VOLLEDIGE SAMENVATTING
PEDAGOGIE
E. Vanmuysen
Academiejaar: 2022-2023
, HC1 - begripsomschrijving
Definitie opvoeden (Hellinckx):
Opvoeden is een complex fenomeen. De kern van opvoeden is samenleven.
Opvoeden is het samenleven tussen ouders en kinderen en alles wat
daartussen gebeurt. Een opvoeder leeft gedurende een langere tijd
intens/dagelijks samen met het kind en voelt zich verantwoordelijk voor het kind en zijn
toekomst.
In gesprekken met ouders is het belangrijk om het begrip opvoeden concreet te maken. Er
moet gekeken worden naar wat er tussen ouders en kinderen gebeurt. Opvoeden gebeurt
grotendeels onbewust. Je leeft samen als ouder met je kinderen en door het samenleven
geef je je kind dingen mee. Slechts een klein deel van de tijd ben je bewust aan het
opvoeden en dingen aan het leren aan je kind.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 soorten opvoeden:
o Functioneel/onbewust/niet-bedoeld/impliciet: ouders oefenen onbewust dagelijks
een grote invloed uit op hun kinderen (80% van de tijd) (vb. de ouder reageert agressief
wanneer het niet meezit, het kind ziet dit en leert ervan).
o Intentioneel/doelbewust/expliciet: hier is het opvoeden er bewust op
gericht de ontwikkeling van het kind in een bepaalde richting te sturen (20%
van de tijd). Het levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling en
zelfontplooiing.
Opvoeden is complementair, circulair en multifactorieel:
Complementair: zowel de opvoeder als het kind dragen bij aan de opvoeding. We
moeten dus hun beide zijden bekijken. Er is een focus op de actie en reactie (wat doet
het kind? wat doet de ouder?).
Circulair: de ouders en kinderen beïnvloeden elkaar. Er is een
continue wisselwerking. Een kind heeft dus ook een impact op het
aanbod dat het zal krijgen: een rustig kind krijgt een andere
opvoeding dan een kind dat vaak de grens overscheidt. Er is
sprake van een interdependente asymmetrie: de wederzijdse
beïnvloeding tussen kind en ouders verloopt asymmetrisch.
Ouders hebben een grotere invloed op het kind.
Er kan een mismatch zijn tussen vraag en aanbod: het aanbod van de ouders is goed
maar niet voldoende voor het specifieke kind (door probleemgedrag).
Vb. een baby dat weent zorgt ervoor dat hij uiteindelijk eten krijgt -> die beïnvloed u!
Multifactorieel: er zijn verschillende beïnvloedende factoren: de interventies van de
ouders + kind is actief + de opvoedingscontext. Deze context bepaald wat er tussen
ouders en kinderen gebeurt. De fysieke context speelt ook een rol want de tijd dat
ouders momenteel met hun kinderen doorbrengen is in vergelijking met 50 jaar
geleden heel laag. De manier van samenleven is doorheen de jaren veranderd,
vroeger was er een andere interactie.
PEDAGOGIE
E. Vanmuysen
Academiejaar: 2022-2023
, HC1 - begripsomschrijving
Definitie opvoeden (Hellinckx):
Opvoeden is een complex fenomeen. De kern van opvoeden is samenleven.
Opvoeden is het samenleven tussen ouders en kinderen en alles wat
daartussen gebeurt. Een opvoeder leeft gedurende een langere tijd
intens/dagelijks samen met het kind en voelt zich verantwoordelijk voor het kind en zijn
toekomst.
In gesprekken met ouders is het belangrijk om het begrip opvoeden concreet te maken. Er
moet gekeken worden naar wat er tussen ouders en kinderen gebeurt. Opvoeden gebeurt
grotendeels onbewust. Je leeft samen als ouder met je kinderen en door het samenleven
geef je je kind dingen mee. Slechts een klein deel van de tijd ben je bewust aan het
opvoeden en dingen aan het leren aan je kind.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 soorten opvoeden:
o Functioneel/onbewust/niet-bedoeld/impliciet: ouders oefenen onbewust dagelijks
een grote invloed uit op hun kinderen (80% van de tijd) (vb. de ouder reageert agressief
wanneer het niet meezit, het kind ziet dit en leert ervan).
o Intentioneel/doelbewust/expliciet: hier is het opvoeden er bewust op
gericht de ontwikkeling van het kind in een bepaalde richting te sturen (20%
van de tijd). Het levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling en
zelfontplooiing.
Opvoeden is complementair, circulair en multifactorieel:
Complementair: zowel de opvoeder als het kind dragen bij aan de opvoeding. We
moeten dus hun beide zijden bekijken. Er is een focus op de actie en reactie (wat doet
het kind? wat doet de ouder?).
Circulair: de ouders en kinderen beïnvloeden elkaar. Er is een
continue wisselwerking. Een kind heeft dus ook een impact op het
aanbod dat het zal krijgen: een rustig kind krijgt een andere
opvoeding dan een kind dat vaak de grens overscheidt. Er is
sprake van een interdependente asymmetrie: de wederzijdse
beïnvloeding tussen kind en ouders verloopt asymmetrisch.
Ouders hebben een grotere invloed op het kind.
Er kan een mismatch zijn tussen vraag en aanbod: het aanbod van de ouders is goed
maar niet voldoende voor het specifieke kind (door probleemgedrag).
Vb. een baby dat weent zorgt ervoor dat hij uiteindelijk eten krijgt -> die beïnvloed u!
Multifactorieel: er zijn verschillende beïnvloedende factoren: de interventies van de
ouders + kind is actief + de opvoedingscontext. Deze context bepaald wat er tussen
ouders en kinderen gebeurt. De fysieke context speelt ook een rol want de tijd dat
ouders momenteel met hun kinderen doorbrengen is in vergelijking met 50 jaar
geleden heel laag. De manier van samenleven is doorheen de jaren veranderd,
vroeger was er een andere interactie.