Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Anatomie van de zaadplant

Note
-
Vendu
-
Pages
30
Publié le
26-01-2023
Écrit en
2022/2023

Anatomie van de zaadplant Handboek: planten en andere niet-dierlijke organismen

Établissement
UC Leuven-Limburg










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
26 janvier 2023
Nombre de pages
30
Écrit en
2022/2023
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Anatomie van de zaadplant. Lagere planten en zwammen.
Cytologie
De cel, bekeken door een lichtmicroscoop
De organellen van een plantencel
0,07mm  tot hier met blote oog waarneembaar (0,1-0,2 in werkelijkheid)
Organellen: celdeeltjes, die in de cel een vergelijkbare functie hebben als een orgaan in een
organisme. Meeste zeer klein  elektronenmicroscoop

Celkern onder de microscoop
 Kernomhulsel + kernplasma met insluitsels
 Soms 1 of meerdere kernlichaampjes te zien
 Chromatine: te zien als korrelige structuur

Plastiden: grote organellen in het cytoplasma
 Leukoplasten: kleurloze plastiden
o Amyloplasten: bouwen reservezetmeel op
o Elaioplasten: vormen oliedruppels
 Chromatoplasten: gekleurde plastiden
o Chloroplasten: groen door chlorofyl (F5)
o Chromoplasten: gele, oranje of rode pigmenten (carotenoïden)

Vacuole
 Gevuld met celsap (water met ionen, suikers, zuren, alkaloïden, kleurstoffen)
 Binnen de plantencel: afbraakfunctie
 Belangrijkste kleurstoffen: anthocyanen en falvonen
o Anthocyanen: rode rozen, rode kool, klaprozen, kersen, tuingeranium
o Falvonen: bloemen geel bij dahlia, leeuwenbek, vlasbekje, viooltje, afrikaantje
o Kleurnuances worden beïnvloed door de pH van het celsap

Waarin verschillen plantencellen van dierlijke cellen?
Organel Functie Dierlijke cel Plantencel
Celwand Wanddruk, / Ja, met oa cellulose
bescherming
Plasmamembraan Transport en selectie Ja, enig celomhulsel Ja
Celkern ‘brein’ van de cel Ja Ja
Chromosomen Bewaren van erfijke Ja Ja
informatie
Nucleolus Productie van Ja Ja
ribosomen-materiaal
RER en SER Transportwegen, opp. Ja (vb in lever gif en Ja
voor katalyse drugs afbreken)
celcompartimentering
Ribosomen Eiwitsynthese Ja Ja
Golgi-complex Secretie, excretie Ja Ja
Mitochondriën Celademhaling Ja Ja
Lysosomen Bewaren van Ja De vacuole heeft die
verteringsenzymen funtie


1

, Vacuole Celsap met Klein, niet opvallend Ja, grot bij een volgroeide
voedingsstoffen, cel, turgordruk; bij
kleurstoffen en planten heeft de vacuole
afvalstoffen een lythische werking
Plastiden Zetmeel vormen / Amyloplasten (kleurloos)
Olie produceren Elaioplasten (kleurloos)
Kleur geven Chromoplasten (geel,
Fotosynthese oranje, rood)
Chloroplasten (groen)
Microfilamenten Beweging Ja Ja (niet algemeen)
Microtubuli Steun geven, Ja, ook in de centriolen Ja
structuur vormen van
spoelfiguur en
flagellen

Plantencellen
 Vorm te danken aan celwand
 Plasmamembraan van jonge plantencellen geeft naar buiten chemische stoffen af die
de celwand opbouwen
o Jonge cel: cellulose + pectine
o Volgroeide cel: cellulose, pectine, lignine, cutine, suberine
 Cellulose
o Vb in celwand van vruchtvlees van sinaasappel
o Soepel maar sterk ‘verpakkingsmateriaal’
o Draderige, netvormige structuur van polysachariden
o Kunnen door zoogdieren niet worden verteerd. Uitzondering: herkauwers
(hebben bacteriën in hun maagdarmkanaal die cellulase produceren)

Plasmolyse: vocht onttrekken aan de celwand
Tonoplast: membraan dat de vacuole omgeeft (uiterst dun)
Deplasmolyse: cel neemt weer water op
 Vb gazon overbemesten  cellen gaan in plasmolyse  blaadjes slap + geel 
overvloedig sproeien  cellen nemen weer water op
 Vb straatgras doden met zout
 Vacuole zet uit  cytoplasma wordt tegen celwand aangedrukt (=wanddruk)  cel
heeft gezonde inwendige spanning (=turgor)  plantensteel kan mooi rechtop staan
Dierlijke cellen
 Levercellen, epitheelcellen van nier of schildklier, embryo’s van amfibieën,
spiercellen van spoelwormen, geelbruine cellen van een regenworm, …
 Omgeven door celmembraan
 Geen celwand  onregelmatig van vorm
 Celkern relatief groot
 Geen grote vacuole, max 1 of 2 zeer kleine
 Nooit plastiden

Cellen, bekeken met een elektronenmicroscoop
Prokaryoot
 Erfelijk materiaal niet in celkern, wel vrij in centrale gedeelte van de cel

2

,  Vb bacteriën en cellen van cyanobacteriën
Eukaryoot
 Cellen van zwammen, plantaardige en dierlijke organismen, eencelligen
 Erfelijk materiaal wel gescheiden van rest van de cel

Membraanstructuren
 Rond cellichaam: plasmamembraan
 Rond kern: kernomhulsel (kernmembraan)
 Rond vacuole: tonoplast
 Elk een specifieke functie
 Staan in verbinding met elkaar, kunnen in elkaar overgaan
 Vertegenwoordigt altijd een grensvlak: opsplitsing
o Plasmatische fase: binnenkant van het grensvlak
o Niet-plasmatische fase: andere kant
 Volgens vast schema opgebouwd
o Vloeibaar mozaïekmodel: dubbele fosfolipidenlaag waarin een aantal eiwitten
ronddrijven
 Glycocalix: aan buitenzijde van dierlijke cel vertakte polysachariden, gebonden aan
de lipiden en proteïnen
o Beschermende functie + communicatie met celomgeving
o Bij plantencel eenvoudiger opgebouwd
 Biologisch eenheidsmembraan: basistructuur voor alle membranen is dezelfde. Dikte
en verhouding proteïnen/lipiden kan variëren
 Functie: afsluiting + uitwisseling tussen de 2 fasen

Werking membraan
 Dubbele fosfolipidenlaag: hydrofiele en lipofiele kant
o Binnenkant: ondoorlaatbaar voor wateroplosbare stoffen
 Zeer flexibel (vergelijkbaar met wand van zeepbel)
 3 transporteiwitten
o Celporiën
 Diffusiekanaal waardoor stoffen zich kunnen verplaatsen
 Afhankelijk van grootte van deeltjes, concentratieverschillen,
elektrische lading
 Aquaporines: specifieke doorgangskanalen voor water
o Celpoorten
 Diffusiekanaal waardoor stoffen zich kunnen verplaatsen
 Gaan slechts open als antwoord op signaalstof (vb insuline is
signaalstof voor transport van glucose)
o Celpompen
 Pompen actief stoffen in en uit de cel
 Verbruiken daarbij energie

Plasmamembraan
 Hele cel omsloten door membraan
 Dierlijke cel: enige grensvlak
 Planten, zwammen, bacteriën en wieren: ook nog celwand

3

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
acools Thomas More Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
53
Membre depuis
3 année
Nombre de followers
32
Documents
151
Dernière vente
1 mois de cela

Hallo! Bij mij vind je samenvattingen, flashcards, oefeningen en examenvragen voor de opleidingen vroedkunde en leerkracht secundair onderwijs. Ik studeerde eerst vroedkunde aan Thomas More en nu studeer ik leerkracht secundair onderwijs aan de UCLL. Sommigen vakken zoals anatomie worden ook in andere opleidingen aangeboden en gebruiken dezelfde boek dus het is niet enkel voor de opleidingen die ik deed/doe.

4,0

12 revues

5
3
4
8
3
0
2
0
1
1

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions