Samenvatting coachen
Inhoud
1. Coachen.......................................................................................................................................................................2
1.1 Het begrip coachen................................................................................................................................................2
1.2 Probleemgericht vs oplossingsgericht...................................................................................................................2
1.3 Geschiedenis van het oplossingsgericht werken...................................................................................................2
1.4 Mythes over oplossingsgericht werken.................................................................................................................3
1.5 Oplossingsgericht werken=meer dan techniek......................................................................................................3
1.6 Wat werkt volgens onderzoekers..........................................................................................................................4
2. Het Brugs model..........................................................................................................................................................4
2.1 Uitgangspunten.....................................................................................................................................................4
2.2 Brugse flowchart....................................................................................................................................................5
3. Aannames binnen oplossingsgericht werken..............................................................................................................6
4. Emotioneel klimaat & emoties..................................................................................................................................11
5. Veranderen................................................................................................................................................................13
5.1 Gewoontes..........................................................................................................................................................13
5.2 Terug naar oud gedrag/terugval..........................................................................................................................14
6. Coachingsgesprek......................................................................................................................................................15
6.1 Tweesporendenken.............................................................................................................................................15
6.2 Eigenschappen en attitudes van de coach...........................................................................................................15
6.3 Joinen.................................................................................................................................................................. 15
6.4 Complimenteren..................................................................................................................................................16
6.5 Digitaal coachen..................................................................................................................................................16
7. Oplossingsgerichtheid...............................................................................................................................................17
7.1 Oplossingsgerichte taal........................................................................................................................................17
7.2 Vragen voor een ander soort dialoog..................................................................................................................18
7.3 Doelen................................................................................................................................................................. 19
7.4 Context verhelderen............................................................................................................................................20
7.5 Uitzonderingen....................................................................................................................................................20
8. Samenwerkingsrelaties..............................................................................................................................................20
8.1 De vrijblijvende samenwerkingsrelatie................................................................................................................20
8.2 De zoekende samenwerkingsrelatie....................................................................................................................21
8.3 De consulterende samenwerkingsrelatie............................................................................................................24
8.4 De co-experten samenwerkingsrelatie................................................................................................................25
, 1. Coachen
1.1 Het begrip coachen
Coachee empoweren om op eigen kracht te veranderen
Zelfgekozen doelen: werk & leven
≠ counselen: coachee specifiek, bepaald doel ipv ruimer probleem
Proces dat mensen voorwaarts helpt door ondersteuning in
o Onderzoeken huidige situatie
o Onderzoeken nieuwe mogelijkheden (keuzevrijheid)
o Stellen van doelen
o Nemen van actie ∴ bereiken doelen (resources/hulpbronnen) à andere mensen/binnen de coachee
o Wegnemen weerstand (motiveren)
Niet:
o Kletsen: gericht verhelderen situatie, doelen,… dmv doorvragen, concretiseren, confronteren,
structureren
o Trainen: trainer=expert; leert ander iets door voordoen of instructies – coach focust op leerproces
coachee (leert meer van wat die al weet zonder te weten)
o Counselen: counselen= gericht inzicht zz & situatie – coachen: gericht gedrag & verandering (niet per
se weten oorzaak probleem voor oplossing)
1.2 Probleemgericht vs oplossingsgericht
Probleemgericht
Probleemgericht werken
Probleemoplossende structuur:
Gebaseerd op medisch model: diagnosticeren à behandelen (=uitzoeken wat aan de hand voor geholpen
kan w)
Noodzakelijk verband probleem – oplossing
Structuur probleemgericht werken
Beschrijving probleem – probleemanalyse – bedenken interventies – interventies uitvoeren – evaluatie &
vervolgcontract
Vb. iemand die rouwt rouwtherapie nodig – wat wil ik niet wat wil ik wel
Oplossingsgericht
kunst voeren nuttige gesprekken waarin
o Hoop ↗
o Creativiteit ↗
o Gevoel competentie ↗
o Volgende stappen duidelijk w
4 thema’s binnen oplossingsgericht werken
o Wat wil cliënt zelf ( ≠ wat gaat niet goed)
o Hoe ziet gewenste situatie eruit? Vb. ik pieker
max 5 min./dag
o Wat werkt (itt wat belemmert) Vb. waren er
momenten waarop geen last?
