Hoofdstuk 1Levensloop en ontwikkeling.
1.3 ontwikkelingspsychologie en levenslooppsychologie
Ontwikkelingspsychologie -> Algemene ontwikkeling tot de
volwassenheid.
Levenslooppsychologie -> ontwikkeling tot de unieke mens.
Invloed van de omgeving.
1.4 Wat is menselijke ontwikkeling?
, 5 niveaus van menselijke ontwikkeling:
Microgenetische niveau -> Ontwikkeling op cel niveau
Ontogenetisch niveau -> Individuele ontwikkeling (gedurende de
levensloop)
Antropogenetisch niveau -> Ontwikkeling van de menselijke
soort
Sociogenetisch niveau -> Ontwikkeling van menselijke
gemeenschappen en cultuur
Fylogenetisch niveau -> Ontwikkeling van biologische soorten
1.5 De levensloop benadering: De nadere uitwerking
Uitgangspunten:
-Ontwikkeling -> Je ontwikkelt je je hele leven tot de dood.
-Er is stabiliteit en verandering.
-Winnen en verliezen -> Vooruitgang en achteruitgang.
-omgeving heeft een belangrijke rol in het gedrag
- individuele veranderingen -> er leiden vele wegen naar het
eindpunt van de ontwikkeling.
5 factoren die menselijk gedrag beinvloeden
1. Fylogenetische factor: evolutie theorie
2. Ontogenetische factor: Hoe verder je ontwikkeld bent hoe anders
je reageert.
3. Ervaringsfactor: Ervaring
4. Culturele factor: Cultuur die invloed heeft
5.Individuele factor: Iedereen heeft eigen unieke kenmerken.
3 andere factoren
1. Normatieve leeftijdsgebonden invloeden -> Biologische en
omgevingsfactoren die leeftijdsgebonden zijn. (Menstruatie, leren
praaten leren lopen.)
2. normatieve historisch gebonden invloed ->
Maatschappelijke situaties (oorlog, crisis)
3. Niet normatieve onvloeden -> Niet typerend (Ziekte ongeluk
scheiding prijs winnen)
Leeftijden
Chronologische leeftijd = De kalender leeftijd
(Voorbeeld 1994= 22 jaar)
Biologische leeftijd = Fysieke kenmerken
(Voorbeeld Pijn in de spieren ‘’ik voel me wel honderd’’)
Psychologische/sociale leeftijd = Leeftijdsgebonden
verwachtingen
(Voorbeeld Uit huis gaan, trouwen)
1.7 Ontwikkelingslijnen
Fysiologische ontwikkeling: Motorische verandering