geschiedenis tijdvak 6 samenvatting
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
- de republiek had -> handelskapitalisme: winst= herinvesteren voor meer winst
oorzaken gouden eeuw:
- overzee handelen
- 1585 Antwerpen in Spaanse handen: niet meer belangrijkste handels stad ->
Nederlandse opstand: Antwerpen afsluiten over zee = opzoek naar andere
handelsstad; Amsterdam -> stapelmarkten: producten waarvoor geen koper is
bewaren en later door verkopen
- moedernegotie: graanhandel in oostzeegebied door amsterdamse kooplieden -> werd
meeste geld mee verdient
- straatvaart: handel met gebieden rond middellandse zee
- handelscompagnieën: handelaren werken samen
- republiek: wereldeconomie -> onderlinge handel
● voc 1602
- monopolie handel in Azie (Batavia)
- specerijen zijde en porselijn
- kapitaal via aandelen
- bestuur over overzeese handelsposten/kolonien
- aflsuiten van verdragen: met harde hand/ eigen soldaten
● wic 1621
- driehoekshandel
- monopolie in west afrika/ amerika
- zilver slaven en plantage producten
- kapitaal via aandelen
- eigen soldaten
- bestuur over overzeese handelsposten
- kolonien
- aflsuiten van verdragen
- kaapvaart tegen spanje
- 12 jarig bestand tussen spanje en republiek
- na 1621 80 jarige oorlog verder
- spaanse zilvervloot: goud en zilver vanuit Midden Amerika: Piet Hein 1628
kapen
- 1648 NL opstand afgelopen: Vrede van Munster -> normale compagnie
- opbloei van gehele economie nijverheid/landbouw: gouden eeuw! 17e
- andere landen gaan dit tegen: mercantilisme: export van eigen producten voorderen/
import van andere landen verminderen (kosten:tol)
, de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
- repulkiek der zeven verenigde nederlanden: regenten
- decentraal bestuur
1. graafschappen: adel op het platteland
vroedschappen: regenten in de steden
2. gewestelijke staten: -eigen bestuur -eigen rechtspraak
3. staten generaal: -defensie -buitenlands beleid -bestuur van de generaliteitslanden
raadpensionaris: -secretaris van de staten generaal -hield contacten met het
buitenland -leider van Holland
stadhouder: -bevelhebber leger en vloot -toezicht op rechtspraak: Familie
van Oranje
- Maurits+Johan van Oldebarneveld: spanjaarden weg=
Oranjegezinden: oorlog voortzetten
staatsgezinden: vrede met Spanje
- relatief hoge welvaart: lage werkloosheid + armenzorg
- culturele bloei: schilderkunst (Vermeer/ Rembrandt): geld voor kunst in huis,
literatuur, wetenschap en godsdienst. calvinisme grootste geloof
- particularisme: steden en gewesten met eigen rechten, macht in handen van
regenten, bestuur: burgerlijk karakter
- Gebroeders de Witt: hoofd van het nederlandse bestuur: om het leven gebracht door
het volk, in het rampjaar toen de republiek werd aangevallen door de Franse.
het streven van vorsten naar absolute macht
- middeleeuwen: vorsten naar centralisatie en absolute macht
- lodewijk XIV:
- jeugd: onrust in Frankrijk (godsdiensttwisten/ opstanden van de adel)
- absolutisme: koning alle macht alleen verantwoording aan god
- droit divin: goddelijk recht om als absoluut vorst te regeren
- minder afhankelijk van adel: ambtenaren/ beroepsleger/ adel verplicht in Versailles
- Mercantilisme: export versterken import verminderen
- edict van nantes maakt einde aan godsdienstvrijheid: alleen katholiek
- investeren in kunst en wetenschap
- rampjaar: GB en Frankrijk vielen republiek binnen: vloot michiel de Ruyter hield stand,
landleger niet. Frankrijk valt binnen. Willem III liet delen onder water zetten: Frankrijk niet
verder.