o Kleine stappen voorwaarts (itt drastische
oplossingen)
Structuur oplossingsgericht werken
o Beschrijven probleem (kort)
o Ontwikkelen duidelijk geformuleerde doelen
o Exploreren uitzondering
o Feedback aan einde sessie
o Evaluatie
P: verledengericht – wat gaat fout – inzicht & begrip belangrijk voor verandering – hulpbronnen aanreiken –
fouten zoeken – wie schuldig?
O: toekomstgericht – wat gaat goed – inzicht & begrip tijdens & na verandering – hulpbronnen al beschikbaar –
oplossingen creëren – wat kan ik veranderen
1.3 Geschiedenis van het oplossingsgericht werken
1959
1930 1978
Mental Research Institute (Palo 1982
Milton Erickson (Palo Alto Alto groep) USA Brief family therapy center Europa: eroep Korzyybski
groep) Bateson-Watzlawick,... De Schazer - Kim Berg instituut onstaan in Brugge
(Brugs model - Isebaert)
hypnotherapie - vertrouwen Observeren schizofrenen & Observatie achter one-way
gesprekken opnemen om te screen: wat werkt in therapie? Vestigingen Be, Nl, Fr, Zwits
oplossingen in de mens bestuderen
, Vernieuwingsbeweging: probleemgericht à oplossingsgericht
Grondbeginselen: Steve De Shazer & Insoo Kim Berg
o Als het werkt, laat het dan zo.
o Als iets ooit effect had, doe het dan vaker.
o Als het niet werkt, doe dan iets anders.
o Verandering is constant en onvermijdelijk.
o De toekomst is onderhandelbaar en wordt geschapen.
o Kleine oplossingen kunnen tot grote veranderingen leiden.
o Problemen en oplossingen zijn niet altijd direct aan elkaar gerelateerd.
o Stel cliënten vragen, maar vertel ze niet wat ze moeten doen.
o Geef complimenten!
1.4 Mythes over oplossingsgericht werken
“Er wordt niet gepraat over probleem”:
o Probleem=nuttig, vertelt iets over motivatie coachee + geeft mogelijkheden last erkennen (à
verbinding)
“Ik hoor dat je zoon agressief wordt als hem iets ontzegd wordt, dan scheldt en gooit hij met
dingen”
o Probleem concretiseren à makkelijker tot uitzondering komen
“Reageert hij altijd met schelden en gooien? Wanneer minder agressief?”
o Probleem maakt duidelijk wat coachee niet wilt à wat dan wel?
“Hoe wil je dat hij reageert als iets ontzegt wordt? Hoe zal je dit zien? Heb je dat al beetje
gezien, wat dan?”
o Krijgen aanwijzingen over soort taal die coachee gebruikt à helpt oplossingsgerichte taal introduceren
“mijn zoon is agressief” à “mijn zoon gedraagt zich agressief”: Op gedrag kun je greep hebben,
op ‘zijn’ niet
Welk gedrag wil je ↑ zien? Hoe ziet leven eruit waarbij tevreden gedrag zoon? Wat dan ↑/↓?
Welk + vers voor u?
“Coach geeft de oplossingen”
o Coachee beschikt over oplossingen in zz à duurzamer want afgestemd op coachee
o “Coach kent oplossingen, weet wat goed is & werkt” à klopt niet, iedereen uniek
o Doel: toegang tot oplossingen vrij maken + faciliteren aanwenden eigen hulpbronnen
“Oplossingsgericht moet kortdurend zijn”
o Uitgangspunt= niet lager samenwerken dan nodig
o Doel ≠ kort maar niet langer dan nodig
“Oplossingsgericht werken is voor positivo’s”
o Zien niet in alles positieve
o Keuren niet alles goed: veiligheid/welzijn in gevaar à bespreken
“Vanuit niet-wetende houding weet hulpverlener niets”
o Coach kent procedures voor efficiënte coaching (tot werkbare hulpvraag komen, hulpbronnen
opsporen,..)
