voor verandering)
, Je zet iemand in zijn kracht
- Ondanks dat u nog weinig resultaat merkt, geeft u niet op
- Als u zich iets voorneemt, dan gaat u er echt voor
- U bent eerlijk in uw uitleg
- U zag ertegenop om hier te komen, toch heeft u de moeite genomen
Ambivalentie= willen en iet willen tegelijk. In een gesprek hoor je twee soorten taal door elkaar
lopen
Verandertaal (argumenten voor verandering/zelfmotiverende uitspraken)
Behoudtaal (argumenten om niet te veranderen)
- Bespreek het gedrag dat de ander misschien wel of niet wil veranderen. Bijvoorbeeld
sporten, stoppen met roken, minder snoepen, medicatie gebruiken, zorgtaken verdelen.
- Gebruik ORBS: Welke vragen ga je stellen (denk ook aan: met welke vragen wil je eindigen?
Ambivalentie onderzoek
- Aan de ene kant
- Aan de andere kant
- Het voordeel van veranderen is
- Het nadeel van veranderen is
- Het voordeel van niet veranderen is
- Het nadeel van niet veranderen is
- Wat zou een reden zijn voor u om uw voornemen uit te voeren?
- Wat houdt u tegen?
Kun je iemand al bekrachtigen? doen! Laat de uiteindelijke keuze over aan de ander, vat samen
Tip denken aan verleden heden/toekomst
Ambivalentie uitvragen
- Voordelen niet veranderen (voordelen huidig gedrag)
- Voordelen wel veranderen (Voordelen verandering)
- Nadelen niet veranderen (Nadelen huidig gedrag)
- Nadelen wel veranderen (Nadelen verandering)
Verandering/ leefstijl
- Wat weegt voor u zwaarder
- Hoe gaat het met de patiënt (opname ervaring, thuissituatie, sociaal netwerk)
- Welke lichamelijke klachten?
- Weerstand: wat zou u wel willen vertellen?
- We hebben dit besproken
- Wat zou u willen (verleden-heden-toekomst)
- Wat zou voor u een reden zijn om te stoppen met roken
Onderdeel 2: Verpleegtechnische handelingen (protocollen)
Identificeren van de patiënt (voorafgaand aan het uitvoeren van de eerste verpleegtechnische
handeling)
- Veiligheid: vraagt naar de voor- en achternaam van de zorgvrager en geboortedatum
Maagkatheter verwijderen
1. Veiligheid: Informeer de zorgvrager over de handeling en houdt daarbij rekening met de
gevoelens van de zorgvrager