- glorious revolution: einde gouden eeuw
- Jacobus II tegen Willem III: Jacobus naar Fa = Willem III Koning Engeland
- Bill of Rights: grondwet: beperkt de macht van de koning: constitutionele monarchie
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
- de republiek had -> handelskapitalisme: winst= herinvesteren voor meer winst
oorzaken gouden eeuw:
- overzee handelen
- 1585 Antwerpen in Spaanse handen: niet meer belangrijkste handels stad ->
Nederlandse opstand: Antwerpen afsluiten over zee = opzoek naar andere
handelsstad; Amsterdam -> stapelmarkten: producten waarvoor geen koper is
bewaren en later door verkopen
- moedernegotie: graanhandel in oostzeegebied door amsterdamse kooplieden -> werd
meeste geld mee verdient
- straatvaart: handel met gebieden rond middellandse zee
- handelscompagnieën: handelaren werken samen
- republiek: wereldeconomie -> onderlinge handel
● voc 1602
- monopolie handel in Azie (Batavia)
- specerijen zijde en porselijn
- kapitaal via aandelen
- bestuur over overzeese handelsposten/kolonien
- aflsuiten van verdragen: met harde hand/ eigen soldaten
● wic 1621
- driehoekshandel
- monopolie in west afrika/ amerika
- zilver slaven en plantage producten
- kapitaal via aandelen
- eigen soldaten
- bestuur over overzeese handelsposten
- kolonien
- aflsuiten van verdragen
- kaapvaart tegen spanje
- 12 jarig bestand tussen spanje en republiek
- na 1621 80 jarige oorlog verder
- spaanse zilvervloot: goud en zilver vanuit Midden Amerika: Piet Hein 1628
kapen
- 1648 NL opstand afgelopen: Vrede van Munster -> normale compagnie
- opbloei van gehele economie nijverheid/landbouw: gouden eeuw! 17e
- andere landen gaan dit tegen: mercantilisme: export van eigen producten voorderen/
import van andere landen verminderen (kosten:tol)
, de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
- repulkiek der zeven verenigde nederlanden: regenten
- decentraal bestuur
1. graafschappen: adel op het platteland
vroedschappen: regenten in de steden
2. gewestelijke staten: -eigen bestuur -eigen rechtspraak
3. staten generaal: -defensie -buitenlands beleid -bestuur van de generaliteitslanden
raadpensionaris: -secretaris van de staten generaal -hield contacten met het
buitenland -leider van Holland
stadhouder: -bevelhebber leger en vloot -toezicht op rechtspraak: Familie
van Oranje
- Maurits+Johan van Oldebarneveld: spanjaarden weg=
Oranjegezinden: oorlog voortzetten
staatsgezinden: vrede met Spanje
- relatief hoge welvaart: lage werkloosheid + armenzorg
- culturele bloei: schilderkunst (Vermeer/ Rembrandt): geld voor kunst in huis,
literatuur, wetenschap en godsdienst. calvinisme grootste geloof
- particularisme: steden en gewesten met eigen rechten, macht in handen van
regenten, bestuur: burgerlijk karakter
- Gebroeders de Witt: hoofd van het nederlandse bestuur: om het leven gebracht door
het volk, in het rampjaar toen de republiek werd aangevallen door de Franse.
het streven van vorsten naar absolute macht
- middeleeuwen: vorsten naar centralisatie en absolute macht
- lodewijk XIV:
- jeugd: onrust in Frankrijk (godsdiensttwisten/ opstanden van de adel)
- absolutisme: koning alle macht alleen verantwoording aan god
- droit divin: goddelijk recht om als absoluut vorst te regeren
- minder afhankelijk van adel: ambtenaren/ beroepsleger/ adel verplicht in Versailles
- Mercantilisme: export versterken import verminderen
- edict van nantes maakt einde aan godsdienstvrijheid: alleen katholiek
- investeren in kunst en wetenschap
- rampjaar: GB en Frankrijk vielen republiek binnen: vloot michiel de Ruyter hield stand,
landleger niet. Frankrijk valt binnen. Willem III liet delen onder water zetten: Frankrijk niet
verder.
- glorious revolution: einde gouden eeuw
- Jacobus II tegen Willem III: Jacobus naar Fa = Willem III Koning Engeland
- Bill of Rights: grondwet: beperkt de macht van de koning: constitutionele monarchie