o Coach kent niet visie, oplossingen, doelen, unieke kijk,… van coachee
“Dé oplossing en hét doel bestaan”
o Doelen kunnen veranderen door nieuwe omstandigheden/ervaringen, kunnen op nieuwe manier
bereikt w, blijken toch minder belangrijk,…
o Wel: stappen zetten in gewenste richting – af en toe checken of juiste richting – wat is nu
eerstvolgende stap
o “Wat kan volgende doenbare stap zijn voor de op dit moment juiste richting? Wie kan helpen? Welke
hulp reeds gebruikt? Hoeveel vertrouwen al? Wat nodig ↑ vertrouwen
“Oplossingsgericht werken is probleemoplossend werken”
o Zoeken niet naar hoe problemen oplossen, wel naar hoe ziet leven eruit wanneer opgelost, waar wil je
naartoe?
“Bij oplossingsbericht werken wordt niet gewerkt met emoties”
o Emoties=nuttige boodschappers wat coachee wil/niet wil, wat wil behouden, wat in de plaats wil
o Negatieve/onaangename emoties kunnen helpen naast last
o Positieve emoties motiveren om stappen te zetten
o Negatieve emoties kunnen verandering faciliteren
“Oplossingsgericht werken is gewoon techniek, weinig mirakelvraag & schaalvraag”
o Technieken zullen niet werken zonder juiste basishouding coach
o Technieken pas werkzaam als: op eigen manier gebruiken – afgestemd op cliënt & context – op juiste
moment
1.5 Oplossingsgericht werken=meer dan techniek
Met enkel de technieken kom je er niet
Installeren en behouden van een kwaliteitsvolle hulpverleningsrelatie (vertrouwen en begrip) is essentieel
(oa gesprekstechnieken)
Inhoud
1. Coachen.......................................................................................................................................................................2
1.1 Het begrip coachen................................................................................................................................................2
1.2 Probleemgericht vs oplossingsgericht...................................................................................................................2
1.3 Geschiedenis van het oplossingsgericht werken...................................................................................................2
1.4 Mythes over oplossingsgericht werken.................................................................................................................3
1.5 Oplossingsgericht werken=meer dan techniek......................................................................................................3
1.6 Wat werkt volgens onderzoekers..........................................................................................................................4
2. Het Brugs model..........................................................................................................................................................4
2.1 Uitgangspunten.....................................................................................................................................................4
2.2 Brugse flowchart....................................................................................................................................................5
3. Aannames binnen oplossingsgericht werken..............................................................................................................6
4. Emotioneel klimaat & emoties..................................................................................................................................11
5. Veranderen................................................................................................................................................................13
5.1 Gewoontes..........................................................................................................................................................13
5.2 Terug naar oud gedrag/terugval..........................................................................................................................14
6. Coachingsgesprek......................................................................................................................................................15
6.1 Tweesporendenken.............................................................................................................................................15
6.2 Eigenschappen en attitudes van de coach...........................................................................................................15
6.3 Joinen.................................................................................................................................................................. 15
6.4 Complimenteren..................................................................................................................................................16
6.5 Digitaal coachen..................................................................................................................................................16
7. Oplossingsgerichtheid...............................................................................................................................................17
7.1 Oplossingsgerichte taal........................................................................................................................................17
7.2 Vragen voor een ander soort dialoog..................................................................................................................18
7.3 Doelen................................................................................................................................................................. 19
7.4 Context verhelderen............................................................................................................................................20
7.5 Uitzonderingen....................................................................................................................................................20
8. Samenwerkingsrelaties..............................................................................................................................................20
8.1 De vrijblijvende samenwerkingsrelatie................................................................................................................20
8.2 De zoekende samenwerkingsrelatie....................................................................................................................21
8.3 De consulterende samenwerkingsrelatie............................................................................................................24
8.4 De co-experten samenwerkingsrelatie................................................................................................................25
, 1. Coachen
1.1 Het begrip coachen
Coachee empoweren om op eigen kracht te veranderen
Zelfgekozen doelen: werk & leven
≠ counselen: coachee specifiek, bepaald doel ipv ruimer probleem
Proces dat mensen voorwaarts helpt door ondersteuning in
o Onderzoeken huidige situatie
o Onderzoeken nieuwe mogelijkheden (keuzevrijheid)
o Stellen van doelen
o Nemen van actie ∴ bereiken doelen (resources/hulpbronnen) à andere mensen/binnen de coachee
o Wegnemen weerstand (motiveren)
Niet:
o Kletsen: gericht verhelderen situatie, doelen,… dmv doorvragen, concretiseren, confronteren,
structureren
o Trainen: trainer=expert; leert ander iets door voordoen of instructies – coach focust op leerproces
coachee (leert meer van wat die al weet zonder te weten)
o Counselen: counselen= gericht inzicht zz & situatie – coachen: gericht gedrag & verandering (niet per
se weten oorzaak probleem voor oplossing)
1.2 Probleemgericht vs oplossingsgericht
Probleemgericht
Probleemgericht werken
Probleemoplossende structuur:
Gebaseerd op medisch model: diagnosticeren à behandelen (=uitzoeken wat aan de hand voor geholpen
kan w)
Noodzakelijk verband probleem – oplossing
Structuur probleemgericht werken
Beschrijving probleem – probleemanalyse – bedenken interventies – interventies uitvoeren – evaluatie &
vervolgcontract
Vb. iemand die rouwt rouwtherapie nodig – wat wil ik niet wat wil ik wel
Oplossingsgericht
kunst voeren nuttige gesprekken waarin
o Hoop ↗
o Creativiteit ↗
o Gevoel competentie ↗
o Volgende stappen duidelijk w
4 thema’s binnen oplossingsgericht werken
o Wat wil cliënt zelf ( ≠ wat gaat niet goed)
o Hoe ziet gewenste situatie eruit? Vb. ik pieker
max 5 min./dag
o Wat werkt (itt wat belemmert) Vb. waren er
momenten waarop geen last?
o Kleine stappen voorwaarts (itt drastische
oplossingen)
Structuur oplossingsgericht werken
o Beschrijven probleem (kort)
o Ontwikkelen duidelijk geformuleerde doelen
o Exploreren uitzondering
o Feedback aan einde sessie
o Evaluatie
P: verledengericht – wat gaat fout – inzicht & begrip belangrijk voor verandering – hulpbronnen aanreiken –
fouten zoeken – wie schuldig?
O: toekomstgericht – wat gaat goed – inzicht & begrip tijdens & na verandering – hulpbronnen al beschikbaar –
oplossingen creëren – wat kan ik veranderen
1.3 Geschiedenis van het oplossingsgericht werken
1959
1930 1978
Mental Research Institute (Palo 1982
Milton Erickson (Palo Alto Alto groep) USA Brief family therapy center Europa: eroep Korzyybski
groep) Bateson-Watzlawick,... De Schazer - Kim Berg instituut onstaan in Brugge
(Brugs model - Isebaert)
hypnotherapie - vertrouwen Observeren schizofrenen & Observatie achter one-way
gesprekken opnemen om te screen: wat werkt in therapie? Vestigingen Be, Nl, Fr, Zwits
oplossingen in de mens bestuderen
, Vernieuwingsbeweging: probleemgericht à oplossingsgericht
Grondbeginselen: Steve De Shazer & Insoo Kim Berg
o Als het werkt, laat het dan zo.
o Als iets ooit effect had, doe het dan vaker.
o Als het niet werkt, doe dan iets anders.
o Verandering is constant en onvermijdelijk.
o De toekomst is onderhandelbaar en wordt geschapen.
o Kleine oplossingen kunnen tot grote veranderingen leiden.
o Problemen en oplossingen zijn niet altijd direct aan elkaar gerelateerd.
o Stel cliënten vragen, maar vertel ze niet wat ze moeten doen.
o Geef complimenten!
1.4 Mythes over oplossingsgericht werken
“Er wordt niet gepraat over probleem”:
o Probleem=nuttig, vertelt iets over motivatie coachee + geeft mogelijkheden last erkennen (à
verbinding)
“Ik hoor dat je zoon agressief wordt als hem iets ontzegd wordt, dan scheldt en gooit hij met
dingen”
o Probleem concretiseren à makkelijker tot uitzondering komen
“Reageert hij altijd met schelden en gooien? Wanneer minder agressief?”
o Probleem maakt duidelijk wat coachee niet wilt à wat dan wel?
“Hoe wil je dat hij reageert als iets ontzegt wordt? Hoe zal je dit zien? Heb je dat al beetje
gezien, wat dan?”
o Krijgen aanwijzingen over soort taal die coachee gebruikt à helpt oplossingsgerichte taal introduceren
“mijn zoon is agressief” à “mijn zoon gedraagt zich agressief”: Op gedrag kun je greep hebben,
op ‘zijn’ niet
Welk gedrag wil je ↑ zien? Hoe ziet leven eruit waarbij tevreden gedrag zoon? Wat dan ↑/↓?
Welk + vers voor u?
“Coach geeft de oplossingen”
o Coachee beschikt over oplossingen in zz à duurzamer want afgestemd op coachee
o “Coach kent oplossingen, weet wat goed is & werkt” à klopt niet, iedereen uniek
o Doel: toegang tot oplossingen vrij maken + faciliteren aanwenden eigen hulpbronnen
“Oplossingsgericht moet kortdurend zijn”
o Uitgangspunt= niet lager samenwerken dan nodig
o Doel ≠ kort maar niet langer dan nodig
“Oplossingsgericht werken is voor positivo’s”
o Zien niet in alles positieve
o Keuren niet alles goed: veiligheid/welzijn in gevaar à bespreken
“Vanuit niet-wetende houding weet hulpverlener niets”
o Coach kent procedures voor efficiënte coaching (tot werkbare hulpvraag komen, hulpbronnen
opsporen,..)
o Coach kent niet visie, oplossingen, doelen, unieke kijk,… van coachee
“Dé oplossing en hét doel bestaan”
o Doelen kunnen veranderen door nieuwe omstandigheden/ervaringen, kunnen op nieuwe manier
bereikt w, blijken toch minder belangrijk,…
o Wel: stappen zetten in gewenste richting – af en toe checken of juiste richting – wat is nu
eerstvolgende stap
o “Wat kan volgende doenbare stap zijn voor de op dit moment juiste richting? Wie kan helpen? Welke
hulp reeds gebruikt? Hoeveel vertrouwen al? Wat nodig ↑ vertrouwen
“Oplossingsgericht werken is probleemoplossend werken”
o Zoeken niet naar hoe problemen oplossen, wel naar hoe ziet leven eruit wanneer opgelost, waar wil je
naartoe?
“Bij oplossingsbericht werken wordt niet gewerkt met emoties”
o Emoties=nuttige boodschappers wat coachee wil/niet wil, wat wil behouden, wat in de plaats wil
o Negatieve/onaangename emoties kunnen helpen naast last
o Positieve emoties motiveren om stappen te zetten
o Negatieve emoties kunnen verandering faciliteren
“Oplossingsgericht werken is gewoon techniek, weinig mirakelvraag & schaalvraag”
o Technieken zullen niet werken zonder juiste basishouding coach
o Technieken pas werkzaam als: op eigen manier gebruiken – afgestemd op cliënt & context – op juiste
moment
1.5 Oplossingsgericht werken=meer dan techniek
Met enkel de technieken kom je er niet
Installeren en behouden van een kwaliteitsvolle hulpverleningsrelatie (vertrouwen en begrip) is essentieel
(oa gesprekstechnieken)