Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting hoofdstuk 5: Depressieve en andere stemmingsstoornissen

Note
-
Vendu
-
Pages
10
Publié le
16-01-2023
Écrit en
2019/2020

Samenvatting hoofdstuk 5 psychopathologie: Depressieve en andere stemmingsstoornissen (Humane wetenschappen 2) ()










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
16 janvier 2023
Nombre de pages
10
Écrit en
2019/2020
Type
Resume

Aperçu du contenu

Depressieve en andere
stemmingsstoornissen
Depressieve stoornis
Symptomen:
Emotionele symptomen: neerslachtigheid, hopeloosheid, huilbuien, etc. vaak comorbide
angst.
Motivationele symptomen: verlies van interesse, geen initiatiefneming, weinig of geen
plezierbelevingsociale isolatie, verlies van interesse in seks
Gedragsmatige symptomen: verlies van energie, vermoeidheid, fysiek inactief, in bed
blijven, psychomotorische retardatie of agitatie (gespannenheid, rusteloosheid)
Fysieke symptomen: veranderingen in slaappatronen (middle insomnia, hypersomnia,
terminal insomnia), hoofdpijn, algemene pijnen, indigestie, vermoeidheid, prikkelbaarheid,
energieverlies, veranderingen in eetlust (gewichtstoename of -afname)
Middle insomnia: midden van nacht wakker, moeilijk terug inslapen
Terminal insomnia: vroeg wakker, moeilijk terug in slaap
Hypersomnia: langer en meer slapen
Cognitieve symptomen: extreem negatieve visie over zichzelf, de wereld en de toekomst,
pessimisme, schuldgevoelens, verminderd denkvermogen, besluiteloosheid, verminderde
concentratie, mislukking, waardeloosheid, zelfmoordgedachten
Isolatie gaat depressie versterken (vicieuze cirkel!)
elke depressie is anders, milde depressie kan je nog functioneren op sociaal vlak

Diagnostiek
 5 of meer symptomen, > 2 weken, afwijkend van eerder functioneren, minstens 1 van
de symptomen is:
o Sombere stemming
o Verlies van interesse of plezier
 hoofdkenmerken
 Klinische significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige
functioneren of functioneren op belangrijke andere domeinen
 Kan niet worden toegeschreven aan een somatische aandoening of fysiologische
effecten van een middel
 Kan niet worden toegeschreven aan andere PP en geen voorafgaande manische of
hypomanische episodes

Verschil depressie en rouw na verlies
Rouw: gevoel van leegheid en verlies op de voorgrond, somberheid neemt af in intensiteit na
enkele dagen tot weken, golven gepaard met gedachten over of herinneringen aan
overledene, nog positieve emoties of humor, gevoel van eigenwaarde blijft intact.
Depressie: gevoelens van aanhoudende sombere stemming, niet gebonden aan specifieke
gedachten of een bepaalde gepreoccupeerdheid, allesdoordringend, geen positieve emoties
of humor, zelfbekritiserende ruminaties (herhaaldelijk, langdurig nadenken of herkauwen
van negatieve gevoelens en problemen)

, Verschil depressie en burn out
Burn out Depressie
Vnl werkgerelateerd Niet enkel werkgerelateerd, ingebed in
verschillende domeinen
Stemming mat, boos, verdrietig Depressieve stemming
Algemene anhedonie (het niet meer
(kunnen) ervaren van vreugde)
Besluiteloosheid en minder plezier owv Algemeen interesseverlies
vermoeidheid, synosme
Weinig zelfmoordgedachten Wel gewichtsverlies, zelfmoordgedachten
Meestal geen gewichtsverlies
Schuldgevoelens

Depressie – angst – spanning/stress
 Gelijkaardige symptomen (o.a. zorgen maken, piekeren, angst, nerveus,rusteloos,
snel vermoeid, concentratieproblemen, prikkelbaar, moeilijk slapen)
 soms moeilijk onderscheid
 Vaak comorbiditeit
 Stress/overspanning/burn out komt niet aan bod in DSM5
 Differentiaal diagnose CVS
Dysthymie
Persisterende depressieve stoornis (symptomen min 2 jaar aanwezig)
Controverse
 Criteria: 5 (of meer) symptomen
 Overdiagnosticering (om toegang hulpverlening te geven)
 Medicalisering van ongelukkig voelen
 Comorbiditeit met angststoornissen (+/- 60%)
eenzelfde onderliggende pathologie?

Prevalentie depressie
 Meest prevalente PP
 Lifetime prevalentie: 5,2- 17,1% (US)
 12% van niet fatale ziektelast
 Culturele verschillen (stigma, somatisatie=koppelen aan lichamelijke klachten, niet
direct observeerbaar, problemen met recall)
 Prevalentie gestegen door de jaren heen

Etiologie
Biologische theorieën
GENETISCHE FACTOREN:
 Sterke evidentie voor erfelijke component
 Specifieke genen nog onbekend
(niet noodzakelijk)



NEUROCHEMISCHE FACTOREN:

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
gabrielle10 Universiteit Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
37
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
21
Documents
15
Dernière vente
1 année de cela

3,0

1 revues

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions