Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Uitgebreide samenvatting lessen en leerstof crisis&trauma

Note
-
Vendu
1
Pages
34
Publié le
10-01-2023
Écrit en
2018/2019

Heel uitgebreide samenvatting met schema's, afbeeldingen...












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
10 janvier 2023
Nombre de pages
34
Écrit en
2018/2019
Type
Resume

Aperçu du contenu

1 Crisis algemeen

Crisishulpverlening

 Globaal plan jeugdzorg
o “Opvoedingsondersteuning wordt uitgebouwd, crisishulpverlening wordt versterkt,
mogelijkheden tot gezinsbegeleiding uitgebreid en gedifferentieerd.”
o “Crisishulp aan huis wil uithuisplaatsing voorkomen. […] Deze werkvorm maakt een
significant verschil aan gezinnen in een crisissituatie. Vooral de sociale isolatie, de
relatie tussen kind en ouder, herstel van de balans tussen draagkracht en draaglast
voor de ouders, … worden verbeterd. Omwille van deze gunstige effecten, wordt
deze werkvorm voortaan aangeboden over heel Vlaanderen.”

1 De verschijningsvormen van een crisis
 Hippocrates (vader van geneeskunde)
o Etymologisch: een moment van vonnis, een beslissing die genomen wordt in de
rechtspraak
o Medisch: decisieve fase van ziekte waarbij de symptomen verergeren, zonder dat
men weet of dit evolueert naar de verslechtering, de genezing of de chronifiëring

 Soorten crisissen:
o Crisis in termen van levensloop
o Crisis in termen van omstandigheden
o Crisis in termen van sociale context
o Crisis in termen van psychiatrische problematiek

1. Crisis in termen van levensloop

o Ontwikkelingscrisis:
 Moeite met natuurlijke overgangen in de ontwikkeling
 Stagnatie of regressie

o Existentiële crisis:
 Thema’s die met het menselijke bestaan te maken hebben
‘Wat voor zin heeft dat?’ ‘Wat is de mens?’ ‘Wat is rouw?’
 Weigering die een plaats te geven

2. Crisis in termen van omstandigheden

o Externe gebeurtenissen die een onevenwicht teweegbrengen
bv. Vluchtelingencrisis (ware oorzaak: opwarming van de aarde; Syrië was vruchtbaar land,
oogsten mislukten, mensen in veeteelt en landbouw trokken naar de steden, voeding werd
schaars, vatbaarder voor extreme ideologieën), bv. Brand

3. Crisis in termen van sociale context

o Systeemcrisis:
 Crisogene factoren gegrond in relationele en communicatieve patronen
 Systeem van geven en nemen (interactie)
Bv. Afzetten van ouders: ouders gaan oftewel kind bemoederen oftewel ‘trek uw plan’
Bv. Huwelijkscrisissen: kind gaat op kot, papa en mama worden terug ‘minnaars’
Bv. Hechte vriendengroep: vriendengroepen vallen uiteen dankzij nieuwe partners,
overgebleven vrienden geraken in crisis, willen dingen doen die ze vroeger ook deden

o Zorgkadercrisis:
 Niet zozeer de persoon in crisis, dan wel de omstaanders
.

4. Crisis in termen van psychiatrische problematiek


2 Crisis in componenten verdeeld
 Veranderingen
o Aan elke crisis gaat een GEBEURTENIS vooraf
o Deze ingrijpende verandering doet een sterk appèl op het
incasseringsvermogen, de plooibaarheid en de weerbaarheid van de mens
1

, Verlieservaringen
o Bij het verlies van iets dat mensen als waardevols ervaren en waaraan hij
voorheen veiligheid, zekerheid en structuur kon ontlenen is een crisis nooit ver weg

 Evenwichtsverstoringen: de SSKK-balans
o Een gebeurtenis kan bij de ene persoon tot crisis leiden, terwijl deze gebeurtenis bij
een ander persoon nauwelijks tot enige emoties leidt, laat staan tot crisis

o HOE HANDHAVEN MENSEN EEN EVENWICHT IN HUN LEVEN?

o De Jongh (1997) SSKK-balans
 4 factoren: ‘4 gewichten in een schaal’
 STRESS: het lijden van de persoon als gevolg van het bestaand
probleem
 STEUN: de hulp, ondersteuning of bescherming waarop de persoon
in zijn situatie beroep kan doen, bv. vrienden, ouders, buren,
hulpverleners
Hoe meer steun, hoe minder stress
 KWETSBAARHEID: gevoeligheden en beperkingen in de persoon
die risico’s inhouden, bv. een handicap, baby’s
 KRACHT: het innerlijk vermogen van de persoon, bv. zelfvertrouwen,
hoop, inspiratie, zelfkennis, vaardigheden om problemen te hanteren

 Deze factoren grijpen voortdurend op elkaar in. Een lage score op één
factor kan gecompenseerd worden door een hoge score op een andere
factor.
 Zo kan het ondervinden van steun leiden tot het herwinnen van kracht.
 Iedere mens probeert deze vier factoren in balans te houden.
 Voor elk individu zal deze balans er anders uit zien, omdat de vier factoren
steeds anders ingevuld zijn.
 Niet iedereen lukt het echter om deze balans in evenwicht te houden.

 2 verschillende soorten evenwichtsverstoringen
 PLOTSE EVENWICHTSVERSTORING: een incidentele crisis, intens
en omvangrijk. De persoon is niet in staat om deze klap op te
vangen.
 CHRONISCHE DISBALANS: de persoon noch zijn omgeving is in
staat de ‘normale’ levensbehoeften te bewerkstelligen en te
behouden.

 Crisisverschijnselen
o Een crisis kan gepaard gaan met een aantal zichtbare klachten en verschijnselen,
zoals uitputting, controleverlies, geen perspectief zien, geëmotioneerdheid.
o Een crisis zal druk uitoefenen op de plekken waar de persoon van nature uit
kwetsbaar is. De ene reageert met lichamelijke klachten, de andere met piekeren,
weer een ander met heftige emoties.
o Deze verschijnselen duiden op een overbelasting van de draagkracht.

De DRAAGLAST IS GROTER DAN DE DRAAGKRACHT

o Een negatieve spiraal
Heftige emoties leiden tot verwarring,
verwarring tot angst
spanning tot uitputting
energieverlies belemmert logisch denken
inadequaat gedrag (dat daaruit voorkomt)
leidt tot nieuwe problemen.


 Actualisering van grondthema’s
o Onverwerkte ervaringen uit het verleden komen terug naar boven.
o Hier is er een duidelijke link met traumatische ervaringen die hun invloed op
crisis uitoefenen.

o Grondthema’s
 Zorgeloosheid VS frustratie
 Overwinnen en accepteren van de onvermijdelijkheid van
frustraties
 Driftbevrediging VS uitstel van bevrediging
2

,  Uitstel van bevrediging zonder dat dit verlammend werkt.
 Zelfverwezelijking VS beperkingen
 Accepteren of compenseren van bepaalde beperkingen
 Machtsimpulsen VS hulpeloosheid
 Onmacht accepteren zonder zich volledig als hulpeloos te
beschouwen.
 Acceptatie VS afwijzing
 Aanvaarding dat men niet door iedereen geaccepteerd kan worden,
zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de eigenwaarde.
 Seksuele impulsen VS angst- en schuldgevoelens
 Op een aanvaardbare manier seksuele impulsen gestalte geven.
 Onafhankelijkheid VS afhankelijkheid
 Evenwicht vinden tussen individualiteit en gezamelijkheid.
 Zingeving VS zinloosheid
 Ook in moeilijk momenten zin aan het leven weten te geven.

 Gebrekkige zelfreflectie
o Distantie en afstand van zichzelf nemen
o Tegenover: door de crisis in beslag genomen worden.

 Verminderd voorstellingsvermogen
o Een onderscheid kunnen maken tussen:
 Huidige crisissituatie
 Verleden
 Toekomst
o In een crisis: het gevoel samen te vallen met een crisis.



3 Stress en coping
 Bij een (dreigende) crisis gaan mensen op zoek naar een passende verdediging waarmee
de draagkracht verstevigd en de draaglast verminderd kan worden.

 COPING = ‘omgaan met’, ‘hanteren van’ of ‘zich aanpassen aan’.

3.1 Het copingsproces
1. Het waarnemen van een probleem en de interpretatie ervan
o Opmerken en aandacht geven
o Wikken en wegen van de mogelijkheden om ermee om te gaan.

2. De beleving
o Op het waarnemen volgt een emotionele reactie, verdriet, woede, angst, …
o Zonder emoties komt de persoon niet in actie:
mensen moeten ‘bewogen’ zijn voor ze in actie komen.
o Soms zijn mensen echter zo verbijsterd door de plotse verandering dat ze als het
ware verlamd zijn en in apathie vervallen.

3. De voorbereiding op een probleemoplossende activiteit
o De beleving en de emoties leiden tot een gedragsbereidheid: de persoon ontwikkelt
een intentie om het probleem op te lossen of te hanteren.
o De gevoelens vormen de brandstof die de persoon motiveren, energie geven, tot
handelen aanzetten.

4. De probleemoplossende reactie
o De neiging of intentie wordt omgezet in concrete actie. De persoon doet iets of laat
iets na.
o Na de actie kan een nieuw proces starten.
o Als het resultaat tegenvalt, kan dit op zichzelf een nieuw probleem vormen dat
opnieuw om coping vraagt.

3.2 Copingstrategieën
PROBLEEMGERICHT EMOTIEGERICHT
EFFECTIEF
 Optimisme, realisme  Sprekend emoties ventileren
 Info, advies vragen
 Steun bij omgeving zoeken
3

, INEFFECTI
EF  Agressie, impulsief, rigiditeit  Drinken, roken, drugs, eten, …
 Vermijden, ontlopen, passiviteit,  Vlucht in fantasieën
apathie
Belangrijkste: PRATEN

 Crisisinterventie: Focus op triade “draagkracht-draaglast-omgeving”

o Draaglast: risicofactoren bewerkbaar/verwerkbaar maken
o Draagkracht: competentie verhogen
o Omgeving: mobiliseren van ondersteuning, empathie, structuur



4 Basic-Prime model

5 Trauma

6 Traumaverwerking

7 Rouw

8 Traumagerichte behandeling voor probleemgedrag




4
€8,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
lynnversweyveld

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
lynnversweyveld Karel de Grote-Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
4
Membre depuis
8 année
Nombre de followers
3
Documents
18
Dernière vente
10 mois de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions