Metabolische Diversiteit van Prokaryoten
Fototrofie
Fotosynthese en chlorofylen
Fotosynthese is de omzetting van lichtenergie in chemische energie
➢ Fototrofen voeren de fotosynthese uit.
➢ De meeste fototrofen zijn ook autotrofen die CO2 gebruiken als enige C-bron.
➢ Foto-autotrofen gebruiken licht om CO2 te reduceren tot organische verbindingen.
▪ Lichtreactie: productie ATP
▪ Donkere reacties: reduceren CO2 tot celmateriaal voor groei
• Vereisen ATP en elektronen (NADH of NADPH)
NADH/NADPH hebben een elktronendonor uit omgeving (bv. H2O, H2S, H2)
• Oxygene fotosynthese: oxidatie van H2O produceert O2 (cyanobacteriën)
• Anoxygene fotosynthese: alle andere fototrofe bacteriën
➢ Fotoheterotrofen zijn fototrofen die organisch koolstof als C-bron gebruiken.
➢ Ontstaan in Bacteriën maar ook geëvolueerd bij Eukarya
Fotosynthese vereist lichtgevoelige pigmenten, chlorofylen en bacteriochlorofylen genaamd,
die lichtenergie absorberen.
➢ Chlorofyl en bacteriochlorofyl
▪ Tetrapyrrolen met magnesium in plaats van ijzer in de ring
▪ Verschillende soorten chlorofyl, elk met een eigen absorptiespectrum.
▪ Bacteriochlorofyllen bij anoxygene fototrofen
▪ Het gebruik van verschillende pigmenten laat verscheidene fototrofen toe om
verschillende golflengtes te absorberen en in hetzelfde habitat te leven.
➢ Reactiecentra en antennepigmenten (Zie figuur volgende pagina)
▪ Chlorofyl/bacteriochlorofyl is niet vrij in de cel en bevindt zich in fotocomplexen met
eiwitten in membranen
▪ Reactiecentra bevatten sommige pigmenten en nemen rechtstreeks deel aan het
behoud van energie.
▪ Antennepigmenten (<chlorofyl/bacteriochlorofyllen) omgeven en trechteren
lichtenergie naar reactiecentra.
17
, Fotosynthetische membranen, chloroplasten en chlorosomen
➢ Chlorofylpigmenten en lichtverzamelaars bevinden zich in speciale membranen.
▪ In eukaryoten vindt de fotosynthese plaats in chloroplasten (intracellulaire organellen
die thylakoïden bevatten: sheet-like membraansystemen)
▪ In prokaryoten zijn pigmenten geïntegreerd in interne uitsteeksels van het
cytoplasmamembraan:
• chromatoforen of lamellen in paarse bacteriën
• thylakoïden in cyanobacteriën.
➢ Chlorosomen vangen lage lichtintensiteiten op.
▪ Gevonden in anoxygene groene zwavelbacteriën, filamenteuze groene niet-
zwavelbacteriën en fotosynthetische Acidobacteria
▪ Functioneren als grote antennesystemen
▪ Bevatten bacteriochlorofyl zonder eiwit in dichte arrays
▪ Gevonden in diepste wateren waar licht geen andere fototrofen kan ondersteunen
Carotenoïden en fycobilinen
Carotenoïden
➢ Meest voorkomende accessoire pigmenten
➢ Hydrofoob, ingebed in het fotosynthetische membraan
➢ Vele bestaan in verschillende kleuren en absorberen blauw licht
➢ Bv. β-caroteen
➢ Nauw verbonden met chlorofyl of bacteriochlorofyl in fotosynthetische complexen
➢ Een deel van de door carotenoïden geabsorbeerde energie kan worden overgedragen naar
een reactiecentrum
➢ Functioneren voornamelijk als fotoprotectieve middelen, die de productie van toxische
zuurstofsoorten onderdrukken en gevaarlijke fotooxidatie voorkomen
18